ECLI:NL:GHSHE:2018:5268
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H. van Winkel
- L.Th.L.G. Pellis
- M.I. Peereboom-van Drunick
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezag over minderjarige in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een verzoek van de moeder om met het gezag over haar dochter [minderjarige 1] belast te worden. De moeder is in hoger beroep gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin haar verzoek werd afgewezen. De minderjarige [minderjarige 1] woont in een pleeggezin onder de voogdij van de Gecertificeerde Instelling (GI), Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg. De moeder heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat zij in staat is om de zorg voor [minderjarige 1] op zich te nemen, nu haar leven op orde is en zij een eigen woning en inkomen heeft. De GI heeft echter betoogd dat de moeder niet in staat is om de zorg voor [minderjarige 1] adequaat te bieden, gezien haar beperkte opvoedingscapaciteiten en de psychologische problematiek. De raad voor de Kinderbescherming heeft eveneens aangegeven dat het in het belang van [minderjarige 1] is dat zij in het pleeggezin blijft, waar zij zich goed ontwikkelt. Het hof heeft de argumenten van de moeder, GI en de raad overwogen en geconcludeerd dat er gegronde vrees bestaat dat de belangen van [minderjarige 1] verwaarloosd zouden worden als de moeder met het gezag wordt belast. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat.