Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/292821 / HA ZA 14-958)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven tevens houdende aanpassing van de eis in hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord tevens houdende memorie van grieven in incidenteel appel met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel met productie;
- het pleidooi, ter gelegenheid waarvan de gemeente na vervanging van productie 13 een akte overlegging producties 9 tot en met 16 heeft genomen, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd en ter gelegenheid waarvan productie 4 bij de inleidende dagvaarding, te weten de “concept vaststellingsovereenkomst” nogmaals is overgelegd.
3.De beoordeling
dat partijen voornemens zijn het bevoegd gezag over de openbare basisscholen in de gemeente Schouwen-Duiveland formeel over te dragen van de gemeente Schouwen-Duiveland aan de Stichting Obase;
dat dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 zal gebeuren;
dat in de tussentijd over enkele kwesties onduidelijkheid is ontstaan;
dat partijen overeenstemming over deze kwesties wensen te hebben alvorens het bevoegd gezag formeel wordt overgedragen;
dat hiertoe besprekingen zijn geweest;
dat partijen het resultaat van deze besprekingen willen vastleggen in deze vaststellingsovereenkomst;
De gemeente zal aan Obase alsnog deze indexering uitbetalen over de voorgaande jaren. Voor de jaren 2007, 2008 en 2009 komt dit neer op een eenmalig totaalbedrag van € 5.565,-.
De schade die Obase hierdoor opgelopen heeft bedraagt het bedrag dat in de bijlage is weergegeven en onderbouwd, zijnde ongeveer € 50.000,-. De gemeente zal dit bedrag eenmalig vergoeden aan Obase.
De schade die Obase hierdoor opgelopen heeft bedraagt het bedrag dat in de bijlage is weergegeven en onderbouwd, zijnde ongeveer € 125.000,-. De gemeente zal dit bedrag vergoeden aan Obase.
Deze vaststellingsovereenkomst maakt onderdeel uit van de notariële akte tot bestuursoverdracht en is een voor beide partijen bindende uitleg van de bepalingen in deze akte, voor zover deze overeenkomst regelingen bevat over een bepaald onderwerp.
Partijen verklaren, na uitvoering van deze overeenkomst, geen enkele aanspraak uit hoofde van de in de overwegingen omschreven zaak jegens elkaar meer te hebben. Aanspraken uit zaken die bij ondertekening van deze overeenkomst niet voorzien waren en niet voorzien konden worden, worden behandeld conform de afspraken in de akte van overdracht.
Partijen verbinden zich, in geval van tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst, deze noch geheel noch gedeeltelijk te zullen ontbinden; nakoming, al dan niet met schadevergoeding, zal steeds gevorderd kunnen worden.
Bij deze akte is een vaststellingsovereenkomst gevoegd waarin partijen overeenkomen hoe met de vergoeding van bepaalde kosten en het regelen van bepaalde zaken wordt omgegaan. Hetgeen in deze vaststellingsovereenkomst is bepaald is bindend voor de uitleg van de bepalingen van deze akte.”.
“Alle schoolbesturen kunnen vanaf maandag 11 april 2011 een aanvraag indienen op grond van de voorziening. (…) Ook Obase moet dus nog formeel een aanvraag indienen.”
“De gemeenteraad heeft dit bedrag in zijn vergadering van december 2011(hof: 2010)
al ter beschikking gesteld. Deze aanvraag ziet slechts op een correcte uitvoering van dit raadsbesluit door uw college.”De vergoeding voor energie- en schoonmaakkosten ad € 5.565,- heeft Obase op 11 januari 2012 ontvangen.
“Indien u van mening bent dat wij bepaalde gegevens al hebben, verzoeken wij u hier expliciet naar te verwijzen. Het kan daarbij onder andere gaan over de informatie die u op 20 oktober 2010 in twee e-mails heeft verzonden aan ondergetekende.”
“Op een aantal cruciale aanvullende vragen in onze brief van 6 mei 2011 geeft u echter onvoldoende antwoord. U verwijst ook niet naar al in ons bezit zijnde gegevens.”Obase heeft tegen dit besluit geen bezwaar ingediend. Bij besluit van 6 juni 2012 (verzonden 8 juni 2012) heeft het college een nieuwe aanvraag als niet tijdig ingediend en overigens onvoldoende onderbouwd afgewezen. Obase heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt en onder meer aangevoerd dat het college van meet af aan beschikte over alle relevante informatie. Op 25 oktober 2012 heeft het college het bezwaar ongegrond verklaard. In deze beslissing heeft het college tot slot geschreven:
“VervolgprocedureU heeft ter zitting terecht gewezen op de vaststellingsovereenkomst die bestaat. Dit houdt in dat met de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift deze zaak nog niet is opgelost. Wij willen dan ook graag met u kijken hoe alsnog uitvoering gegeven kan worden aan deze overeenkomst. Wij nemen daartoe nog contact met u op.”In haar uitspraak op het door Obase ingestelde beroep tegen dit besluit overweegt de bestuursrechter dat de vaststellingsovereenkomst een privaatrechtelijke overeenkomst betreft, die langs privaatrechtelijke weg moet worden afgedwongen.
