In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 12 januari 2017. De vader verzocht om het gezamenlijk gezag over de minderjarige kinderen te beëindigen en dit alleen aan hem toe te kennen. De moeder, die lijdt aan Multiple Sclerose en in een verpleeghuis verblijft, heeft geen verweerschrift ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 december 2017 is de vader gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de moeder niet ter zitting verscheen. Het hof heeft de minderjarige [minderjarige 1] de gelegenheid gegeven haar mening te uiten, wat zij ook deed. De vader voerde aan dat de kinderen, belast door de voorgeschiedenis van de ouders, niet willen omgaan met de moeder en dat haar medische situatie haar belet om adequaat zorg te dragen voor de kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat, betwistte de claims van de vader en stelde dat de rechtbank een juiste beslissing had genomen. De raad voor de kinderbescherming gaf aan dat er weinig mogelijkheden zijn voor gezamenlijk gezag en dat de kinderen een grote weerstand tegen de moeder hebben.
Het hof oordeelde dat de omstandigheden gewijzigd zijn en dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van de kinderen is. Het hof heeft het verzoek van de vader om hem alleen met het ouderlijk gezag te belasten toegewezen. Daarnaast werd een bijzondere curator benoemd voor de minderjarige [minderjarige 2] om haar belangen te behartigen, vooral met betrekking tot de omgang met de moeder. De verdere behandeling van het omgangsverzoek van de moeder werd aangehouden tot een pro forma datum in augustus 2018.