De moeder voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting - samengevat - het volgende aan.
De rechtbank heeft op onvoldoende gronden de GI gemachtigd om de kinderen uit huis te plaatsen bij de vader. Er had onafhankelijk onderzoek moeten plaatsvinden naar de vraag of het in het belang van de kinderen is om teruggeplaatst te worden bij een van de ouders en hoe in dat geval de contactregeling met de andere ouder eruit zou moeten komen te zien. Een dergelijk onderzoek is niet (volledig) verricht. De rechtbank had moeten wachten op de afronding van het interactie- en observatieonderzoek door Keinder naar de positie van de ouders, alvorens een beslissing te nemen. De evaluatieverslagen van “De Krabbebossen”, die de GI mede aan haar inleidend verzoek ten grondslag heeft gelegd, geven onvoldoende inzicht in de vraag of plaatsing van de kinderen bij de vader in hun belang is.
Daar komt bij dat de GI geen compleet beeld had van de thuissituatie bij de vader. Ook was niet bekend of en, zo ja, welke hulpverlening na de plaatsing van de kinderen bij de vader in België opgestart zou worden. Sinds de kinderen bij de vader zijn gaan wonen, heeft de moeder geen enkel contact meer met hen gehad. Van de Belgische hulpverleningsinstanties heeft zij nooit iets vernomen. De moeder maakt zich ernstige zorgen over de situatie van de kinderen bij de vader. Omdat de vader veel werkt, zullen de kinderen vaak worden opgevangen door buren en vreemden. De kinderen spreken echter geen Frans.
De moeder heeft geprobeerd contact op te nemen met de vader, maar zij heeft de indruk dat de vader die contacten afhoudt door bijvoorbeeld de telefoon niet op te nemen wanneer zij belt. Het is de moeder evenmin gelukt om contact te leggen met de Belgische instanties. Het is haar niet duidelijk wie zij daarvoor moet bellen.
De kinderen verbleven al ruim een jaar in Nederland toen zij met een machtiging van de rechtbank bij de vader in België zijn geplaatst. Hun toekomstperspectief lag en ligt evenwel in Nederland bij de moeder. De vader heeft destijds ingestemd met een verhuizing van de kinderen naar de moeder. De moeder heeft inmiddels haar leven op orde en staat - anders dan de GI beweert - open voor een onderzoek naar haar persoon. Zij heeft een eigen woning. Er is geen sprake van psychische problemen of van verslaving. De moeder wordt begeleid naar regulier werk, haar schulden worden gesaneerd en zij heeft iedere week een gesprek met haar begeleider van Traverse. Toen de kinderen bij de moeder woonden, hadden zij een normaal leven. De moeder heeft bij de kinderen nooit iets gezien van seksueel uitdagend gedrag, waarvan de GI in de stukken melding maakt.
Volgens de moeder was de GI op voorhand op de hand van de vader. De gezinsvoogd heeft zich ook negatief uitgelaten over de moeder.
Door de hele gang van zaken zijn de artikelen 3, 5, 9 en 10 van het IVRK geschonden, aldus de moeder in het beroepschrift.