3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. [appellant] houdt zich, via zijn eenmanszaak [eenmanszaak] , onder meer bezig met de advisering op het gebied van strategie, business development en commercie.
b. [geïntimeerde] houdt zich bezig met het creëren van kwantitatieve modellen ten behoeve van bedrijfsprocessen.
c. [appellant] heeft werkzaamheden voor [geïntimeerde] verricht die inhielden dat [appellant] ten behoeve van [geïntimeerde] contacten heeft gelegd in het bedrijfsleven.
d. In een e-mailbericht van 17 oktober 2016 aan [geïntimeerde] heeft [appellant] onder andere geschreven: ‘
Dit doen we voor een periode van half jaar’. [appellant] heeft vanaf november 2016 – in elk geval aanvankelijk zonder schriftelijk vastgelegde afspraken – diensten verleend aan [geïntimeerde] (grieven, 9).
e. Op 21 december 2016 heeft [appellant] voor zijn werkzaamheden aan [geïntimeerde] een concept samenwerkingsovereenkomst en side letter verstuurd. In het concept samenwerkingsovereenkomst staat onder meer het volgende vermeld:
‘
De werkzaamheden zijn gestart op: 1 november 2016
Samenwerkingsperiode : minimaal een jaar met de intentie voor langdurige en uitgebreidere samenwerking
Werkzaamheden : in overleg, met een min. van 8 uren p/week
Uurtarief : normaal tarief 150,00 euro per uur excl. btw
korting 50% i.v.m. delen risico en tonen ondernemerschap. Reistijd is werktijd.
(…)
Per maand wordt gefactureerd en wordt een urenstaat vooraf overgelegd ter goedkeuring.’
f. [geïntimeerde] heeft diezelfde dag via een e-mailbericht naar [appellant] gereageerd en onder meer aangegeven dat in voormeld concept evaluatiemomenten moeten worden ingebouwd na de eerste 3 en 6 maanden en dat tegen die tijd duidelijk is of ze verder moeten gaan samenwerken.
g. Op 14 januari 2017 heeft [appellant] aan [geïntimeerde] via e-mail de bijlage ‘c
oncept contract [geïntimeerde] def’gestuurd. Hierop heeft [geïntimeerde] niet gereageerd.
h. [appellant] heeft zijn werkzaamheden maandelijks aan [geïntimeerde] gefactureerd. [geïntimeerde] heeft de facturen over de maanden november 2016 tot en met februari 2017 voldaan.
i. Op 14 maart 2017 laat de heer [partner] (partner van [geïntimeerde] ) telefonisch aan [appellant] weten dat [geïntimeerde] de samenwerking per direct wil beëindigen. Dit wordt op 16 maart 2017 via een e-mailbericht van de heer [managing partner] (managing partner [geïntimeerde] ) schriftelijk bevestigd.
j. [appellant] heeft hierop, onder voorbehoud van alle rechten, zijn factuur over de eerste weken van maart aan [geïntimeerde] gestuurd. De factuur is door [geïntimeerde] voldaan.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert [appellant] - uitvoerbaar bij voorraad - dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 19.371,43 te vermeerderen met handelsrente of wettelijke rente, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van de procedure inclusief rente.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
[appellant] heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met [geïntimeerde] uit hoofde waarvan hij per 1 november 2016 voor de duur van minimaal een jaar 8 uur per week werkzaamheden voor [geïntimeerde] zou gaan verrichten tegen een gematigd uurtarief van € 75,-. Normaal bedingt hij een uurtarief van € 150,-.
Deze overeenkomst is vastgelegd in een contract en sideletter. Het concept van het contract is aangepast aan de wensen van [geïntimeerde] en op die aangepaste versie heeft [geïntimeerde] niet meer gereageerd, zodat geconcludeerd moet worden dat zij ermee instemt.
Vanaf 1 november 2016 heeft [appellant] werkzaamheden voor [geïntimeerde] uitgevoerd en deze werkzaamheden heeft hij tot en met februari 2017 aan [geïntimeerde] gefactureerd. [geïntimeerde] heeft deze facturen voldaan.
Op 14 maart 2017 kreeg [appellant] telefonisch te horen dat [geïntimeerde] de samenwerking per direct wilde beëindigen. Dit heeft [geïntimeerde] op 16 maart 2017 per e-mail bevestigd.
[appellant] stelt dat hij door de voortijdige beëindiging schade lijdt, te weten de gederfde inkomsten over de resterende (ruim) 32 weken, zijnde een bedrag van € 19.371,41.
3.2.3.[geïntimeerde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.2.4.In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering van [appellant] afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter heeft overwogen dat [geïntimeerde] gemotiveerd heeft bestreden dat een periode van 12 maanden is overeengekomen. Het feit dat zij niet heeft gereageerd op het contract waarin de tijdsduur was opgenomen is onvoldoende reden om aan te nemen dat zij daarmee instemde. De kantonrechter verwijst hierbij naar het e-mailbericht van 21 december 2016, waarin [geïntimeerde] uitdrukkelijk te kennen had gegeven dat zij na drie en zes maanden evaluatiemomenten verlangde. Volgens de kantonrechter kan [geïntimeerde] daarmee in redelijkheid bedoeld hebben dat zij van tijd tot tijd wilde bezien of de samenwerking kon worden voortgezet.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat aan de opdracht geen tijdsduur verbonden was, zodat [geïntimeerde] op elk moment kon opzeggen.