Uitspraak
,tevens appellante in incidenteel appel, bijgestaan door mr. E. van de Kraats;
,tevens appellante in incidenteel appel, bijgestaan door mr. E. van de Kraats;
2.Het geding in hoger beroep
.
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de benoeming van een bewindvoerder en een mentor voor een meerderjarige vrouw, hierna aangeduid als de moeder, die lijdt aan vergevorderde dementie. De moeder verblijft sinds 23 mei 2017 in een verpleeghuis en heeft zeven kinderen. De rechtbank Oost-Brabant had eerder een bewind ingesteld over haar goederen en mentorschap benoemd voor haar zorg. De appellante, een van de kinderen, is het niet eens met de benoeming van de huidige bewindvoerder en mentoren en heeft hoger beroep ingesteld. Ook andere familieleden hebben incidenteel appel ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 februari 2018 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de appellante en de huidige bewindvoerder. De appellante heeft haar verzoek om zelf als bewindvoerder te worden benoemd ingetrokken, maar stelt zich op het standpunt dat zij de meest aangewezen persoon is om als mentor te worden benoemd. De andere betrokkenen, waaronder de huidige bewindvoerder en mentoren, hebben echter bezwaren tegen deze benoeming geuit, onder andere vanwege de onrust die de benoeming van de appellante in de familie zou veroorzaken.
Het hof heeft vastgesteld dat er consensus is over de noodzaak van een bewind en mentorschap, maar dat de keuze van de bewindvoerder en mentor in geschil is. Gezien de verstoorde familieverhoudingen en de zorg voor de moeder, heeft het hof besloten om een professionele bewindvoerder en mentor te benoemen. De huidige benoemingen zijn vernietigd en nieuwe benoemingen zijn gedaan, waarbij de belangen van de moeder voorop staan. De beslissing is genomen in het belang van de moeder, om verdere verslechtering van de familieverhoudingen te voorkomen.