Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch
[verdachte] ,
[woonadres] .
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2001 tot en met 31 december 2003 in de gemeente Maastricht en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een deel van) de (bedrijfs)administratie van de door verdachte gedreven eenmanszaak [eenmanszaak verdachte] – zijnde (dat deel van) die (bedrijfs)administratie voornoemd (telkens) (een) (samenstel van) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen – (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) valselijk (en/of) in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – in (dat deel van) die (bedrijfs)administratie voornoemd een (groot) aantal (verkoop)facturen/rekeningen en/of Inkoopverklaringen /Attesten SBBW en/of (inkoop)facturen opgenomen en/of verwerkt, althans doen opnemen en/of verwerken, te weten:
welke (verkoop)factu(u)r(en)/rekening(en) voornoemd (telkens) betrekking had(den) op de verkoop van (een) gebruikte auto('s), die volgens factuuropdruk/rekeningopdruk (telkens) afkomstig was/waren van [eenmanszaak verdachte] , en/of die (telkens) betrekking had(den) op de verkoop en/of levering van (een) gebruikte auto('s) aan de (Belgische) autohandela(a)r(en), – zakelijk weergegeven –
* [Belgische vennootschap AF BVBA] en/of [Belgische vennootschap AF BVBA] en/of [Belgische vennootschap AF BVBA] en/of
* [Belgische vennootschap AI NV] en/of [Belgische vennootschap AI NV] en/of
die (telkens) betrekking had(den) op de verkoop en/of levering van (een) gebruikte auto('s) aan voornoemde (Belgische) autohandela(a)r(en), waarbij (telkens) die factu(u)r(en)/rekening(en) was/waren voorzien van de vermelding "25A", en/of "25(A) paragraaf"
- " [Belgische vennootschap H BVBA] " en/of
- " [Belgische vennootschap W CV] " en/of
- " [eenmanszaak medeverdachte 3] " en/of
- " [Belgische vennootschap DC BVBA] " en/of
welke (inkoop)facturen (telkens) gericht was/waren aan " [eenmanszaak verdachte] " en/of "Autoandel [verdachte] " en (telkens) was/waren voorzien van de vermelding: "levering onderworpen aan de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge. De BTW is niet aftrekbaar. Art. 58 par. 4 Wetboek BTW" en/of "par. 25A",
* over het/de jaar/jaren 2001 en/of 2002 en/of 2003 één of meer valse, vervalste en/of onjuiste Inkoopverklaring(en)/Attest(en) SBBW opgenomen en/of verwerkt en/of doen of laten opnemen en/of verwerken, welke valsheid/onjuistheid hierin bestond dat deze inkoopverklaring(en)/attest(en) (telkens) was/waren voorzien van de vermelding: "De leverancier verklaart de auto zonder aftrek van voorbelasting te hebben verkregen (status art. 28b/2)",
* althans was/waren die (inkoop/verkoop)factu(u)r(en) en/of Inkoopverklaring(en)/Attesten SBBW – zakelijk weergegeven – (telkens) voorzien van (een) vermelding(en), waarmee werd voorgewend, althans de suggestie werd gewekt dat de fiscale BTW-margeregeling op de geleverde gebruikte auto('s) van toepassing was, terwijl het in werkelijkheid (telkens) (een) belaste levering(en)/inko(o)p(en en/of verko(o)p(en) betrof(fen), die onderworpen was/waren aan het normale BTW-regime (zie afzonderlijke documenten met subletter C en Y2 behorende bij de afzonderlijke autosetjes genoemd in spreadsheet 2-D-0234) en/of
* immers heeft verdachte en zijn medeverdachte(n) toen aldaar (telkens) in strijd met voornoemde verplichting(en) (telkens) opzettelijk voornoemde onjuiste en/of onvolledige (verkoop)facturen afkomstig van [eenmanszaak verdachte] verstrekt en/of doen laten verstrekken aan de (Belgische) afnemers van die gebruikte auto's (zie spreadheet 2-D-0234, 2-D-236 en 2-D-0242) terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2003 in de gemeente(n) Maastricht en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het/de aangiftetijdvak(ken)
4e kwartaal 2001 (2-D-003) en/of
1e kwartaal 2002 (2-D-004) en/of
2e kwartaal 2002 (2-D-005) en/of
3e kwartaal 2002 (2-D-006) en/of
4e kwartaal 2002 (2-D-007) en/of
1e kwartaal 2003 (2-D-008) en/of
2e kwartaal 2003 (2-D-009) en/of
3e kwartaal 2003 (2-D-010)
* (telkens) ten onrechte belasting in vooraftrek genomen ter zake intracommunautaire verwerving(en), en/of
* (telkens) een te hoog bedrag aan voorbelasting opgegeven, en/of
* (telkens) ten onrechte geen intracommunautaire verwervingen en/of verrichte leveringen opgegeven, en/of
