3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. a) [appellante] houdt zich beroepsmatig bezig met het koelvervoer van vlees en groenten.
b) [geïntimeerde] heeft een slagerij groothandel.
c) [appellante] heeft in opdracht van [geïntimeerde] in de periode 8 april 2013 tot en met 10 juni 2013 een negental gekoelde transporten van hangende runderkarkassen van slachthuis [slachthuis] in [plaats 1] (hierna: het slachthuis) naar afnemers van [geïntimeerde] te [plaats 2] Frankrijk verzorgd.
d) [geïntimeerde] brengt zijn runderen vanuit België naar het slachthuis om ze daar te laten slachten. Na de slacht worden de runderen daar gekoeld. De runderkarkassen worden voor [geïntimeerde] door medewerkers van het slachthuis in de trailer van [appellante] geladen. Bij aankomst in [plaats 2] worden de karkassen voor [geïntimeerde] vanaf 21.00 uur gelost door personeel van het handelscentrum [plaats 2] en vanaf 23.00 uur in ontvangst genomen door de afnemers van [geïntimeerde] .
e) Op de vervoersovereenkomsten is de CMR van toepassing. De voor het transport afgesproken temperatuur/koeling bedraagt 3°C.
f) Een e-mail van [medewerker bij geïntimeerde] aan [medewerker bij appellante] d.d. 19 april 2013 luidt onder meer:
“Zoals u weet [medewerker bij appellante] was er op zondag 07/04/2013 ernstige schade aan het rundsvlees dat door uw firma werd aangevoerd. Ik heb u hierover maandagmorgen 08/04/2013 direct van ingelicht nadat ik s’nachts door enkele klanten was opgebeld met mededeling dat het vlees in slechte toestand was. Condentie op het vlees en daardoor verkleuring. Wij hebben toen afgesproken van elkaar donderdag 11/04/2013 te ontmoeten (…) We hebben toen afgesproken van elkaar deze week te spreken over de te vergoedde schade (…) er zijn bij mij ongeveer een 4500 € minwaarde van het desbetreffende rundsvlees toegekomen. Doch gezien u vorige week nogal hard klaagde dat u niets verdient is het voor mij al goed als enkel het transport van die week dient om de schade te helpen vergoeden. (…)”
g) Op 18 juni 2013 heeft [geïntimeerde] een schadeclaim ingediend bij [appellante] ten bedrage van € 7233,30 vanwege kortingen verleend aan vier afnemers vanwege klachten over de staat van versheid van op 10 juni 2013 door [appellante] vervoerde runderkarkassen.
Op alle CMR-vrachtbrieven van deze vracht (prod. 8 bij memorie van grieven) staat bij de opsomming van de runderen de aantekening
“Temp 3°C”. De door afnemer [afnemer 1] op 10 juni 2013 voor ontvangst getekende CMR-vrachtbrief bevat boven het stempel voor de ontvangst de aantekening
“Manque 1 ongPet”.
h) Een
“Attestation”d.d. 13 juni 2013 afgegeven door afnemer [afnemer 1] (prod. 2 az [geïntimeerde] ) luidt onder meer:
“(…) Cette marchandise est arrivé’dans un très mauvais état de fraicheur (…)”
Een bericht van afnemer [afnemer 2] aan [geïntimeerde] d.d. 18 juni 2013 (prod. 2 bij conclusie van antwoord) luidt onder meer:
“(…) Les transport [transport] ont certainement rencontrés un problème de rupture de froid. Nous avons subit un préjudice commercial (…)”.
Een
“Attestation”d.d. 1 juli 2013 afgegeven door afnemer [afnemer 3] (prod. 2 bij conclusie van antwoord) luidt onder meer:
“(…) de la viande de boeuf rassie de notre fournisseur [geïntimeerde] , le Lundi 10 Juin 2013 en mauvais état de fraîcheur. (…)”.
Een faxbericht d.d. 14 jun 2013 van afnemer [afnemer 4] (prod. 2 bij conclusie van antwoord) luidt onder meer:
“(…) Nous vous signalons par la présente, que vos produits réceptionnés le lundi 10 juin étaient dans un état lamentable. En effect ils étaient défraichis.(…)”.
i. i) Op 26 augustus 2014 heeft [geïntimeerde] een schadeclaim ingediend bij [appellante] ten bedrage van € 4.358,20 vanwege kortingen verleend aan afnemers van het vleestransport dat op 7 april 2013 door [appellante] is verzorgd. De afgetekende CMR-vrachtbrieven (prod. 17 bij memorie van grieven) van genoemd transport bevatten eveneens de aantekening
“Temp 3°C”. Eén vrachtbrief bevat (voor zover leesbaar) de aantekening
“Res. 1 art sale tomber dans le camion prenons toutes reserves”. Een andere vrachtbrief bevat de aantekening
“Reçu 2 art sales plus 1 art dechiré “tombé dans le camion, manque 3 queues 3 onglets”
j) [geïntimeerde] heeft de facturen voor de negen vleestransporten, met betalingstermijn 30 dagen na factuurdatum, tot een bedrag van € 11.985,02 onbetaald gelaten ondanks herhaalde aanmaning van [appellante] .