ECLI:NL:GHSHE:2018:77
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en draagkracht bij arbeidsongeschiktheid in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie tussen een man en een vrouw na hun echtscheiding. De man, die volledig arbeidsongeschikt is verklaard, verzoekt het hof om de eerder door de rechtbank vastgestelde alimentatie van € 2.166,-- per maand te verlagen naar € 353,-- per maand. De rechtbank had in eerste aanleg bepaald dat de man deze alimentatie aan de vrouw moest betalen. De man stelt dat zijn draagkracht niet toereikend is om het door de rechtbank vastgestelde bedrag te betalen, en dat zijn inkomen enkel bestaat uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De vrouw verzet zich tegen de verlaging van de alimentatie en vraagt het hof om de man niet ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep.
Het hof behandelt de grieven van de man, die zich richten op de behoeftigheid van de vrouw en de draagkracht van de man. Het hof oordeelt dat de man, gezien zijn arbeidsongeschiktheid en de bijbehorende uitkering, slechts in staat is om een lagere alimentatie te betalen. Het hof stelt de ingangsdatum van de alimentatie vast op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, zijnde 29 maart 2017. De vrouw wordt veroordeeld tot terugbetaling van de teveel ontvangen alimentatie aan de man. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2018.