Uitspraak
6.Het verdere verloop van het geding
7.De verdere beoordeling
zonder meerdoor Gemeente Boxmeer aan [appellante] zouden worden vergoed. Ook voor het overige heeft [appellante] geen aanvullend bewijs bijgebracht.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een gebruiksovereenkomst tussen de projectontwikkelaar [projects] Projects B.V. en de Gemeente Boxmeer met betrekking tot de verkoop van een voormalig klooster. De projectontwikkelaar vorderde schadevergoeding omdat de kosten van energie hoger uitvielen dan verwacht en de verkoop niet doorging. De centrale vraag was of er sprake was van dwaling en of er nadere afspraken waren gemaakt over de energiekosten. Het hof moest beoordelen of de projectontwikkelaar in haar bewijslevering was geslaagd.
Tijdens de procedure zijn getuigen gehoord, waaronder bestuurders van de projectontwikkelaar en voormalige ambtenaren van de gemeente. De getuigenverklaringen waren echter niet voldoende om de vordering van de projectontwikkelaar te onderbouwen. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de partijgetuigen niet als voldoende aanvullend bewijs konden dienen, en dat de projectontwikkelaar niet aan de bewijsopdracht had voldaan. Hierdoor werden de grieven van de projectontwikkelaar verworpen.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 9 december 2015, waarbij de projectontwikkelaar in het ongelijk werd gesteld en werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 6 februari 2018.