Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[de vader](hierna te noemen: de vader).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een tweejarig jongetje met Downsyndroom. De moeder, die in hoger beroep ging tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te vernietigen. De rechtbank had eerder de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering gemachtigd om de minderjarige uit huis te plaatsen, omdat de ouders niet in staat waren om de benodigde zorg te bieden. De moeder voerde aan dat zij en de vader stappen hadden gezet om hun leven op orde te krijgen en dat zij in staat waren om voor hun kind te zorgen. De GI daarentegen stelde dat de ouders onvoldoende in staat waren om de zorg voor de minderjarige te waarborgen en dat de ontwikkeling van het kind in gevaar kwam door de afwezigheid van adequate hulpverlening. Het hof oordeelde dat de machtiging tot uithuisplaatsing op goede gronden was verleend en dat de ouders nog niet klaar waren om de zorg voor hun kind op zich te nemen. De beslissing van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof benadrukte het belang van een zorgvuldige aanpak in de toekomst om het perspectief van de minderjarige te waarborgen.