ECLI:NL:GHSHE:2018:5306
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en verdeling zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant inzake kinderalimentatie en de verdeling van zorg- en opvoedingstaken na de echtscheiding. De man en vrouw zijn op 30 oktober 2009 te Curaçao gehuwd en hebben vier minderjarige kinderen. De man heeft in hoger beroep de bestreden beschikking van de rechtbank van 19 oktober 2018 aangevochten, waarin de rechtbank de kinderalimentatie op € 385,- per maand heeft vastgesteld, met ingang van 17 juni 2017. De vrouw heeft op haar beurt verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken, dan wel zijn grieven te verwerpen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 november 2018 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De Raad voor de Kinderbescherming was ook aanwezig. Het hof heeft de minderjarigen in de gelegenheid gesteld hun mening over de zorg- en opvoedingstaken kenbaar te maken. Na de mondelinge behandeling hebben partijen een ouderschapsplan opgesteld, waarin zij afspraken hebben gemaakt over de zorgverdeling.
Het hof heeft geoordeeld dat de man, gezien zijn financiële situatie, vanaf 1 juni 2018 een bijdrage van € 25,- per maand voor de vier kinderen dient te betalen. De eerdere beschikking van de rechtbank is deels vernietigd, en de man is niet gehouden om de eerder vastgestelde alimentatie van € 385,- per maand te betalen voor de periode van 17 juni 2017 tot 1 juni 2018. De verdeling van de huwelijksgemeenschap is ook aan de orde gekomen, waarbij het hof heeft bepaald dat partijen samen dienen te werken aan de verdeling en een notaris moeten aanstellen indien zij er niet uitkomen.