: “De gemeente heeft met deze vaststellingsovereenkomst ingestemd in de veronderstelling dat de schade daadwerkelijk aangetoond kon worden. Dat is destijds van de zijde van Obase ook verklaard. Wij zijn van mening dat er, met het vaststellen van een aanvullende voorziening voldoende moeite is gedaan Obase in staat te stellen aanspraak te maken op deze middelen. Het is Obase niet gelukt de schade tijdig te onderbouwen en daarmee aanspraak te kunnen maken op de vergoeding middels deze voorziening. Obase heeft zelf het idee van de aanvullende voorziening geopperd en altijd volgehouden dat de schade onderbouwd kon worden. Wij zijn hierbij de gehele tijd behulpzaam geweest en hebben Obase zowel telefonisch als per mail gewezen op de einddatum voor het indienen van een nieuwe aanvraag. Dat Obase dan bijna drie maanden na het verstrijken van de voorziening met een nieuwe aanvraag komt, is volledig haar eigen verantwoordelijkheid. Gezien onze verantwoordelijkheid naar de andere schoolbesturen toe en de plicht alle besturen gelijkelijk te behandelen, heeft Obase het zelf onmogelijk gemaakt voor ons, om de schadevergoeding op de voorgestelde manier uit te keren. Wij voelen ons dan ook niet gehouden om door middel van kunstgrepen of doorbetaling aan het bijzonder onderwijs de gevolgen van de onzorgvuldigheden van de zijde van Obase voor onze rekening te nemen.”
overeenkomst” (deze onderstreping en de onderstrepingen hierna zijn van het hof) zoals hiervoor weergegeven in rov. 3.1 onder c wordt door de gemeente in hoger beroep niet betwist. In de vaststellingsovereenkomsten wordt in de artikelen 2 en 3 gerept over
schadedie
vergoedzal worden aan Obase door de gemeente.
overeenkomenhoe met de
vergoedingvan bepaalde kosten (…) wordt omgegaan en dat hetgeen in de vaststellingsovereenkomst wordt bepaald
bindendis voor de uitleg van de akte.
vaststellingsovereenkomst” (onderstreping hof, evenals hierna) is vermeld dat over enkele kwesties
onduidelijkheidis ontstaan, dat partijen
overeenstemmingover deze
kwestieswensen te hebben, dat daartoe besprekingen zijn geweest en dat partijen het resultaat van de besprekingen willen
vastleggenin de vaststellingsovereenkomst. Voormelde considerans en de daarin onderstreepte woorden duiden er op dat partijen een hen bindende vaststellingsovereenkomst hebben gesloten ter beëindiging van onzekerheid omtrent hetgeen tussen hen geldt.
discussie(onderstreping hof, evenals hierna) is gevoerd over een aantal kostenposten. Hierbij komt dat de gemeente in de toelichting op grief I zelf naar voren heeft gebracht dat Obase wilde meewerken aan de bestuursoverdracht maar dat Obase
verlangdedat de gemeente de nodige,
beweerdelijkdoor haar gemaakte kosten (en dus schade) zou vergoeden en dat partijen zich daarop hebben
verenigd. Ook voorgaande, door de gemeente zelf gebruikte bewoordingen, wijzen er op dat tussen partijen verschil van mening en minst genomen enige onzekerheid bestond en dat partijen daar een einde aan wilden maken.
later is gezegd(onderstreping hof) dat het via de voorziening zal gaan”, maar dat duidt er niet op dat zijdens Obase er mee is ingestemd dat de betaling van de schadevergoeding daarvan afhankelijk werd.
“(…) Op uw verzoek doen wij hierbij een aanvraag om toekenning van middelen met toepassing van de verordening financiële gelijkstelling, die de gemeenteraad vorig jaar heeft vastgesteld. Het gaat om een bedrag van in totaal € 180.565 (…) Wij verzoeken u dan ook spoedig het bedrag op onze rekening over te maken.(…)”