Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
rolbeslissing van 19 maart 2019
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een kort geding. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. J.Ch. van der Tak, hebben beroep aangetekend tegen de vennootschap Fuera Internacional S.A., vertegenwoordigd door mr. T.J. van Vugt. De zaak draait om de vraag of de memorie van antwoord tijdig is ingediend door de geïntimeerde. Na een verlenging van de termijn voor het indienen van de memorie, constateerde de rolraadsheer op 5 februari 2019 dat deze niet was ontvangen, wat leidde tot een akte van niet-dienen. De geïntimeerde betwistte deze beslissing en voerde aan dat de memorie wel degelijk op tijd was ingediend. De rolraadsheer heeft de appellanten de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de faxen van de geïntimeerde. De appellanten hebben in hun antwoordakte verzocht om de beslissing tot akte van niet-dienen in stand te houden.
De rechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Landelijk procesreglement. Hij concludeert dat de memorie van antwoord pas op 8 februari 2019 door het hof is ontvangen, wat drie dagen na de rolzitting was. De rechter oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat teruggekomen wordt op de akte van niet-dienen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor partijberaad op 2 april 2019. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 maart 2019 door rolraadsheer S.M.A.M. Venhuizen.