ECLI:NL:GHSHE:2018:5344
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.T.F.M. van Krieken
- A.M.G. Smit
- A.R. Hartmann
- Rechtspraak.nl
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel n.a.v. ripdeal Sint Maartensdijk
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel naar aanleiding van een ripdeal in Sint Maartensdijk in 2011. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de veroordeelde een bedrag van € 9.450,00 aan wederrechtelijk verkregen voordeel had genoten en had hem verplicht dit bedrag aan de Staat te betalen. De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zittingen in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zou bevestigen. De verdediging heeft echter verzocht om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de ontnemingsvordering, of in ieder geval het te ontnemen bedrag te matigen tot € 250,00, omdat de rol van de veroordeelde als chauffeur als onbeduidend werd beschouwd.
Het hof heeft het beroep van de verdediging verworpen en zich verenigd met het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde, samen met medeveroordeelden, zich heeft gedragen als heer en meester over de gestolen Renault Espace en de hennepplanten. Het hof heeft de economische waarde van de auto geschat op € 5.900,00, en heeft geen rekening gehouden met de huurkosten van de loods, omdat deze niet uitsluitend voor de hennepplanten was gehuurd. Het hof heeft ook vastgesteld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn, maar dat deze voldoende was gecompenseerd door een eerdere strafvermindering in een andere zaak.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen in het arrest.