ECLI:NL:GHSHE:2018:4689
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarigen door de GI
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van ouders tegen de beschikkingen van de rechtbank Limburg, waarbij machtigingen tot uithuisplaatsing van hun drie minderjarige kinderen zijn verleend. De ouders, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.F.G. Bergmans-Jeurissen, hebben de beschikkingen van 7 juni, 20 juni en 17 september 2018 aangevochten, waarin de rechtbank de uithuisplaatsing van de kinderen heeft goedgekeurd. De ouders stellen dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk is en dat de ondertoezichtstelling voldoende is om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen. Ze betogen dat de zorgen van de gecertificeerde instelling (GI) zijn uitvergroot en dat alternatieve mogelijkheden voor hulp niet zijn onderzocht.
De GI heeft in haar verweerschrift aangegeven dat de veiligheid van de kinderen in gevaar was en dat ambulante hulpverlening niet toereikend was. Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat de kinderen in crisispleeggezinnen zijn geplaatst en inmiddels bij de grootouders vaderszijde verblijven. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen waren over de hygiëne en veiligheid in de thuissituatie van de kinderen. De ouders hebben niet kunnen aantonen dat de uithuisplaatsing niet noodzakelijk was.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de bestreden beschikkingen van de rechtbank moeten worden bekrachtigd, omdat de uithuisplaatsing noodzakelijk was in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen. Het hof heeft de GI aangeraden om vervolgonderzoek te laten verrichten naar de situatie van de ouders en kinderen in de thuissituatie.