ECLI:NL:GHSHE:2018:89
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige met betrekking tot ouders en GI
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van ouders tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van hun minderjarige kind is verleend aan de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI). De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. W.H.J.W. de Brouwer, hebben in hun beroepschrift verzocht om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de GI af te wijzen. De GI heeft op haar beurt verzocht om het hoger beroep niet ontvankelijk te verklaren of af te wijzen en de beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 december 2017 zijn de ouders en vertegenwoordigers van de GI gehoord, maar de Raad voor de Kinderbescherming was niet aanwezig.
De rechtbank had eerder op 5 september 2017 de machtiging verleend om de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening, omdat er zorgen waren over de opvoedingsvaardigheden van de ouders. De ouders hebben aangevoerd dat de GI hen onterecht onbereikbaar heeft geacht en dat er alternatieven zijn voor de uithuisplaatsing. De GI heeft echter gesteld dat de ouders niet meewerkend waren en dat er geen zicht was op de thuissituatie.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de machtiging tot uithuisplaatsing gerechtvaardigd is. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De ouders zijn aangespoord om samen te werken met de GI om de situatie te verbeteren en de terugkeer van de minderjarige naar huis te realiseren.