3.2Het hof gaat uit van de navolgende feiten.
Partijen sloten een arbeidsovereenkomst waarbij [geïntimeerde] zich met ingang van 1 maart 2009 verbond om in dienst van (de rechtsvoorganger van) [The Way of Beauty] tegen loon arbeid te verrichten. [geïntimeerde] werkte in de functie van hairstylist 3 voor 16 uren per week. Partijen hebben een hiervoor opgemaakte schriftelijke overeenkomst (hierna: arbeidscontract) ondertekend.
Artikel 9 arbeidscontract bepaalt:
“Werkneemster zal zonder schriftelijke toestemming van werkgever geen werkzaamheden voor derden verrichten gelijk of naar aard gelijk aan de voor werkgever te verrichten werkzaamheden en zich onthouden van zaken doen voor eigen rekening.
Wanneer werkneemster besluit de dienstbetrekking te beëindigen, verklaart zij dat zij gedurende een jaar na einde van de dienstbetrekking in een cirkel met een straal van 10 km en het bedrijf van werkgever als middelpunt, zelf geen soortgelijke onderneming zal (mede-)exploiteren. Dit op straffe van een boete van€
5.000,00 vermeerderd met€
100,00 per dag dat de overtreding voortduurt.”
[geïntimeerde] is met ingang van 18 juni 2013 ziekgemeld voor haar werk bij [The Way of Beauty] .
De schoonheids- of kapsalon van [The Way of Beauty] was ten tijde in geding zaakdoende in [vestigingsplaats] , waar ook Kapsalon [kapsalon] van mevrouw [eigenaresse van de kapsalon] is gevestigd.
Bij op 24 november 2014 gedateerde brief (hierna: ontslagbrief) schreef [The Way of Beauty] aan [geïntimeerde] :
“Met deze brief bevestig ik het gesprek van 24 november 2014, waarin u namens [The Way of Beauty] the way of Beauty B.V. is medegedeeld dat uw dienstverband met onmiddellijke ingang is beëindigd.
De reden voor dit ontslag op staande voet is met u besproken.
Kort samengevat komt het erop neer dat u tijdens uw arbeidsongeschiktheid, zonder (schriftelijke) toestemming van ons als uw werkgever, nevenwerkzaamheden voor derden, aan het verrichten bent die van gelijke of naar aard gelijk zijn aan de werkzaamheden waarvoor u in dienst bent bij uw werkgever [The Way of Beauty] the way of Beauty.
(…)
Met deze handelwijze en gedragingen:
- handelt u in strijd zoals een goed werknemer zich gedraagt
- handelt u in strijd met bepalingen 8 en 9 uit uw arbeidsovereenkomst
- (…)
De omstandigheid dat dit plaatsvindt in een periode waarin u 100% arbeidsongeschikt bent, maakt deze nevenactiviteit des te ernstiger.
(…) Van ons kan niet langer gevergd worden het dienstverband met u nog langer te laten voortbestaan.
De opzegging van uw dienstverband met onmiddellijke ingang heeft tot gevolg dat uw arbeidsovereenkomst geëindigd is.
(…)
Hoogachtend,
[ondertekenaar brief]
[The Way of Beauty] the way of Beauty”
In reactie op de ontslagbrief schreef (de advocaat van) [geïntimeerde] bij op 3 december 2014 gedateerde brief aan [The Way of Beauty] :
“Op de eerste plaats is cliënte niets bekend met betrekking tot een gesprek d.d. 24 november 2014, waaraan U in de 1e alinea van Uw schrijven refereert.
(…) Er heeft geen enkel gesprek omtrent een ontslag op staande voet, laat staan dat er een reden zou zijn medegedeeld, met cliënte plaatsgevonden.
Cliënte heeft daarnaast nimmer nevenwerkzaamheden voor derden verricht, welke gelijk of naar de aard gelijk zouden zijn aan de werkzaamheden waarvoor zij in dienst is bij [The Way of Beauty] the way of Beauty BV.
Uw veronderstelling daaromtrent slaat aldus kant noch wal.
(…)
Cliënte is niet door U mondeling geconfronteerd met welk feit dan ook, laat staan dat zij enige gedraging zou hebben erkend, als door U vermeld in Uw schrijven van 24 november 2014.
(…)
Ik stel vast dat cliënte zich steeds als een goed werkneemster heeft gedragen, zij nimmer in strijd heeft gehandeld met de bepalingen uit de arbeidsovereenkomst (…).
Cliënte was en blijft 100% arbeidsongeschikt.
(…)
Er is geen sprake van een dringende reden, laat staan dat een dringende reden voor cliënte kenbaar zou zijn, of zou zijn geweest. Ook heeft zij op geen enkele wijze het vertrouwen van werkgever geschaad, zodat het dienstverband onverminderd voortduurt.
Ik verzoek, en zover nodig sommeer ik U, om met onmiddellijke ingang de loonbetalingen te hervatten, uitgaande van een 100% arbeidsongeschiktheid van cliënte, bij gebreke waarvan ik U reeds nu voor alsdan in gebreke stel, indien niet uiterlijk 6 december 2014 de loonverplichtingen zijn voldaan.”
Bij onder zaaknummer 4146986\AZ VERZ 15-145 gewezen beschikking van 23 september 2015 heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg zittingsplaats Roermond de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 oktober 2015 ontbonden voor zover in rechte onherroepelijk wordt vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst niet reeds op of omstreeks 24 november 2014 is geëindigd.