Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
8.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 31 januari 2017 en de daarin genoemde stukken; in dit arrest is de incidentele vordering van [appellante] ex artikel 843a Rv afgewezen, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten van het incident;
- het tussenarrest van 19 september 2017, waarbij een datum voor pleidooi is bepaald;
- het pleidooi van 19 maart 2018, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de door mr. Van Emden bij H-formulier van 1 maart 2018 toegezonden productie AB en de door mr. Franke bij (fax)brief van 5 maart 2018 toegezonden productie 37, die worden geacht te zijn overgelegd tijdens het pleidooi.
9.De verdere beoordeling (in de hoofdzaak)
- voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] toerekenbaar tekort is geschoten jegens [appellante] ;
- [geïntimeerde] te veroordelen tot (i) vergoeding van de daardoor door [appellante] geleden schade van € 2.330.718,10, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten van
- in 80,66% van de 1162 dossiers die op 12 juli 2012 nog bij [geïntimeerde] liepen, geen adequate dossierbehandeling heeft plaatsgevonden, en dat:
- [appellante] daardoor in totaal € 2.247.946,45 aan schade heeft geleden (1162 x 80,66% x gemiddelde huurderving per dossier van € 2.398,40).
- [appellante] is een grote organisatie die eigen juristen en incassomedewerkers in dienst heeft. [geïntimeerde] verzorgde niet het gehele incassotraject voor [appellante] . De eerste fase van dit traject werd gedaan door de eigen incassomedewerkers van [appellante] . Daarnaast werd een bij [geïntimeerde] lopend incassotraject soms onderbroken omdat [appellante] tussentijds zelf handelde, bijvoorbeeld in de vorm van een gesprek met een huurder waarbij (nieuwe) betalingsafspraken werden gemaakt door [appellante] zelf.
- [appellante] wist dat haar (ex-)huurders in beginsel rente waren verschuldigd over de onbetaald gelaten huur. [appellante] wist ook dat [geïntimeerde] namens haar aanspraak maakte op betaling van die rente. Zij wist dit onder meer door (i) aan haar toegezonden dagvaardingen waarin aanspraak werd gemaakt op betaling van die rente, (ii) aan haar toegezonden vonnissen waarin (ex-)huurders werden veroordeeld tot betaling van die rente, en (iii) zittingen die regelmatig door medewerkers van [appellante] werden bijgewoond.
- Aanvankelijk hield [geïntimeerde] [appellante] schriftelijk op de hoogte van het verloop van een zaak. Sinds ongeveer 2000 heeft [geïntimeerde] haar klanten, waaronder [appellante] , geïnformeerd via haar digitale systemen; eerst via Infonet, en vanaf ongeveer 2007 via het systeem [geïntimeerde] -net/mijn [geïntimeerde] . Klanten, waaronder [appellante] , kunnen inloggen in de systemen van [geïntimeerde] en daarin de actuele status van hun dossier(s) en de relevante stukken inzien. Via de systemen van [geïntimeerde] hebben haar klanten, waaronder [appellante] , een nagenoeg ‘real time’ overzicht van de stand van zaken. [geïntimeerde] heeft de inloggegevens voor haar systemen verstrekt aan diverse medewerkers van [appellante] . Een aantal medewerkers van de incasso-afdeling van [appellante] heeft de systemen van [geïntimeerde] ook regelmatig geraadpleegd. In de systemen van [geïntimeerde] konden de incassomedewerkers van [appellante] zien wat de hoofdvordering was en welk bedrag aan rente en kosten werd gevorderd. De hoofdsom, rente en kosten worden in die systemen als aparte posten benoemd. De incassomedewerkers van [appellante] konden hieruit opmaken dat uitsluitend de hoofdsom werd afgedragen en niet de rente (en de kosten), ook in gevallen waarin de volledige schuld, dus inclusief rente, door de debiteur werd betaald.
- [appellante] wist wat de totale vordering (inclusief rente) in elk individueel dossier was en welk bedrag [geïntimeerde] aan haar afdroeg.
- [appellante] veronderstelt dat zij daardoor in al die 937 dossiers schade heeft geleden;
- [appellante] veronderstelt dat haar schade in ieder geval bestaat uit een gemiddelde huurderving per dossier van € 2.398,40, omdat volgens haar uit het onderzoek van [medewerker 2] ook een dergelijke gemiddelde huurderving per dossier volgt.
per dossieraan de hand van concrete feiten en omstandigheden i) te stellen welke beroepsfout(en) [geïntimeerde] bij de behandeling daarvan heeft gemaakt en ii) de mogelijkheid dat [appellante] schade heeft geleden of zal lijden aannemelijk te maken. Zij heeft dat echter nagelaten ten aanzien van bedoelde 931 dossiers. Nu [appellante] wat die dossiers betreft niet heeft voldaan aan haar stelplicht, is er ook geen plaats voor bewijslevering. Dat betekent dat:
- er niet van kan worden uitgegaan dat [geïntimeerde] bij de behandeling van deze 931 dossiers beroepsfouten heeft gemaakt, en;
- de mogelijkheid dat ter zake die dossiers schade is of zal worden geleden door [appellante] , niet aannemelijk is geworden.