ECLI:NL:GHSHE:2018:556
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissement in hoger beroep van een natuurlijke persoon met betrekking tot leaseovereenkomsten en aansprakelijkheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over het faillissement van een natuurlijke persoon, hierna aangeduid als [appellante]. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Limburg, waarin [appellante] op 12 december 2017 in staat van faillissement is verklaard. De zaak betreft een geschil tussen [appellante] en Zuidlease B.V. over onbetaalde leasetermijnen van een Ferrari, waarvoor [appellante] als borg en hoofdelijk schuldenaar is aangemerkt. Zuidlease had het faillissement van [appellante] aangevraagd, omdat zij vorderingen had uit hoofde van een leaseovereenkomst die niet waren voldaan. Het hof oordeelt dat Zuidlease voldoende aanleiding had om het faillissement aan te vragen, gezien de onbetaalde leasetermijnen en de toestand van [appellante] te hebben opgehouden te betalen. Het hof wijst de grieven van [appellante] af, waaronder de stelling dat het hof had moeten wachten op de uitkomst van een lopende bodemprocedure. Het hof concludeert dat de vordering van Zuidlease aannemelijk is en dat er sprake is van een pluraliteit van schuldeisers. De beslissing van het hof houdt in dat het faillissement van [appellante] wordt bekrachtigd.