ECLI:NL:GHSHE:2018:4690
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van partneralimentatie na echtscheiding met betrekking tot de behoefte en draagkracht van partijen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 november 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie tussen de man en de vrouw na hun echtscheiding. Het huwelijk van partijen is op 8 mei 2017 ontbonden, en de man heeft op 26 februari 2018 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De vrouw heeft op 24 april 2018 een verweerschrift ingediend, waarin zij ook incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 oktober 2018, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten.
Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking en de ingediende stukken. De man heeft verzocht om de partneralimentatie te verhogen naar € 6.892,- per maand, terwijl de vrouw heeft verzocht om de alimentatie op nihil te stellen. Het hof heeft de behoefte van de man vastgesteld op € 3.400,- netto per maand, rekening houdend met zijn zorg voor de minderjarige kinderen en zijn verwachte inkomen. De vrouw heeft een inkomen van € 108.000,- bruto per jaar, wat het hof als uitgangspunt heeft genomen voor de berekening van haar draagkracht.
Uiteindelijk heeft het hof beslist dat de vrouw met ingang van 1 februari 2018 een bijdrage van € 2.000,- per maand aan de man moet betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft afgewezen wat verder is verzocht. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.