Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte]
€ 3.175,00, bestaande uit € 175,00 materiële schade en € 3.000,00 immateriële schade, met wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel
exartikel 36f Wetboek van Strafrecht tot datzelfde bedrag en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering .
- bepleit dat de verdachte van de primair ten laste gelegde poging tot moord, dan wel poging tot doodslag en de subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling met voorbedachten rade dient te worden vrijgesproken;
- zich met betrekking tot de bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling, dan wel de meer subsidiair ten laste gelegde poging zware mishandeling gerefereerd aan het oordeel van het hof;
- met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] bepleit dat deze zal worden toegewezen overeenkomstig de beslissing van de rechtbank
op het hoofdheeft geslagen en dat hij niet de intentie had om [slachtoffer] te doden, doch dat hij slechts wilde dat die [slachtoffer] op zijn plek bleef zodat hij door de politie kon worden aangehouden. Daartoe heeft hij [slachtoffer] meermalen met een sneeuwschep met kracht op zijn armen en benen geslagen.
(het hof begrijpt: het terrein van de Grote Beek te Eindhoven)twee mannen een geschil hadden. Hij zag duidelijk dat een man met zijn rug op de grond lag en dat hij zijn armen voor zijn hoofd had, in een houding waarin je normaal gezien je hoofd probeert te beschermen. Hij zag voorts dat de andere man vlak bij de man die op de grond lag stond en dat deze man in beide handen een zogenoemde bats vast had, die hij boven zijn hoofd hield. Deze man sloeg meerdere keren op de man op de grond in en hij raakte hem daarbij minimaal twee keer op zijn hoofd. Volgens getuige [getuige 1] waren de slagen voornamelijk gericht op het hoofd van het slachtoffer. Na een aantal slagen zag hij vervolgens dat de man wegliep in de richting van de parkeerplaats en in een auto stapte die direct vertrok.
- een wond van 5 cm aan de rechterzijde van het achterhoofd;
- fractuur linker onderarm en prikverwonding van +/- 0,3 cm ter hoogte van de fractuur;
- fractuur linker pols;
- fractuur rechter onderarm en oppervlakkige schaafwonden.
willenberoven. Dat sprake was van vol opzet op de dood van het slachtoffer kan daarom niet worden bewezen.
nietdat de voorbedachte raad daar ook reeds op zag.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bevelen dat vervangende hechtenis voor na te melden duur zal worden toegepast als de verdachte in gebreke blijft bij betaling en geen verhaal biedt, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de op te leggen verplichting tot schadevergoeding niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 6 (zes) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 3.175,00 (drieduizend honderdvijfenzeventig euro) bestaande uit € 175,00 (honderdvijfenzeventig euro) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 3.175,00 (drieduizend honderdvijfenzeventig euro) bestaande uit € 175,00 (honderdvijfenzeventig euro) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
41 (eenenveertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.