Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Stuurgroep Holland B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Stuurgroep Fleet (Netherlands) B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Hertz,
GMAC,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 14 maart 2017;
- de akte van Hertz van 28 maart 2017, waarin zij heeft aangegeven op welke wijze zij het opgedragen bewijs wenst bij te brengen;
- de akte van Hertz van 23 mei 2017 met producties;
- de antwoordakte van GMAC van 20 juni 2017;
- de akte “overlegging productie en overweging ten aanzien van de procesregie” van Hertz van 9 augustus 2017, die uiteindelijk op 17 januari 2018 is genomen, en waarvan nog enige bladzijden zijn nagezonden, die eveneens gelden als op 17 januari 2018 in het geding te zijn gebracht;
- het proces-verbaal van de enquête van 17 januari 2018;
- het rolbericht van GMAC van 13 februari 2018, waarbij zij haar naamswijziging bekend maakt en waarin zij aangeeft af te zien van contra-enquête;
- de akte van Hertz van 27 februari 2018 met producties;
- de memorie na enquête van Hertz van 10 april 2018;
- de memorie na enquête tevens antwoordakte op de “akte overlegging productie en overweging ten aanzien van de procesregie” van GMAC van 8 mei 2018.
6.De verdere beoordeling
Rekening Courant Stuurgroep Holland BV” (prod. 27);
Schriftelijke verklaring inzake Hertz/GMAC” (prod. 32);
Rapportage onderzoek betalingen verricht aan Hertz in de periode 1 november 2008 t/m 31 maart 2009” (prod. 38);
Overzicht Erkende Schuldvorderingen” (prod 39);
Current Account NEDAM”(prod. 17 inl. dagv.)
Wij hebben begrepen dat u gisteren een brief hebt ontvangen van Hertz met het verzoek een aantal ex-rentals aan Hertz af te staan.
zulks geen onderdeel is geweest van het partijdebat”. In het vonnis van 2 april 2014 heeft de rechtbank onder rov. 3.3. opgenomen dat door GMAC was betwist dat de ex-rentals niet waren betaald door Nedam aan Hertz (een betwisting die onder meer te vinden was in nr 88 cva). De rechtbank is er veronderstellenderwijs vanuit gegaan dat Nedam de vorderingen van Hertz niet had voldaan, zodat aan Hertz om die reden een beroep op een eigendomsvoorbehoud zou toekomen. Het door Nedam betwiste eigendomsvoorbehoud van Hertz ligt ten grondslag van haar vordering, en is als zodanig een essentieel onderdeel van het partijdebat. In het kader van het hoger beroep heeft het hof aan Hertz de gelegenheid geboden de door de rechtbank aangenomen veronderstelling te bewijzen.
ONTVANGEN (datum) ACCOUNTING DEPT”. De 14 verzamelfacturen maken onderdeel uit van de overgelegde facturen.
Current Account Nedam” en de in rov. 6.1.2. onder (i)- (vi) en (xii) genoemde stukken. Drs. [registeraccountant] heeft de volgende onderzoeksvragen beantwoord aan de hand van deze stukken:
Hertz beroept zich, zoals hierna nader zal blijken, op de resultaten van het onderzoek door drs. [registeraccountant] .
Current Account NEDAM” als het rapport van drs. [registeraccountant] volgt dat de 14 verzamelfacturen op een latere datum door Hertz aan Nedam zijn gezonden, dan de datum waarop ze zijn opgemaakt/gegenereerd. Zowel het “
Current Account NEDAM” als het rapport van drs. [registeraccountant] houden namelijk latere data aan als factuurdata. Gelet hierop gaat het hof ervan uit dat de op de overgelegde facturen gestempelde data de data zijn waarop die facturen zijn ontvangen door Nedam. Dat dit zo is, is niet gemotiveerd betwist door GMAC (die slechts wijst op de data waarop de facturen zijn opgemaakt/gegenereerd). Voor wat betreft de 14 verzamelfacturen waar het thans over gaat, betekent dit dat het hof ervan uitgaat dat deze door Hertz aan Nedam zijn gezonden tussen 13 januari en 17 maart 2009 en door laatstgenoemde zijn ontvangen tussen 21 januari en 19 maart 2009.
