ECLI:NL:GHSHE:2018:5112

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 december 2018
Publicatiedatum
6 december 2018
Zaaknummer
200.233.646_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beschikking van de rechtbank Limburg inzake ontslag bewindvoerder en benoeming opvolgend bewindvoerder

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, Team Toezicht, zittingsplaats Maastricht, van 13 november 2017. De appellant, hierna te noemen de rechthebbende, heeft verzocht om de beschikking te vernietigen en om ontslag van de huidige bewindvoerder, [de bewindvoerder], h.o.d.n. [bewindvoerder] en Partners, met gelijktijdige benoeming van een opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat de huidige bewindvoerder niet adequaat functioneert, niet tijdig reageert op verzoeken en geen inzicht biedt in zijn financiële situatie. Dit heeft geleid tot een gebrek aan vertrouwen in de bewindvoerder, waardoor de rechthebbende geen rechtstreeks contact meer met hem opneemt.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 oktober 2018 is de rechthebbende gehoord, bijgestaan door zijn advocaat mr. R. Mahovic. De bewindvoerder is niet verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken van de behandeling in eerste aanleg en de brief van de bewindvoerder. Het hof heeft vastgesteld dat de relatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder ernstig verstoord is en dat de rechthebbende geen inzage heeft in zijn financiële situatie. Dit vormt een gewichtige reden om de bewindvoerder te ontslaan.

Het hof heeft besloten de beschikking van de rechtbank te vernietigen en heeft de heer [opvolgend bewindvoerder] van [bewindvoering] Bewindvoering B.V. benoemd tot opvolgend bewindvoerder, met ingang van 1 januari 2019. Tevens is de huidige bewindvoerder ontslagen. De beslissing is genomen in het belang van de rechthebbende, die recht heeft op een transparante en betrouwbare bewindvoering. De uitspraak is openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 6 december 2018
Zaaknummer: 200.233.646/01
Zaaknummer eerste aanleg: 6238753 BM VERZ 17-4493
BM-nummer: 13936
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: de rechthebbende,
advocaat: mr. R. Mahovic,
Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:
[de bewindvoerder], h.o.d.n. [bewindvoerder] en Partners, kantoorhoudende te [postcode 1] [kantoorplaats 1] , postbus [postbus] , (hierna te noemen: de bewindvoerder).

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, Team Toezicht, zittingsplaats Maastricht, van 13 november 2017.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 9 februari 2018, heeft de rechthebbende verzocht voormelde beschikking te vernietigen, met dien verstande dat de bewindvoerder zal worden ontslagen onder gelijktijdige benoeming van een opvolgend bewindvoerder.
2.2.
Er is geen verweerschrift ter griffie ingekomen.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2018.
Bij die gelegenheid is gehoord: de rechthebbende, bijgestaan door mr. Mahovic.
2.3.1.
De bewindvoerder is
,met bericht van verhindering, niet ter zitting verschenen.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • de stukken van de behandeling in eerste aanleg, waaronder het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 25 oktober 2017, ingekomen ter griffie op 14 maart 2018;
  • de brief van de bewindvoerder d.d. 11 oktober 2018.

