ECLI:NL:GHSHE:2018:534
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.C.E. Ackermans - Wijn
- C.N.M. Antens
- L.Th.L.G. Pellis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ongegrondverklaring klacht Wet Bopz en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, die haar klacht op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) ongegrond heeft verklaard. De vrouw had verzocht om schadevergoeding van € 100,-- per dag voor de drie maanden van dwangbehandeling, alsook om vergoeding van advocaatkosten en reiskosten. De rechtbank had haar verzoek tot schadevergoeding afgewezen, omdat de klacht ongegrond was verklaard.
De mondelinge behandeling vond plaats op 30 januari 2018, waarbij de vrouw en de kliniek niet verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van een eerdere beschikking van de Hoge Raad, die het cassatieberoep van de vrouw tegen de rechtbankbeschikking had verworpen. Het hof oordeelt dat op basis van de Wet Bopz geen hoger beroep openstaat tegen de beslissing van de rechtbank, omdat de klacht ongegrond is verklaard. De wetgeving stelt dat alleen in gevallen waar de klacht gegrond is, er ruimte is voor hoger beroep over schadevergoeding.
Uiteindelijk concludeert het hof dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot hoger beroep, omdat de wet geen mogelijkheid biedt om in hoger beroep te gaan tegen een ongegrondverklaring van de klacht. De beslissing van het hof is op 8 februari 2018 openbaar uitgesproken.