Het is een samenvatting van onze vorderingen- en schuldenpositie, met betrekking tot Nedam. Ik heb deze gemaakt naar aanleiding van het bericht dat Nedam was opgehouden te betalen. Ik heb dit opgesteld aan de hand van gegevens die [destijds boekhouder bij Hertz] mij had aangeleverd; hij had alle facturen. Ik vermoed dat dit was in maart 2009. In de linker kolom staat NE1, daarmee wordt bedoeld “Stuurgroep Holland B.V.” en de rekeningnummers [rekeningnummer 3] tot [rekeningnummer 4] betreffen facturen die wij aan Nedam hebben gezonden met betrekking tot verkochte auto’s. Voor wat betreft Stuurgroep Fleet Netherlands B.V., staan in die kolom vermeld de factuurnummers [factuur 4] tot [factuur 5] , met de vermelding “NE5”. De auto’s die in al deze facturen zijn genoemd, zijn onbetaald gebleven.
Hertz heeft overgelegd de rekening-courantoverzichten van 5 december 2008, 19 december 2008 en 29 januari 2009. Op deze overzichten komen - onbetwist - de 14 verzamelfacturen niet voor, hetgeen eveneens bijdraagt aan het bewijs dat de 150 ex-rentals (niet in de verrekening betrokken zijn en dus) niet betaald zijn.
6.4.4. Door GMAC is opgemerkt dat de onderliggende verzamelstaten (die aan de verreken-overzichten ten grondslag lagen) niet in het geding zijn gebracht.
Eind jaren ‘80 is onze samenwerking met Nedam begonnen. Wij hebben toen afgesproken om zo min mogelijk administratieve rompslomp te veroorzaken en om op basis van onze relatie in rekening-courant te verrekenen. Per week vermeldden wij de auto’s die retour gingen (de ex-rentals) op een lijst. Nedam beschreef op een lijst de nieuwe auto’s. Nedam leverde die lijst aan bij [destijds boekhouder bij Hertz] . Op deze manier werkten wij met dezelfde lijsten en konden wij het saldo vaststellen. Wij kwamen niet fysiek bij elkaar, het ging allemaal telefonisch en op de beide kantoren werden de lijsten vergeleken, waarna een afrekening plaatsvond. Afhankelijk van het saldo, betaalde Hertz aan Nedam of Nedam aan Hertz.
wij één keer per maand. Ik merk op dat wij altijd met een schone maandafrekening werkten. Amerikaanse bedrijven hanteren strakke accountingsregels en elke maand maakten wij een afrekening. Wij lieten het niet van de ene op de andere maand overgaan. Wat wel kon, was dat handelingen in de laatste week van de maand eerst in de opvolgende maand werden verrekend (met handelingen bedoel ik auto’s in of auto’s uit).
Wij werkten in dit verband ook samen met Hertz. Ik deed de administratie van dit hele proces samen met mijn collega [medewerker bij Nedam] . Het financiële gedeelte werd gedaan door de financiële administratie. Oorspronkelijk was Nedam zelfstandig en had speciale bankrekeningen ten behoeve van dit proces. Toen rekenden wij één keer per maand met de rentals af in rekening-courant. In 2003 zijn wij overgenomen door [groep] en die handhaafde deze wijze van afrekening in rekening-courant.
“*OPEL*”aan Stuurgroep Fleet heeft betaald. Deze betaling betrof een kwestie die niet ziet op de 150 ex-rentals. Uit de bankafschriften en het genoemde rapport blijkt verder dat op 12 februari 2009 een bedrag van € 600.000,00 onder de omschrijving
“ [omschrijving 1] en [omschrijving 2] ”is betaald aan Stuurgroep Fleet.
Verrekening openstaand saldo R.C. overzicht 29-01-09”. Het verschil met het daadwerkelijke openstaande saldo per 29 januari 2000 is € 2.818,00 (teveel betaald door Nedam). Hertz heeft - niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist - gesteld dat na 12 februari 2009 geen betalingen op de genoemde rekening bij BNP Paribas meer zijn ontvangen van Nedam (dan wel GMAC ten behoeve van Nedam), zodat het hof uitgaat van de juistheid van deze stelling.
