Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[de vennootschap] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 28 maart 2017 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 mei 2017;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde 1] met een productie;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde 2] met een productie;
- het op 10 oktober 2018 gehouden pleidooi, waarbij partij [appellante] en [appellant] pleitnotities heeft overgelegd;
- de bij brief van 25 september 2018 door partij [appellante] en [appellant] toegezonden producties 33 tot en met 37, die bij het pleidooi bij akte in het geding zijn gebracht.