In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de vorderingen van de appellant zijn afgewezen. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.M. Goltstein, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 1 maart 2017. De geïntimeerden, waaronder Music Productions B.V. en andere partijen, zijn vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Bunders. De zaak betreft een incident ex artikel 234 Rv, waarbij de geïntimeerden vorderen dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard ten aanzien van de proceskostenveroordeling van de appellant. Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de belangen van de geïntimeerden zwaarder wegen, waardoor de incidentele vordering is toegewezen. De beslissing over de proceskosten van het incident is aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor dagbepaling van het arrest op 31 juli 2018.