Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
[appellante] ,
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 18 oktober 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald die evenwel geen doorgang heeft gevonden;
- de memorie van grieven van [appellant] van 17 januari 2017 met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het incidenteel appel van [geïntimeerde 1] van 11 april 2017 met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel van [appellant] van 23 mei 2017;
- de akte van [appellant] van 4 juli 2017 met producties en eiswijziging;
- de antwoordakte van [geïntimeerde 1] van 1 augustus 2017.
6.De verdere beoordeling
- [appellant] is eigenaar van de woning, met loods en wei aan het [adres 1] te [plaats] .
- [geïntimeerde 1] is eigenaar van de naastgelegen woning met loods en wei aan het [adres 2] te [plaats] .
- Tussen partijen bestaat al geruime tijd onenigheid over onder meer overbouw bij de erfgrens, de afwatering, de afrastering tussen de percelen en de plaats van bomen langs de erfgrens en de overlast die van die bomen wordt ervaren.
- De kadastrale grens tussen beide percelen is op 25 maart 2014 op verzoek van [appellant] door het Kadaster opgemeten. Van deze opmeting is een relaas van bevindingen opgemaakt; beide partijen gaan uit van deze grensreconstructie van het Kadaster.
in conventie, samengevat, [geïntimeerde 1] hoofdelijk veroordeeld tot verwijdering van de hulst en de drie coniferen, tot verwijdering van het gedeelte van de wand aan de kopse kant van zijn loods (de voorzijde van de
- geïntimeerden in het incidenteel appel hoofdelijk te veroordelen, inhoudende dat wanneer een van de geïntimeerden het gevorderde uitvoert de ander zal zijn gekweten, om binnen 14 dagen na het betekenen van het in deze te wijzen arrest op eigen kosten een opdracht aan het kadaster te verstrekken voor het laten plaatsen van voldoende en behoorlijke waarneembare afpalingstekens, welke de grens tussen de percelen van partijen zullen aanduiden;
- geïntimeerden in het incidenteel appel hoofdelijk te veroordelen, inhoudende dat wanneer een van de geïntimeerden het gevorderde uitvoert de ander zal zijn gekweten, om binnen 14 dagen nadat het kadaster behoorlijk waarneembare afpalingstekens heeft geplaatst, welke afpalingstekens de grens tussen de percelen van partijen zullen markeren, een opdracht aan een ter zake kundig bedrijf te verstrekken om op kosten van geïntimeerden in het incidenteel appel op de grens tussen de percelen van partijen, althans een gedeelte daarvan, een gemeenschappelijke erfafscheiding te plaatsen, te weten vanaf de achterzijde van de loods van [geïntimeerde 1] tot aan het einde van de groentetuin van [geïntimeerde 1] een gesloten betonnen schutting van 2 meter hoog en vanaf het einde van de groentetuin tot aan de achterzijde van de percelen (sloot) een volledig metaalgazen en (groen) geplastificeerd hekwerk van 2 meter hoog.