ECLI:NL:GHSHE:2018:5341
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- R.A.T.M. Dekkers
- F.J.M. Walstock
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Opheffing schorsing voorwaardelijke invrijheidstelling na nieuw strafbaar feit
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot opheffing van de schorsing van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de verdachte. De verdachte, die ten tijde van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd, verzocht het hof om de schorsing op te heffen. Het hof heeft het verzoek in behandeling genomen en de advocaat-generaal en de verdachte gehoord, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw.
De achtergrond van de zaak betreft een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank, waarbij hij voor een detentieperiode van 244 dagen voorwaardelijk in vrijheid was gesteld. De schorsing van deze voorwaardelijke invrijheidstelling werd bevolen door de rechter-commissaris na een nieuw strafbaar feit, opzetheling, dat de verdachte zou hebben gepleegd. De rechtbank had eerder de voorlopige hechtenis opgeheven, maar de verdachte bevond zich nog in detentie vanwege de schorsing.
Het hof heeft vastgesteld dat de advocaat-generaal zich niet heeft verzet tegen de opheffing van de schorsing, en dat er nog geen definitieve uitspraak was gedaan over de overtreding van de algemene voorwaarden van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten de schorsing met onmiddellijke ingang op te heffen en de verdachte vrij te laten. De beschikking werd opgemaakt door de voorzitter en twee raadsheren, en de advocaat-generaal werd op de hoogte gesteld van de beslissing.