6.1.Het gaat in deze zaak om het volgende. Partijen zijn buren van elkaar. [appellant] c.s. wonen aan de [adres 1] te [plaats] en [geïntimeerde 1] c.s. wonen aan de [adres 2] te [plaats] .
6.1.2.Partijen hebben op 21 april 2015 een vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellingsovereenkomst) gesloten die onder meer het volgende inhoudt (prod. 7 bij inleidende dagvaarding):
“1.
Partij [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] zullen de klimop welke tegen de eigendommen (stal/schuur) van [appellant] in hoogte terugsnoeien, met dien verstande dat de klimop in ieder geval nimmer meer zal gaan overgroeien en in/op/over het dak van de schuur terecht zal komen, nu dit schade kan veroorzaken aan de constructie. Er zal derhalve te allen tijde minimaal moeten worden teruggesnoeid tot de boeiborden, dit over de gehele lengte/oppervlakte van de stal/schuur, ook voor wat betreft de luiken, opdat de klimop nooit meer in/op of over de daken terecht kan komen.
2.
Partij [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] zullen de bomen binnen de verboden zone elk jaar terugsnoeien, opdat er aan de zijde van [appellant] geen sprake zal zijn van overhangende takken of andere hinder/schade/overlast. Bij naleving van deze afspraak zal [appellant] de aanwezigheid van de bomen van [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] binnen de verboden zone gedogen.
3.
Partij [appellant] zal 1 keer per jaar de dakgoot schoon (laten) maken en de eerste 11 meter luiken van de stalmuur op de erfgrens zullen gesloten blijven, tenzij er sprake is van een noodsituatie. (…)
4.
Partij [appellant] zal geen asbestwerkzaamheden aan de schuur uitvoeren op een wijze die illegaal is (dus zonder toereikende beschermingsmaatregelen).”
6.1.3.[geïntimeerde 1] c.s. hebben in februari 2016 stammen van de klimop doorgezaagd.
6.1.4.[appellant] c.s. hebben in eerste aanleg (samengevat) gevorderd, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
[geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen zich stipt te houden aan de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst van 21 april 2015, waarbij zij verplicht zijn de klimop welke tegen de eigendommen (stal/schuur) van [appellant] groeit in hoogte terug te snoeien, met dien verstande dat de klimop in ieder geval nimmer (meer) zal gaan overgroeien en in/op/over het dak van de schuur van [appellant] terecht zal komen, waarbij te allen tijde minimaal moet worden teruggesnoeid tot de boeiboorden, dit over de gehele lengte/oppervlakte van de stal/schuur van [appellant] , ook voor wat betreft de luiken, opdat de klimop nooit meer in/op of over de daken van [appellant] terecht kan komen alsmede zijn [geïntimeerde 1] c.s. verplicht de bomen binnen de verboden zone elk jaar terug te snoeien, opdat er aan de zijde van [appellant] geen sprake zal zijn van overhangende takken of andere hinder/schade/overlast, binnen twee weken na datum vonnis, op straffe van een dwangsom;
[geïntimeerde 1] c.s. te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van de wijnranken met beplanting, dan wel de beplanting, welke tegen de muur die in eigendom toebehoort aan [appellant] , groeien en zich te onthouden van het aanbrengen van zaken aan, in of tegen eigendommen van [appellant] , binnen twee weken na datum vonnis, op straffe van een dwangsom,
met veroordeling van [geïntimeerde 1] c.s. in de proceskosten en de nakosten.
6.1.5.Aan hun vordering hebben [appellant] c.s. ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde 1] c.s. zich niet houden aan artikel 1 van de vaststellingsovereenkomst omdat [geïntimeerde 1] c.s. pas na verzoeken en sommaties van (de advocaat van) [appellant] c.s., en dus niet preventief, de klimop snoeien waardoor deze weer over het dak van [appellant] c.s. is gegroeid. Voor de bomen geldt dat deze evenmin (preventief) worden teruggesnoeid. Verder hebben [geïntimeerde 1] c.s. volgens [appellant] c.s. zonder toestemming wijnranken geplant, die ook voor het pand van [appellant] c.s. zijn gegroeid en die zich binnen de verboden zone van vijftig centimeter van de erfgrens bevinden. Daarom handelen [geïntimeerde 1] c.s. onrechtmatig.
6.1.6.In reconventie hebben [geïntimeerde 1] c.s. (samengevat) gevorderd dat
[appellant] c.s. veroordeeld worden om binnen twee weken na datum vonnis de hemelwaterafvoer zodanig te repareren, althans in orde te maken dat deze niet meer overloopt en afwatert op het perceel van [geïntimeerde 1] c.s., op straffe van een dwangsom;
[appellant] c.s. veroordeeld worden om artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst na te komen, op straffe van een dwangsom;
[appellant] c.s. veroordeeld worden om artikel 3 van de vaststellingsovereenkomst na te komen, op straffe van een dwangsom,
met veroordeling van [appellant] c.s. in de proceskosten.
6.1.7.Aan deze vordering hebben [geïntimeerde 1] c.s. ten grondslag gelegd dat de hemelwaterafvoer van [appellant] c.s. niet goed afwatert, waardoor er water over de dakgoot stroomt, met name bij flinke regenval. Verder hebben [appellant] c.s. gehandeld in strijd met artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst door zonder voorzorgsmaatregelen zonnepanelen te plaatsen en later een zonnepaneel te herplaatsen op een dak waarin asbest is verwerkt. Voorts houden [appellant] c.s. zich niet aan artikel 3 van de vaststellingsovereenkomst doordat zij de luiken niet gesloten houden.
6.1.8.Bij tussenvonnis van 8 juni 2016 heeft de rechtbank een descente en comparitie van partijen gelast. De descente en comparitie van partijen hebben op 4 augustus 2016 plaatsgevonden. Bij het proces-verbaal bevindt zich een vijftal foto’s die tijdens de descente zijn genomen.
6.1.9.Bij eindvonnis van 14 december 2016 heeft de rechtbank in conventie geoordeeld dat
- [appellant] c.s. geen belang meer bij hun vordering met betrekking tot de klimop hebben, zodat deze vordering wordt afgewezen;
- de subsidiaire vordering van [appellant] c.s. met betrekking tot de wijnrank wordt toegewezen, op straffe van een dwangsom. Omdat de bladeren van de wijnrank niet tijdig zijn teruggesnoeid en daardoor tegen de gevel van [appellant] c.s. aangroeien hebben [geïntimeerde 1] c.s. inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van [appellant] c.s, wat onrechtmatig is.
De overige vorderingen heeft de rechtbank afgewezen en de rechtbank heeft [geïntimeerde 1] c.s. in de proceskosten en de nakosten veroordeeld.
In reconventie heeft de rechtbank geoordeeld dat de hemelwaterafvoer zodanig ingericht moet worden dat (ook bij noodweer) overstromen wordt voorkomen. [appellant] c.s. zijn veroordeeld tot aanpassing van de hemelwaterafvoer, zodanig dat deze niet meer overloopt en afwatert op het perceel van [geïntimeerde 1] c.s. op straffe van een dwangsom. De overige vorderingen zijn afgewezen, met veroordeling van [appellant] c.s. in de proceskosten.