* (telkens) ten onrechte nihil aangifte omzetbelasting gedaan, en/of
* (telkens) over voornoemd(e) aangiftetijdvak(ken) een te laag belastbaar bedrag en/of een te laag/onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting opgegeven,
hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met 30 april 2006, te Maastricht en/of te Hendrik-Ido-Ambacht en/of Maasbracht en/of elders in Nederland en/of in Duitsland, een of meer voorwerp(en) heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of gebruik van gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf
- op of omstreeks 15 januari 2003 (factuurdatum), diverse bootonderdelen aangekocht, (26.745,20 euro), (doc. 2-D-0145 35) en/of
- op of omstreeks 23 augustus 2002, (factuurdatum) een scheepsmotor en/of diverse bootonderdelen aangekocht (44.028,81 euro), (doc. 2-D-0145 36) en/of
- op of omstreeks 28 juni 2005, (factuurdatum), materialen en/of werkuren voldaan (tot een bedrag groot 51.086,99 euro), (2-D-0145-40) en/of
- op of omstreeks 26 juni 2004, (factuurdatum), materialen en/of (timmer)werk (D-0145-28) en/of een of meer andere factu(u)r(en) voldaan (die voorkomen op het overzicht 2-D-0146), (ordner 63), (tot een totaalbedrag (circa) groot 183.121,48 euro) en/of
- op of omstreeks 12 april 2006, althans in de maand april 2006, een boot met de naam "Leonardo" verkocht en/of geleverd aan [koper boot] te Hendrik-Ido-Ambacht (2-D-0141), (voor een bedrag groot 207.000,00 euro) en/of
- op of omstreeks 13 en/of 18 april 2006, althans in de maand april 2006, op een Duitse bankrekening (reknr. 714.12.80.19), (doc. 2-D-0144) ten name van hem, verdachte, 207.000,00 euro, zijnde de verkoopprijs van de boot met de naam "Leonardo" verworven en/of voorhanden gehad en/of
- op of omstreeks 20 april 2006, althans in de maand april 2006, een bedrag groot 200.000,00 euro omgezet van giraal in chartaal geld, (doc. 2-D-180), immers heeft hij, verdachte, en/of (een van) verdachtes mededader(s) vanaf die Duitse bankrekening dat bedrag (in) contant(en) opgenomen;
hij, verdachte, in of omstreeks (een of meer gedeeltes van) de periode van 1 augustus 2001 tot en met 23 februari 2005, althans in de periode van 1 augustus 2001 tot en met 31 december 2003, in de gemeente Maastricht en/of (elders) in Nederland, (telkens) heeft deelgenomen aan een (of meer) organisatie(s), bestaande uit:
welke organisatie(s) tot oogmerk had(den) het plegen van misdrijven, namelijk
- het plegen van valsheid in geschrift (art. 225, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- het opzettelijk doen van onjuiste en/of onvolledige belastingaangiften met betrekking tot de omzetbelasting (art. 69, lid 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) en/of
- het opzettelijk niet doen van belastingaangiften met betrekking tot de omzetbelasting (art. 69, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) en/of
- het opzettelijk niet voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen en/of het niet bewaren van boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers (art. 68, lid 2, sub d en sub e jo. art. 69, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) en/of
- het opzettelijk verstrekken van een onjuiste of onvolledige factuur of nota (art. 68, lid 2, sub g jo. art. 69, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) en/of
terwijl hij, verdachte, van (een van) bedoelde organisatie(s) oprichter/leider en/of bestuurder was.
A.
A.1
A.2
volgens de wettelijke regelsen dat er 3% van de gerealiseerde brutowinst wordt aangegeven (en voldaan) als
extraomzetbelasting, waarbij de aftrek van voorbelasting wordt beperkt, alsmede dat de premie ingevolge de Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (WAZ) in de aldus verschuldigde bedragen is verdisconteerd.
V-N2004/15.4 is, voor zover te dezen van belang, het volgende vermeld:
extra3% omzetbelasting moeten aangeven en afdragen. De voornoemde overeenkomst bevat niet de afspraak, dat er een administratie zou worden gevoerd zoals de belastingwet die voorschrijft en ook uit de brief van de staatssecretaris van Financiën volgt, dat was afgesproken dat tot 1 januari 2004 (nog) niet de reguliere wettelijke verplichtingen met betrekking tot (fiscale) administratieverplichtingen golden. Maar anders dan de verdediging aanvoert laat de overeenkomst er geen twijfel over bestaan dat de omzetbelasting volgens de geldende wettelijke regels moest worden voldaan.
