ECLI:NL:GHSHE:2018:4752

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 oktober 2018
Publicatiedatum
16 november 2018
Zaaknummer
000949-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing vordering tot gevangenhouding met betrekking tot verdachte met complexe psychiatrische problematiek

In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door het openbaar ministerie tegen de afwijzing van de vordering tot gevangenhouding van de verdachte door de rechtbank Limburg. De rechtbank had op 20 september 2018 de vordering tot gevangenhouding afgewezen op basis van artikel 67a, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 oktober 2018 de zaak behandeld en is tot de conclusie gekomen dat de situatie zoals door de rechtbank geschetst niet van toepassing is. Het hof overweegt dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, die wordt verdacht van bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling van drie politieagenten. Het hof heeft kennisgenomen van de psychiatrische problematiek van de verdachte, die een hoog risico op recidive met zich meebrengt. Ondanks de medicatie en de fragiele toestand van de verdachte, is het hof van mening dat er geen voorwaarden zijn die kunnen bijdragen aan een veilige schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft daarom het hoger beroep toegewezen, de beschikking van de rechtbank vernietigd en een bevel tot gevangenhouding voor de duur van 60 dagen afgegeven. Tevens is de vordering tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: AVNR. 000949-18
Parketnummer 1e aanleg: 03-659269-18
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Limburg van 21 september 2018, waarbij door de officier van justitie in de zaak tegen:

[verdachte]

geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Limburg van 20 september 2018, bij welke beschikking de vordering tot gevangenhouding van [verdachte] werd afgewezen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft kennis genomen van de akte rechtsmiddel waaruit blijkt dat de officier van justitie tijdig beroep heeft aangetekend tegen de afwijzing van de vordering tot het verlenen van een bevel gevangenhouding voor de duur van zestig dagen.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal alsmede de raadsman van verdachte.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht althans met zware mishandeling, gericht tegen drie agenten van politie. Het dossier bevat naar het oordeel van het hof voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten.
De rechtbank heeft de vordering tot het verlenen van een bevel gevangenhouding van verdachte afgewezen op grond van het bepaalde in artikel 67a, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof is van oordeel dat deze situatie zich niet voordoet, temeer nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat aan verdachte -indien de aan hem verweten feiten worden bewezen verklaard en hij daarvoor wordt veroordeeld- een vrijheidsbenemende maatregel zal worden opgelegd waarbij de tijd die door verdachte in voorarrest is doorgebracht niet in mindering zal worden gebracht.
Het hof zal het hoger beroep derhalve toewijzen en een bevel tot gevangenhouding voor de duur van 60 dagen afgeven.
Ter zitting in raadkamer is door de advocaat-generaal tevens gevorderd dat het hof de voorlopige hechtenis met de in de wet genoemde algemene voorwaarden zal schorsen.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het dossier blijkt dat er bij verdachte sprake is van complexe psychiatrische problematiek die mede leidt tot strafbare gedragingen zoals die thans aan verdachte worden verweten. Gelet op de zich in het dossier bevindende rapportages is bij verdachte sprake van een hoog risico op recidive, letselschade en onttrekking aan de voorwaarden. Verder is tijdens de behandeling in raadkamer gebleken dat verdachte thans weliswaar op medicatie is ingesteld maar dat sprake is van een fragiel evenwicht, waarbij verdachte zeer gevoelig is voor ontregeling door stress, reden waarom de behandelaar verdachte heeft ontraden de behandeling in raadkamer bij te wonen. Gelet hierop ziet het hof vooralsnog niet welke voorwaarden, te stellen aan een schorsing van een voorlopige hechtenis, kunnen bijdragen aan het terugbrengen van het gevaar voor herhaling.
Het hof heeft hierbij mede in aanmerking genomen dat civielrechtelijk kennelijk geen mogelijkheden meer bestaan om verdachte op te vangen en aldus de maatschappij afdoende te beschermen.
Het hof wijst af de vordering tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst toe het hoger beroep.

Vernietigt de beschikking waarvan beroep.

Beveeltde
gevangenhoudingvan verdachte voor de duur van
60(zegge: zestig)
dagen.
Wijst afde vordering van de advocaat-generaal tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 11 oktober 2018
door mr. R.R. Everaars-Katerberg, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mw. J. van Zanten, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 11 oktober 2018
Gezien d.d.
De directeur van