Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
De Invorderingsambtenaar heeft de beschikking bij uitspraak op bezwaar gehandhaafd.
De Invorderingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
de Invorderingsambtenaar vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Invorderingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
De Invorderingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
Belanghebbende heeft zich in zijn brief van 11 maart 2016, die door de Heffingsambtenaar is aangemerkt als bezwaarschrift tegen de aanslag OZB, uitsluitend op het standpunt gesteld dat de Heffingsambtenaar de aanslag OZB niet mocht opleggen, omdat er bij de Rechtbank nog een beroepsprocedure over een ander jaar (2015) aanhangig was. In de Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 2015 van de gemeente Horst aan de Maas, onderdeel 25.2.2, is bepaald, dat het indienen van een bezwaar- of beroepschrift niet automatisch (ook) geldt als een verzoek om uitstel van betaling, maar dat om uitstel van betaling moet worden verzocht. Het Hof is van oordeel dat de Invorderingsambtenaar de als bezwaarschrift tegen de aanslag OZB aangemerkte brief van 11 maart 2016, gelet op de tekst daarvan, niet als een verzoek om uitstel van betaling hoefde op te vatten.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.