Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-000907-16
Uitspraak : 27 februari 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 16 maart 2016 in de strafzaak met parketnummer 01-993282-14 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in Huis van Bewaring Roermond te Roermond.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van voorarrest en de tijd die de verdachte in uitleveringsdetentie heeft ondergaan.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof anders dan de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 26 maart 2014 te Eindhoven en/of Nieuwkuijk (gemeente Heusden) en/of te Luik, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende amfetamine, zijnde (een) middel(len) als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of een of meer hoeveelhe(i)d(en) van (een) materia(a)l(en) bevattende (een) (ander(e)) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I), voor te bereiden en/of te bevorderen,
- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- (een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of geld(en) en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoedens, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe
- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemische stof(fen) (chemicaliën) besteld en/of vervoerd en/of afgeleverd en/of ontvangen en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of
- een of meerdere vervoermiddel(en) gehuurd en/of laten huren en/of voorhanden gehad;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 april 2014, in elk geval op of omstreeks 25 april 2014, te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 222 kg (= 124 kg + 98 kg) (bruto) aan MDMA tabletten en/of ongeveer 58 kg (bruto) MDMA kristallen, in elk geval (een) grote hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of
ongeveer 71 kg (bruto) amfetamine, in elk geval (een) grote hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 25 april 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet (te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine, (telkens) zijnde MDMA en/of amfetamine een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I), voor te bereiden en/of te bevorderen
- (telkens) (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- (telkens) zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- (telkens) (een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of geld(en) en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoedens, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededaders (telkens) opzettelijk daartoe, meermalen, althans eenmaal,
- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemische stof(fen) (chemicaliën), waaronder 16.000 liter formamide en/of 8.600 liter monomethylamine en/of 4x 50 liter zoutzuur gas (cilinders) en/of 26x 50 liter waterstofgas (cilinders) en/of 600 kg APAAN en/of 1.490 liter aceton en/of 15 kg PMK glycide zuur besteld en/of vervoerd en/of afgeleverd en/of ontvangen en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad en/of
- een tabletteermachine (met bijbehorende matrijzen en stempels) voorhanden gehad en/of
- een of meerdere vervoermiddel(en) gehuurd en/of laten huren en/of voorhanden gehad en/of
- een of meerdere (gestolen) vervoermiddel(en) voorhanden gehad en/of
- een loods en/of bedrijfsruimte ter beschikking gesteld;
4.
hij op of omstreeks 25 april 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II, te weten:
- een (automatisch aanvals)geweer, merk Heckler & Kock, model G3A4, kaliber .308 (met drie patroonmagazijnen, merk Heckler & Kock, model G3, kaliber .308) en/of
- een antitankbrisantgranaatraketwerper, model M-80 (met daarin een scherpe raket), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing,
voorhanden heeft gehad en/of
een wapen van categorie III, te weten:
- een (semi-automatisch) geweer, merk Heckler & Kock, model HK91, kaliber .308 (met vier patroonmagazijnen, merk Heckler & Kock, model G3, kaliber .308)
voorhanden heeft gehad.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof stelt voorop dat de verdenking van betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten voornamelijk stoelt op verdachtes geconstateerde aanwezigheid bij een drietal incidenten, te weten (a) op 14 februari 2014, (b) op 25 maart 2014 en (c) op 24 april 2014, alsmede op verdachtes DNA dat werd aangetroffen (d) aan de binnenzijde van een mobiele telefoon en (e) op de hengsels van een aantal plastic tassen. Met betrekking tot elk van deze feiten en omstandigheden is zijdens de verdediging uitgebreid verweer gevoerd.
Ad a.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte op 14 februari 2014 met een Mercedes Atego van [bedrijf A] B.V. te Eindhoven naar het bedrijf [bedrijf B] te Luik is gereden, aldaar een pallet heeft geladen en vervolgens vanuit Luik naar [bedrijf C] B.V. te Eindhoven is gereden. De betreffende, aldus door verdachte vervoerde, goederen kunnen in verband worden gebracht met de productie van synthetische drugs.
Zijdens de verdediging is hieromtrent betoogd dat verdachte van de hem bekende [medeverdachte B] vernam dat deze een vrachtje in Luik moest ophalen, maar dat hij in de file stond. [medeverdachte B] zou verdachte toen hebben gevraagd dit vrachtje op te halen. Verdachte was naar zijn zeggen niet op de hoogte van de inhoud van de vracht.