“(…) ter zake van de omzetbelasting is gebleken, dat het voor cliënt niet te achterhalen is welke binnenlandse verkopen hij in 2003 heeft verricht en welke ICL en ICV er hebben plaatsgevonden. Graag vraag ik uw advies hoe deze kwestie op te lossen”. Met een dergelijke mededeling, zonder nadere toelichting, zijn naar het oordeel van het hof niet alsnog de juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt. De omstandigheid dat het contact tussen de gemachtigde en de Belastingdienst achteraf in november 2005 ertoe heeft geleid dat bepaalde kwesties voor de belastingheffing over 2001 tot en met 2004 zijn afgewikkeld, maakt dat niet anders. Onduidelijk is namelijk gebleven of die met de Belastingdienst bereikte overeenstemming ook zag op de omzetbelasting. De verdachte komt aldus geen geslaagd beroep toe op de inkeerregeling. Het hieromtrent gevoerde verweer treft derhalve geen doel.
volledigzou (gaan) houden aan de fiscale administratieverplichtingen. Zoals door de staatssecretaris van Financiën toegelicht werd beoogd over 2000 en 2001 de naleving van de fiscale administratieverplichtingen te verbeteren, maar werd nog niet verlangd dat deze volledig werden nageleefd. Immers, aan het met ingang van 1 januari 2001 bewaren van allerlei bonnen zouden vooralsnog geen fiscale consequenties worden verbonden. Deze situatie heeft tot 1 januari 2004 voortgeduurd doordat de gemaakte afspraken niet juist of tijdig per 1 januari 2003 zijn opgezegd. Mede gelet op het bepaalde in artikel 80, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dient de conclusie te zijn dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte ter zake van het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde. In zoverre slaagt het verweer. Echter, het hof zal daaraan geen rechtsgevolgen verbinden, nu het hof – blijkens hetgeen hierna zal worden overwogen – reeds tot een veroordeling komt van de verdachte ter zake van het onder feit 1 primair ten laste gelegde en derhalve het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde niet ter inhoudelijke beoordeling aan het hof voorligt.
A.3
hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2001 tot en met 31 december 2003 in de gemeente Maastricht, meermalen een deel van de bedrijfsadministratie van de door verdachte gedreven eenmanszaak [eenmanszaak verdachte] – zijnde dat deel van die bedrijfsadministratie voornoemd telkens een samenstel van geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt,
immers heeft hij, verdachte, toen aldaar telkens valselijk en in strijd met de waarheid in dat deel van die bedrijfsadministratie voornoemd een groot aantal verkoopfacturen/rekeningen en Inkoopverklaringen/Attesten SBBW opgenomen en doen verwerken, te weten:
* [Belgische vennootschap AF BVBA] of [Belgische vennootschap AF BVBA] of [Belgische vennootschap AF BVBA] of
* [Belgische vennootschap AI NV] of [Belgische vennootschap AI NV] en
waarbij telkens die facturen/rekeningen waren voorzien van de vermelding "25A" of "25(A) paragraaf"
B.
C.
C.1
C.2
C.3
C.4
D.
D.1
Met betrekking tot de resterende auto’s waarvan de herkomst niet duidelijk was is naar aanleiding van een rechtshulpverzoek onderzoek verricht door het Kraftfahrzeug Bundesambt (KBA). Op grond daarvan is informatie beschikbaar gekomen inzake wie met betrekking tot welk voertuig als laatste gebruiker bij het KBA bekend was en per welke datum het voertuig in Duitsland is stilgelegd. In dit verband verdient het opmerking dat de gebruiker niet altijd de eigenaar van het voertuig is. Met name bij leasevoertuigen is het gebruikelijk dat de lessee als gebruiker vermeld staat, terwijl de leasemaatschappij feitelijk de eigenaar van de auto is. Resultaat van het onderzoek wees uit dat 17 auto’s op naam hebben gestaan van ondernemers, kort voordat ze door [eenmanszaak verdachte] als particuliere marge-auto zijn geleverd. [88]
D.2
D.3
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
De verdachte heeft door te handelen zoals bewezen is verklaard voorts misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer pleegt te worden gesteld in schriftelijke stukken met bewijsbestemming, zoals de in de onderhavige zaak aan de orde zijnde facturen en inkoopverklaringen. Bovendien leidt BTW-fraude ertoe dat gemeenschapsbelangen op grove wijze worden geschonden. Met de heffing van omzetbelasting wordt immers beoogd de Staat der Nederlanden en de Europese Unie geldmiddelen te verschaffen die voor hun instandhouding en taakvervulling noodzakelijk zijn. Het omkatten van aan het reguliere BTW-regime onderworpen auto’s naar marge-auto’s heeft tot doel dat minder belasting wordt betaald, welk gevolg uiteindelijk ook is verwezenlijkt. Dergelijk strafbaar gedrag leidt er uiteindelijk toe dat bonafide belastingplichtigen meer belasting moeten betalen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
geldboetevan
€ 50.000,00 (vijftigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
285 (tweehonderdvijfentachtig) dagen hechtenis.