10.1.In het tussenarrest van 17 oktober 2017 heeft het hof de vier navolgende vragen voorgelegd aan de deskundige P. van der Voorst, waarop de deskundige heeft geantwoord.
Vraag 1.
Had een redelijk handelend en redelijk bekwaam installateur het klimaatregelingssysteem, zoals [geïntimeerde] dat (met overcapaciteit) in september 2008 in de stal van de maatschap heeft geïnstalleerd, al in september 2008 zodanig dienen in te regelen dat, indien de buitentemperatuur aanleiding zou geven tot beheersing van het klimaat in de stal, de ventilatoren niet maximaal kunnen draaien en de inlaatkleppen niet maximaal kunnen openstaan, maar dat een en ander wordt begrensd tot 80%, respectievelijk 70% van dat maximum, althans tot een zodanige grens dat het ontstaan van tocht of een valwind, zoals die zich in casu op 10 april 2009 heeft voorgedaan, wordt voorkomen?
Antwoord.
Het probleem dat zich op 10 april 2009 heeft voorgedaan had voorkomen kunnen worden als er andere ventielen waren geplaatst of als de huidige ventielen bij ingebruikname van de stal al op 70% begrensd waren. De binnenkomende lucht was dan, ook bij 100% ventilatie, nooit direct richting de dieren gestuurd. Of de ventilatoren 80% of 100% draaien maakt in dit geval nog niet uit. (…) [geïntimeerde] zou van dit feit, dat er geen lucht richting de dieren gestuurd mag worden, op de hoogte moeten zijn.
Vraag 2.
Wie zorgt in de praktijk voor de aanpassing van/controle op de inregeling van het aangelegde systeem als de omstandigheden zich wijzigen (van winter naar zomer; met of zonder luchtwasser)? Is dat de installateur of de varkenshouder? Meer in het bijzonder: indien [geïntimeerde] in september 2008 het systeem redelijkerwijs wel kon inregelen zoals gedaan - naar het hof begrijpt gelet op de wintertemperatuur en met het oog op de komst van een luchtwasser op korte termijn - had het dan op de weg van [geïntimeerde] gelegen uit eigen beweging maatregelen te nemen voor het geval dat de buitentemperatuur zou stijgen boven de 20 graden Celsius en de luchtwasser nog niet was aangelegd of operationeel, of kan van de maatschap worden verwacht de tocht in de gaten te houden en de inregeling aan te passen, gelet ook op de wezenlijke verandering (toename) in stalbezetting sinds de ingebruikname van de stal in september 2008?
Antwoord.
In de praktijk dient een ventilatiesysteem niet aangepast te worden van winter naar zomerstand. Het weer wisselt hiervoor veel te veel. Men komt dan immers toch altijd te laat/te vroeg. Als een inlaatsysteem zoals hier, eenmaal goed afgesteld is, behoeft dit niet veranderd te worden. Hooguit dat er eens een klep bijgesteld moet worden, omdat er rek op de kabel kan komen.
In september 2008 kon het systeem nog niet goed ingeregeld worden daar er nog geen 100% bezetting was. Dit had wel moeten gebeuren op het moment dat de stal 100% bezet was. Hierover zijn echter geen goede afspraken gemaakt door [de maatschap] en [geïntimeerde] .
Bij een goede inregeling hoort ook een rookproef om te zien of de lucht (zich) op de juiste manier verdeelt in de stal. In september 2008 had dit geen zin gezien de lage bezetting. Of dit later bij volledige bezetting gedaan zou zijn en of dit op de juiste manier gedaan zou zijn is de vraag. (…) [geïntimeerde] had n.l. de kleppen geïnstalleerd die eigenlijk niet voor varkensstallen bedoeld zijn, echter alleen als ze op de juiste manier afgesteld werden.
Het niet aanwezig zijn van een luchtwasser of aanwezige overcapaciteit is in deze zaak niet relevant.
Vraag 3.
Worden de instellingen van het klimaatregelingssysteem gebruikelijk beveiligd met een “sleutel” (code)? Zijn de instellingen van het klimaatregelingssysteem van de maatschap beveiligd met een “sleutel” (code) in een mate om het ontstaan van tocht of een valwind te voorkomen of ongedaan te maken?
Antwoord.
Nee, het is niet gebruikelijk om de instellingen van een klimaatregelingssysteem te beveiligen met een code. Dit zou, zoals ik begrepen heb, bij (…) [de maatschap] wel het geval zijn geweest. Er is hier echter wel onduidelijkheid of het gaat over de toegang tot de gebruikersinstellingen of de toegang tot de installateursinstellingen. Dit valt moeilijk nog te achterhalen. Tijdens mijn bezoek lukte het mij niet om in de installateursinstellingen te komen. De instellingen zijn zodanig te wijzigen dat tocht of valwind had kunnen worden voorkomen.
Na de schade op 10 april 2009 is de maximale ventilatie op 80% begrensd en zijn de kleppen op 70% begrensd. Eigenlijk een eenvoudige ingreep, die (…) [de maatschap] op voorhand niet had kunnen weten, alleen pas na het ongeval.
Vraag 4.
Geven de in rov. 3.7.1 van het tussenarrest van juni 2017 vermelde constateringen van de deskundige [deskundige aan de zijde van geintimeerde] en de in rov. 3.7.2 van dat arrest vermelde standpunten van partijen U aanleiding tot nadere opmerkingen, en zo ja, welke ?
Antwoord.
Zie de antwoorden op vraag 1 t/m 3.