Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
) zijn schulden. Hierin is hij naar het oordeel van de rechtbank niet geslaagd. Schuldeisers hadden van verzoeker een saneringsgezinde houding en voortdurende maximale inspanning mogen verwachten om zijn schulden te voldoen. Hierbij hoort fulltime werken, en wanneer een dergelijke baan er nog niet is dient verzoeker hier aantoonbaar naar op zoek te gaan. Dit heeft verzoeker niet gedaan terwijl niet is gebleken dat verzoeker de afgelopen jaren niet in staat is geweest om fulltime te werken. Uit een verklaring van Bureau [bureau] van oktober 2014 blijkt weliswaar dat verzoeker op dat moment laag belastbaar was en onder behandeling stond bij een psycholoog, maar er is geen rapportage over het verloop van deze behandeling of een recentere rapportage van een verzekeringsarts door verzoeker overgelegd. Daarbij komt nog dat het weigeren van het acceptabele (minnelijke) tegenaanbod van [voormalige echtgenote] niet getuigt van een saneringsgezinde houding. Verzoeker heeft naar het oordeel van de rechtbank de afgelopen jaren onvoldoende prioriteit gegeven aan het oplossen van zijn schuldenproblematiek.”