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 12 mei 2010 zijn de goederen die [appellant] als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren onder bewind gesteld.
De bewindvoerder is thans [de bewindvoerder] , h.o.d.n. [bewindvoerder] en Partners, kantoorhoudende te [postcode 1] [kantoorplaats 1] , Postbus [postbus] .
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, het verzoek van de rechthebbende tot ontslag van de bewindvoerder en gelijktijdige benoeming van een opvolgend bewindvoerder afgewezen.
3.3.
De rechthebbende kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.4.
De rechthebbende voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting - kort samengevat - het volgende aan. De huidige bewindvoerder reageert vaak niet of te laat op verzoeken van de rechthebbende of zijn toenmalige woonbegeleidster van het Leger des Heils. Hierdoor was zijn begeleidster in de praktijk genoodzaakt de werkzaamheden van de bewindvoerder uit te voeren. De rechthebbende verkrijgt verder geen informatie van de bewindvoerder en heeft geen idee wat er met zijn geld gebeurt. Verder is er door de bewindvoerder te laat een verzoek ingediend voor het verkrijgen van bijzondere bijstand. Omdat de rechthebbende geen vertrouwen meer in de bewindvoerder heeft gaat hij rechtstreeks contact met de bewindvoerder uit de weg.
3.5.
De huidige bewindvoerder betreurt het dat er rondom het wijzigingsverzoek onduidelijkheid bestaat en heeft, althans zo begrijpt het hof, onvoldoende vertrouwen in de handhaving van het bewind met hem als bewindvoerder.
3.6.
Het hof komt tot de volgende beoordeling.
3.6.1.
Ingevolge artikel 1:448 lid 1 aanhef en sub e en lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de bewindvoerder door de kantonrechter ontslag worden verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
3.6.2.
In deze zaak wordt het verzoek om de huidige bewindvoerder te ontslaan gedaan door de rechthebbende zelf en is aan de orde of sprake is van gewichtige redenen om de huidige bewindvoerder te ontslaan.
Uit de stukken en het besprokene ter mondelinge behandeling van het hof, is het hof gebleken dat de relatie tussen de rechthebbende en de huidige bewindvoerder steeds meer verstoord is geraakt.
De rechthebbende heeft geen inzage in zijn financiële situatie. Ondanks meerdere verzoeken van de kant van de rechthebbende en zijn persoonlijke begeleiders (van het Leger des Heils) heeft hij geen inzicht gekregen in de hoogte van zijn schulden en zijn aan hem geen stukken overgelegd die hem daarover duidelijk kunnen verschaffen.
Door het ontbreken van een budgetplan is het hem verder niet bekend op welke wijze zijn inkomsten worden besteed.
Hierdoor is er bij de rechthebbende een gebrek aan vertrouwen in de bewindvoerder ontstaan wat bij de rechthebbende veel boosheid oproept. Dit maakt dat hij niet rechtstreeks contact met de bewindvoerder opneemt en de communicatie met de bewindvoerder aan zijn persoonlijke begeleiders overlaat. De inspanningen van de persoonlijke begeleiders hebben echter ook niet tot een volledig inzicht geleid in de financiële situatie van de rechthebbende.
Het hof acht de ontstane situatie daarom onwerkbaar en niet in het belang van de rechthebbende.
Het hof is van oordeel dat er onder deze omstandigheden sprake is van gewichtige redenen om [de bewindvoerder] , h.o.d.n. [bewindvoerder] en Partners als bewindvoerder te ontslaan. Het had op de weg van de bewindvoerder gelegen om, in ieder geval na de bestreden uitspraak van de rechtbank, uit eigen beweging contact op te nemen met de rechthebbende en hem inzicht te verschaffen in zijn financiële situatie.
3.6.3.
Het hof houdt bij de benoeming van een opvolgend bewindvoerder rekening met de voorkeur van de rechthebbende en zal om die reden de heer [opvolgend bewindvoerder] van [bewindvoering] Bewindvoering B.V. tot opvolgend bewindvoerder benoemen.
Het hof wijst de opvolgend bewindvoerder op de Aanbevelingen meerderjarigenbewind (sub B Aanbevelingen omtrent de taken van de bewindvoerder) vastgesteld door het Landelijk OVerleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht (LOVCK&T) op 7 september 2018, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
3.7.
Op grond van het voorgaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Limburg, Team Toezicht, zittingsplaats Maastricht, van 13 november 2017,
en opnieuw rechtdoende:
verleent met ingang van 1 januari 2019 aan [de bewindvoerder] , h.o.d.n. [bewindvoerder] en Partners, kantoorhoudende te [postcode 1] [kantoorplaats 1] , Postbus [postbus] , ontslag als bewindvoerder over de goederen van [appellant] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991, wonende te [adres 1] te [woonplaats] [postcode 2] );
benoemt met ingang van 1 januari 2019 de heer [opvolgend bewindvoerder] van [bewindvoering] Bewindvoering B.V., kantoorhoudende te [kantoorplaats 2] aan het [adres 2] ( [postcode 3] ), tot opvolgend bewindvoerder;
stelt de jaarlijkse beloning van de opvolgend bewindvoerder en mentor vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a en artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
bepaalt dat de bewindvoerder binnen twee maanden na de datum van deze uitspraak de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de rechthebbende en de opvolgend bewindvoerder en een - zo mogelijk door hen voor akkoord ondertekend - exemplaar ervan aan het Bewindsbureau van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, overlegt;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. E.L. Schaafsma-Beversluis, C.A.R.M. van Leuven en A.J.F. Manders en is op 6 december 2018 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.