(..) Voorts kan ik over de communicatie tussen Hertz en GMAC over de onbetaalde 155 ex-rentals het volgende zeggen: dit was de eerste keer dat de betaling van Nedam kant achterwege bleef. Ik heb daarom [(statutair) algemeen directeur van Hertz] verzocht, de toenmalige directeur, contact op te nemen met Nedam (..)”.
Het spirituele gedeelte van die verklaring zijn dus mijn eigen woorden en een gedeelte niet, maar het klopt wel. Ik blijf er wel achter staan.”
[destijds directeur van Nedam] , destijds directeur van Nedam. Hoewel GMAC de echtheid van deze gestelde e-mails in twijfel trekt – onder meer omdat er geen duidelijke email header op staat – heeft het hof geen aanwijzingen dat dit valse/vervalste stukken zouden zijn en dat de overgelegde schriftelijke verklaring van [(statutair) algemeen directeur van Hertz] (waarin onder meer staat “
Bijlagen email Hierbij ingesloten”) niet zouden stroken met de waarheid.
Ondanks herhaalde verzoeken en toezeggingen van jou kant komen we vanmorgen wederom tot de vervelende conclusie dat er geen enkele betaling op onze rekening is bijgeschreven”
en
“
Gezien de huidige situatie waarin we verkeren mbt de achterstallige betalingen zoals we die ook vandaag nog met elkaar hebben besproken (..)” (prod. 34 Hertz).
Ik leg zojuist de telefoon neer na een hectische dag om de Nedam poen binnen te slepen. (..)” (prod. 35 Hertz).
Een paar weken voor maart 2009 hoorde ik van de problemen bij [groep] en toen ben ik al signalen af gaan geven richting Nedam. [destijds directeur van Nedam] van Nedam stelde ons echter steeds gerust. Op het moment dat ik van [destijds directeur van Nedam] het bericht kreeg dat hij bij [holding] Holding niet verder kwam, ben ik dingen gaan vastleggen. Ik ben toen ook, ik meen samen met [Finance Business Partner bij Hertz] , op bezoek gegaan bij [holding] Holding en heb toen gesproken over onze onbetaalde auto’s.(..)
Toen dacht ik “als die auto’s niet betaald zijn, willen wij ze terug”. Daarop heb ik een beroep gedaan op ons eigendomsvoorbehoud en toen bleek dat ze door GMAC waren doorverkocht.(..)
Mr. Bos wijst mij op (..) mijn brief van 30 maart 2009 aan Nedam met een lijst van 202 voertuigen. Hij vraagt mij of dit naar mijn beste weten de onbetaalde auto’s zijn, waar het hier over gaat. Ik antwoord: absoluut. U vraagt mij hoe ik dat zo absoluut weet. Ik antwoord dat de dag voordat deze brief verzonden werd, ik samen met [medewerker van Fleet 1] en [medewerker van Fleet 2] van Fleet deze lijst heb afgecheckt en dit waren de auto’s die niet onder controle waren, dat betekent: de auto’s die niet betaald waren. Nu dit wordt voorgelezen, voeg ik toe dat de lijst is samengesteld door de afdeling Fleet na contact met de afdeling Finance.”
In 2008 zijn wij administratief gekoppeld aan [groep] . Dat betekent dat onze computer en onze bankrekening gekoppeld werden aan [groep] . Wij hadden geen directe zeggenschap meer over onze bankrekeningen en moesten daarvoor toestemming vragen aan [groep] . In november/december 2008 kreeg [groep] betalingsproblemen. Wij moesten toen van tevoren maandelijks opgeven hoeveel geld wij ongeveer nodig zouden hebben en [groep] bepaalde vervolgens of wij onze rekeningen konden betalen of niet. Wij moesten dus afwachten wat [groep] zei. Wekelijks hadden wij hierover discussie. Ik begrijp dat op een gegeven moment een bankenconsortium degene was die besliste wat er betaald mocht worden en dus ook besliste of wij toestemming kregen om aan de internationale rentals te betalen. In december 2008 hebben wij contact gehad met GMAC naar aanleiding waarvan zij rechtstreeks aan de internationale rentals hebben betaald in voorkomende gevallen. Half maart heeft GMAC die betalingen gestopt en ging alles on hold. Nedam had zelf geen geld (althans niet de beschikking over geld) en GMAC betaald[e]
evenmin, dus alle betalingen stopten.”
