ECLI:NL:GHSHE:2018:806

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 januari 2018
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
001280-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de gevangenhouding van verdachte met vuurwapens

Op 18 januari 2018 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de gevangenhouding van een verdachte. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] en thans zonder vaste woon- of verblijfplaats, was in detentie na een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 20 december 2017, waarin zijn gevangenhouding werd bevolen. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank bekeken en kennisgenomen van de akte rechtsmiddel, waarbij tijdig beroep is aangetekend tegen het bevel van gevangenhouding. Tijdens de zitting heeft het hof de verdachte, zijn raadsman en de advocaat-generaal gehoord en het dossier bestudeerd.

Uit het dossier bleek dat in de woning van de verdachte twee vuurwapens met munitie zijn aangetroffen. Eén wapen was doorgeladen en bevond zich in een jas op de kapstok, terwijl het andere wapen onder het matras op de slaapkamer van de verdachte lag. Het hof oordeelde dat er voldoende ernstige bezwaren waren tegen de verdachte met betrekking tot het voorhanden hebben van vuurwapens met munitie. Bovendien werd de recidivegrond als basis voor de voorlopige hechtenis bevestigd, gezien het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij eerder was veroordeeld voor overtredingen van de Wet Wapens en Munitie.

Het hof concludeerde dat de verdachte zich in een situatie bevond waarin een schietklaar vuurwapen nodig werd geacht, wat leidde tot ernstige vrees dat hij, indien niet in voorlopige hechtenis, zich opnieuw schuldig zou maken aan strafbare feiten die de gezondheid en veiligheid van anderen in gevaar konden brengen. Het hof vond geen feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, vooral omdat de verdachte zich op zijn zwijgrecht had beroepen. Het hof wees het hoger beroep af en bevestigde de beschikking van de rechtbank.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: AVNR. [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Oost-Brabant van 22 december 2017, waarbij namens:

[verdachte]

geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
Thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in [detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 20 december 2017, bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de akte rechtsmiddel waarbij namens verdachte tijdig beroep is aangetekend tegen het bevel gevangenhouding.
Het hof heeft gehoord de verdachte en zijn raadsman, alsmede de advocaat-generaal.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat in de woning van verdachte twee vuurwapens met munitie zijn aangetroffen, één in een jas die op de kapstok hing en één op de slaapkamer van verdachte, onder het matras. Het wapen in de jas was doorgeladen. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat er voldoende ernstige bezwaren zijn jegens verdachte terzake van het voorhanden hebben van vuurwapens met munitie.
Het hof stemt ook in met de recidivegrond als grondslag voor de voorlopige hechtenis. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen voor overtreding van de Wet Wapens en Munitie en daar ook voor veroordeeld is. Voorts heeft het hof acht geslagen op de omstandigheden waaronder de vuurwapens zijn aangetroffen. Het hof leidt hieruit af dat verdachte kennelijk in een situatie verkeert waarin een schietklaar vuurwapen nodig wordt geacht, een situatie die naar het oordeel van het hof reden geeft ernstig te vrezen dat verdachte wanneer hij zich niet in voorlopige hechtenis bevindt, zich schuldig zal maken aan een strafbaar feit als bedoeld in artikel 67a lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, meer in het bijzonder een feit waardoor de gezondheid en/of veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht. Feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden zijn het hof niet gebleken, onder meer niet nu verdachte zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Het hof wijst af het beroep.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Aldus gedaan op 18 januari 2018
door mr. R.A.T.M. Dekkers, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. I.H.M. Fluitsma, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 18 januari 2018
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]