Uitspraak
Afdeling strafrecht
exart. 279 Sv)
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte had verzet aangetekend tegen een strafbeschikking, maar de politierechter had dit verzet ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De verdachte stelde dat hij nooit had getekend voor akkoord met de strafbeschikking en dat hij pas op 10 februari 2016 op de hoogte was geraakt van de strafbeschikking via een brief van het CJIB. Het hof heeft onderzocht of de termijn voor het instellen van verzet correct was ingegaan. Volgens de wet kan verzet worden gedaan binnen veertien dagen nadat het afschrift van de strafbeschikking in persoon aan de verdachte is uitgereikt of indien de verdachte anderszins bekend is geraakt met de strafbeschikking. Het hof concludeert dat de verdachte niet eerder op de hoogte was dan op 10 februari 2016, waardoor het verzet tijdig was ingesteld. Het hof vernietigt het vonnis van de politierechter en verwijst de zaak terug naar de economische politierechter in de rechtbank Oost-Brabant voor verdere behandeling.