Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
BESCHIKKENDE
met ingang van [datum] tot aan de dag van de uitspraak in hoger beroep.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie en grootschalige teelt van hennep. Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis in behandeling genomen, waarbij het hof de verdachte en zijn raadsman, alsook de advocaat-generaal heeft gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken uit het dossier en heeft overwogen dat de vrijheidsbeneming van de verdachte rust op artikel 5 lid 1 sub a van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Dit houdt in dat het recht van de verdachte om zijn berechting in vrijheid af te wachten niet langer van toepassing is, aangezien er al een berechting door een bevoegde rechter heeft plaatsgevonden.
Het hof heeft vastgesteld dat de ruimte voor schorsing van de voorlopige hechtenis beperkt is en alleen mogelijk is bij bijzondere omstandigheden die het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder laten wegen dan het belang van de samenleving bij voortzetting van de voorlopige hechtenis. In deze zaak zijn er echter omstandigheden die de schorsing rechtvaardigen, zoals de duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf en het feit dat de verdachte al geruime tijd in voorarrest heeft gezeten. Het hof heeft daarom besloten de voorlopige hechtenis te schorsen onder bepaalde voorwaarden, waarbij het belang van de verdachte bij schorsing groter is dan het strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis.
De beschikking houdt in dat de voorlopige hechtenis van de verdachte wordt geschorst met ingang van een bepaalde datum tot aan de uitspraak in hoger beroep, onder voorwaarden die de verdachte moet naleven. Het hof heeft de beschikking ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, waarbij is opgemerkt dat één van de rechters buiten staat was om de beschikking mede te ondertekenen.