[appellant] kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen. [appellant] heeft in het beroepschrift - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. [appellant] heeft sedert aanvang van de schuldsaneringsregeling budgetbeheer en van daaruit worden de afdrachten naar de boedel gedaan. Tot en met januari 2017 is [appellant] niet tekortgeschoten in zijn afdrachtplicht. Een misverstand bij [echtgenote] begin 2017 heeft tot gevolg dat haar inkomen niet is ingebracht over periode 2 en 3 van 2017. Uitsluitend hierdoor is een achterstand van € 4.068,50 ontstaan. [appellant] valt hiervan niet of amper een verwijt te maken. Sedertdien valt er op de afdrachtplicht niets aan te merken. [appellant] wenst aan te tekenen dat de achterstand niet € 3.230.09 bedraagt omdat dit bedrag het resultaat is van de verrekening van het salaris van de bewindvoerder en van de bankkosten met de bijdrage c.q. de ontvangen afdrachten. Maandelijks wordt tenminste € 35,00 bijgedragen, dit bedrag komt van het inkomen van [appellant] . Het inkomen van [echtgenote] gaat naar een reserveringsrekening en wordt daar gespaard. Telkens na instructie van de bewindvoerder wordt het aldus verzamelde bedrag overgemaakt naar de boedelrekening.
[appellant] is daarnaast niet of niet meer dan in zeer geringe mate verwijtbaar wat de nieuwe schulden betreft, die de terugvordering zijn van teveel ontvangen huurtoeslag en zorgtoeslag. Deze situatie houdt direct verband met het feit dat [appellant] en [echtgenote] aanvankelijk een WW-uitkering genoten, vervolgens een (lagere) WWB-uitkering genoten en [echtgenote] daaropvolgend eerst onregelmatig inkomen uit werk heeft verworven. Met de Belastingdienst is een betalingsregeling getroffen die via de budgetbeheerder loopt.
[appellant] heeft van meet af aan getracht aan werk te komen. Hij heeft gesolliciteerd. Met zijn leeftijd, opleiding en ervaring viel dat niet mee. Na te zijn tewerk gesteld voor aanvankelijk 32 uur per week, waarop de bewindvoerder hem heeft gemaand toch aanvullend te solliciteren, heeft hij hieraan gehoor gegeven. Het verwijt van de bewindvoerder in het 6e verslag dat hij niet gemotiveerd zou zijn is ten onrechte. Uiteindelijk is hij erin geslaagd via Randstad gedetacheerd te worden bij [bedrijf] . Het gaat om een fulltime baan die reeds ingevuld wordt door [echtgenote] en voor [appellant] binnen de horizon ligt. Onder deze omstandigheid is het niet goed voorstelbaar hoe [appellant] nog een andere baan zou moeten aannemen en de daaraan verbonden taken uitvoeren. [appellant] was kort voor de behandeling van de eindzitting en ook tijdens de eindzitting arbeidsongeschikt, doch hij verwacht binnen korte tijd zich arbeidsgeschikt te melden. Kortom, de tekortkoming in de sollicitatieplicht, voor zover die al verwijtbaar bestond, betreft niet meer dan enige korte perioden tijdens de afgelopen drie jaar waarvan niet gebleken is dat de boedel is benadeeld, of anders gezegd; deze tekortkomingen zouden buiten beschouwing mogen blijven.
Tot slot heeft de rechtbank zonder enige, althans met onvoldoende, motivering het verzoek om verlenging van de schuldsaneringsregeling ter zijde gelegd, terwijl hierom nadrukkelijk en gemotiveerd is gevraagd. Bovendien is ook door de bewindvoerder in het 6e verslag verlenging gesuggereerd. In haar brief aan de rechter-commissaris van 13 september 2018 adviseert de bewindvoerder verlenging . Dit advies is ook aangekondigd aan [appellant] . Tevens heeft de bewindvoerder aangegeven dat zij ter zitting dit advies door tussenkomst van haar vervanger aan de rechtbank zal voorleggen. [appellant] is niet bekend met het verzoek van de bewindvoerder d.d. 17 september 2018, waarnaar de rechtbank onder r.o. 1.1. van het vonnis verwijst, tot beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling zonder de zogenaamde schone lei. Het oordeel van de rechtbank dat er geen perspectief is dat de boedelachterstand tijdens een eventuele verlenging van de schuldsaneringsregeling kan worden ingelopen doet geen recht aan [appellant] , die immers tijdens de looptijd van de schuldsaneringsregeling heeft getoond bereid en in staat te zijn met behulp van [echtgenote] door spaarzaamheid en extra afdrachten de achterstand in te lopen.