In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een geschil over het honorarium van een architect, Bouwburo B.V., die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak is complex en omvat meerdere tussenarresten en deskundigenrapporten. De rechtbank had eerder in een vonnis van 2 september 2015 een bedrag van € 450,= toegewezen aan de geïntimeerde, Car Cosmetics, maar dit bedrag werd door de appellante betwist. Het hof heeft in eerdere tussenarresten deskundigen benoemd om de redelijkheid van het honorarium van de architect te onderzoeken. De deskundige heeft vastgesteld dat het honorarium dat Bouwburo B.V. in rekening mocht brengen, inclusief verschotten, € 25.750,= bedroeg. Het hof heeft de bevindingen van de deskundige als uitgangspunt genomen voor de verdere beoordeling van de vorderingen van de appellante. Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de appellante recht heeft op een bedrag van € 7.425,49, te vermeerderen met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Het hof heeft het eindvonnis van de rechtbank vernietigd voor zover het een lager bedrag toewijsbaar achtte en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd. De uitspraak is gedaan op 19 maart 2019.