Ik denk dat de auto’s die in februari geleverd waren, niet meer betaald waren. Nu ik dit verklaar, realiseer ik mij dat 155 auto’s in één maand wel erg veel is, dus ik denk dat er ook auto’s van januari bij kunnen zitten en misschien een paar van december. Ik heb contact gehad met Nedam en van de totale onbetaalde auto’s zijn er 30 of 40 betaald of teruggebracht. Dat weet ik niet meer precies. Het saldo van de onbetaalde auto’s was toen 155.”
in het geheel niet meerbetalen door Nedam aan Hertz ook impliceert dat zij op de twee in de bewijsopdracht genoemde data de 150 ex-rentals nog niet had betaald. Deze vielen dus alle 150 onder het ingeroepen eigendomsvoorbehoud van Hertz. Nedam is op 15 april 2009 failliet gegaan en de auto’s die aldaar nog aanwezig waren, zijn in de boedel gevallen. Daaronder vielen echter niet de 150 ex-rentals waar het nu om gaat, die nog eigendom waren van Hertz.
Het argument dat Hertz ontleent aan de afname van het volume aan nieuwe auto’s in relatie tot het volume aan tweedehands auto’s gaat niet op, omdat aan het begin van de samenwerking de situatie andersom was: toen had juist Hertz belang bij een doorleverbevoegdheid van Nedam met betrekking tot de door deze van GMAC verkregen nieuwe auto’s. Ook in deze schakel was, zo heeft het hof hiervoor vastgesteld, een eigendomsvoorbehoud bedongen. Daarmee acht het hof het argument van Hertz, dat alle schakels in het Rental Programma een eigendomsvoorbehoud – zonder bevoegdheidsclausule – hadden bedongen, en dat het niet zou stroken met dit sluitende systeem, wanneer één van de (tussen)schakels haar verkrijger bevoegd zou maken te vervreemden, voldoende weerlegd: juist alle schakels hadden op enig moment belang bij de vervreemdingsbevoegdheid van hun wederpartij(en).
maart jl (..) jegens Nedam haar eigendomsvoorbehoud en het recht van reclame ingeroepen en verzocht de auto’s onmiddellijk ter beschikking te stellen (..)”.
Vast staat dat de overdacht door Nedam aan GMAC anders dan om niet was, en dat daarbij het bezit aan de verkrijger is verschaft.
er was geen ruimte binnen de rekening-courantverhouding” (aldus GMAC, cva nr 50). GMAC had op dat moment zelf ruim 3 miljoen euro tegoed van Nedam, nog los van wat zij te vorderen had van andere aan [groep] gelieerde vennootschappen, zo heeft zij gesteld bij cva.
Naar wij hebben begrepen heeft Hertz daarvoor geen betaling ontvangen. Dat houdt ongetwijfeld verband met de problemen binnen de [groep] groep waartoe Nedam behoort.”.Tijdens het pleidooi voor dit hof is door GMAC gesteld dat het juist is dat de [groep] -groep door de GMAC groep - namelijk door GMAC Duitsland - werd gefinancierd, maar dat GMAC Nederland desalniettemin geen signalen had ontvangen dat het niet goed zou gaan met de Nederlandse Opel dealers (zoals Nedam). Er is door GMAC niet ontkend dat er liquiditeitsproblemen waren (bij Nedam), Nedam kon niet betalen voordat zij goedkeuring van het hoofdkantoor in [kantoorplaats] kreeg maar dat er solvabiliteitsproblemen waren kwam pas in maart 2009 aan de orde, zo verklaarde de heer [getuige] van GMAC tijdens pleidooi.
Die goede trouw van artikel 7:42 BW betrof de beschikkingsbevoegdheid van zijn onmiddellijke voorganger (GMAC). De inroeping van het reclamerecht was echter gerelateerd aan de beperking van de beschikkingsbevoegdheid van Nedam. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden zal van de Deelnemende Opel Dealer niet alleen verwacht kunnen worden dat hij op de hoogte was van de beschikkingsonbevoegdheid van Nedam, of dat hij daar een onderzoek naar zou instellen. Dergelijke omstandigheden zijn gesteld noch gebleken.