Ad b.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte op 25 maart 2014 op het terrein van [bedrijf A] B.V. te Eindhoven met een vorkheftruck een geseald pakket en een pallet in gereedstaande voertuigen heeft geladen. Een van deze voertuigen (de bestelbus van Bo-Rent) kan in verband worden gebracht met de productie van synthetische drugs.
Zijdens de verdediging is hieromtrent betoogd dat verdachte vaker werkzaamheden verrichtte op het terrein van [bedrijf A] B.V. en dat hij op verzoek wel eens een pallet laadde. Verdachte wist naar zijn zeggen niet wat de inhoud daarvan was.
Ad c.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte op 24 april 2014 op het terrein van [bedrijf C] B.V. te Eindhoven aanwezig is geweest toen vaten met formamide – een stof welke in verband kan worden gebracht met de productie van synthetische drugs – gelost werden.
Zijdens de verdediging is hieromtrent betoogd dat verdachte regelmatig bij [bedrijf C] B.V. aanwezig was en daar op verzoek van [medeverdachte A] ook werkzaamheden verrichtte. Op 24 april 2014 was hij inderdaad aanwezig op het terrein van [bedrijf C] B.V., maar verdachte wist naar zijn zeggen niet dat de geloste vaten stoffen bevatten welke in verband kunnen worden gebracht met de productie van synthetische drugs.
Ad d.
Aan de binnenzijde van een mobiele telefoon in een witte bestelbus (de Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken] ) op het terrein van [bedrijf C] B.V. (in welke bus onder meer MDMA is aangetroffen) is DNA van verdachte aangetroffen.
Zijdens de verdediging is hieromtrent betoogd dat verdachte bij [bedrijf C] B.V. wel eens voertuigen verplaatste om bij goederen uit de loods te kunnen. Bij een van die gelegenheden zou genoemd mobiel toestel uit de bestelbus zijn gevallen en zijn opengegaan, waarna verdachte het weer in elkaar heeft gezet.
Ad e.
Aan de hengsels van een aantal plastic tassen in de loods (in de koelaanhangwagen) op het terrein van [bedrijf C] B.V. (in welke tassen onder meer MDMA is aangetroffen) is DNA van verdachte aangetroffen. Uit het dossier blijkt niet dat er ook DNA van verdachte op drugs in de tassen is aangetroffen.
Zijdens de verdediging is hieromtrent betoogd dat verdachte bij [bedrijf C] B.V. regelmatig eten ging halen voor de lunch en dat zodoende zijn DNA aan de hengsels van de plastic tassen kan zijn gekomen.
Het hof overweegt omtrent al het vorenstaande als volgt.
Hoewel verdachte niet ontkent aanwezig te zijn geweest bij de bovenbeschreven incidenten (a) tot en met (c), heeft hij voor het verklaren van zijn aanwezigheid aldaar telkens (de onder (a) tot en met (c) vermelde) alternatieve scenario’s geschetst. Deze alternatieve scenario’s vinden voorts op een aantal punten, waaronder bij de raadsheer-commissaris van dit hof afgelegde getuigenverklaringen, steun in het dossier. Naar het oordeel van het hof kunnen genoemde alternatieve scenario’s niet zonder meer als onaannemelijk terzijde worden geschoven.
Voor wat betreft de DNA-vondsten als genoemd onder (d) en (e) heeft te gelden dat verdachte niet betwist dat het aangetroffen DNA van hem is, maar voor het aantreffen daarvan heeft hij eveneens telkens (de onder (d) tot en met (e) vermelde) alternatieve scenario’s geschetst, welke eveneens op een aantal punten, waaronder bij de raadsheer-commissaris van dit hof afgelegde getuigenverklaringen, steun vinden in het dossier. Naar het oordeel van het hof kunnen genoemde alternatieve scenario’s niet zonder meer als onaannemelijk terzijde worden geschoven, terwijl het aantreffen van DNA op de vermelde locaties niet zonder meer wettig en overtuigend bewijs voor verdachtes betrokkenheid bij het ten laste gelegde kan opleveren.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op het vorenstaande, het bewijs dat verdachte strafbare betrokkenheid bij het ten laste gelegde heeft gehad onvoldoende uit de bewijsmiddelen blijken. Het hof heeft daarbij in aanmerking genomen dat uit geen enkele getuigenverklaring rechtstreeks bewijs voortvloeit dat de verdachte bij één van de ten laste gelegde feiten op strafbare wijze betrokken is geweest.
Het hof heeft derhalve uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaartniet bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en
spreekthem daarvan
vrij.