ECLI:NL:GHSHE:2018:5136

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 december 2018
Publicatiedatum
6 december 2018
Zaaknummer
20-002894-16 (ta)
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor poging tot doodslag met verbeurdverklaring van in beslag genomen auto

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte is veroordeeld voor poging tot doodslag, meermalen gepleegd. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van drie jaren opgelegd, met aftrek van voorarrest, en de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en opnieuw zal rechtdoen, met een veroordeling van de verdachte tot dezelfde gevangenisstraf en bijkomende straffen, waaronder ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen en toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen. De raadsman van de verdachte heeft pleitbezorgd voor integrale vrijspraak en heeft betoogd dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Het hof heeft tijdens de beraadslaging besloten dat het onderzoek niet volledig is geweest en heeft het onderzoek heropend. Het hof heeft aanvullende processen-verbaal gevorderd van de regiopolitie Limburg-Zuid, waaronder een plattegrond van het traject van de aanrijding en verduidelijking van luchtfoto's. De zaak is geschorst voor onbepaalde tijd en de oproeping van de verdachte voor de volgende zitting is bevolen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002894-16
Uitspraak : 3 december 2018
TEGENSPRAAK (ex art. 279 Sv)
Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 11 maart 2014 in de strafzaak met parketnummer 03-700584-13 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is verdachte ter zake van ‘poging tot doodslag, meermalen gepleegd’ (het primair ten laste gelegde feit) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest. De benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. Tot slot is bij voormeld vonnis de onder verdachte in beslag genomen personenauto verbeurdverklaard.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren poging tot doodslag, meermalen gepleegd en verdachte te dien aanzien zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest, alsmede tot tweemaal een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zullen worden toegewezen tot een bedrag van € 600,00, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en het subsidiair aantal dagen hechtenis. Tot slot heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de in beslag genomen personenauto van verdachte verbeurd zal worden verklaard.
Door de raadsman van verdachte is integrale vrijspraak bepleit. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft de raadsman primair bepleit dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard in hun vorderingen en subsidiair bepleit dat het hof de vorderingen zal afwijzen. Tot slot heeft de raadsman bepleit dat het hof de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen personenauto zal gelasten.
Heropening van de zaak
Tijdens de beraadslaging in raadkamer is het hof tot het oordeel gekomen dat het onderzoek
niet volledig is geweest.
Het hof zal het onderzoek heropenen en de stukken in handen stellen van de advocaat-generaal teneinde door de regiopolitie Limburg-Zuid een of meer aanvullende processen-verbaal te laten opmaken, waarin:
  • een plattegrond wordt opgesteld van het traject op de A76 vanaf 500 meter voor de plek waar verdachte de eerste ten laste gelegde stuurbeweging maakte tot aan de Belgische grens en waarop wordt aangegeven op welke plek verdachte de eerste stuurbeweging maakte en op welke plek de aanrijding tussen de personenauto van verdachte en het politievoertuig plaatsvond;
  • de zich in het dossier bevindende luchtfoto’s in kaart worden gebracht, in die zin dat op de op te stellen plattegrond wordt verduidelijkt op welke plekken welke luchtfoto’s zien en, voor zover nodig, het overige gedeelte van voormeld traject in beeld wordt gebracht aan de hand van aanvullende luchtfoto’s. Zodat de weg fotografisch volledig in beeld wordt gebracht en aan de hand van de kaart de diverse posities kunnen worden bepaald.
Na ontvangst van genoemde stukken zal het onderzoek ter terechtzitting door het hof worden hervat.

BESLISSING

Het hof:
  • heropenthet onderzoek;
  • steltde stukken in handen van de advocaat-generaal teneinde deze in gelegenheid te stellen uitvoering te geven aan het vorenstaande;
  • schorsthet onderzoek ter terechtzitting voor
    onbepaalde tijd(aan te brengen bij een strafkamer met als samenstelling: mrs. K. van der Meijde, K.J. van Dijk, R. Lonterman en C. Karsdorp, verwachte behandelduur: 45 minuten);
  • beveeltde oproeping van verdachte tegen de datum en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting;
  • beveeltde kennisgeving van de datum en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de raadsman van verdachte;
-
beveeltvoorts de kennisgeving van de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] .
Aldus gewezen door:
mr. K. van der Meijde, voorzitter,
mr. K.J. van Dijk en mr. R. Lonterman, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C. Karsdorp, griffier,
en op 3 december 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. R. Lonterman is buiten staat dit tussenarrest mede te ondertekenen.