Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de brief met bijlagen van GI d.d. 27 september 2018;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 5 oktober 2018.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de minderjarige onder toezicht is gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing is verleend bij de vader. De moeder is van mening dat er geen ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige is en dat een uithuisplaatsing niet noodzakelijk is. De vader en de gecertificeerde instelling (GI) zijn van mening dat de moeder niet in staat is om een veilige opvoedsituatie te bieden. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de moeder niet in staat is om de benodigde stabiliteit en structuur te bieden. Het hof heeft overwogen dat de minderjarige getuige is geweest van huiselijk geweld en dat er zorgen zijn over de opvoedingssituatie bij de moeder. De moeder heeft in het verleden hulp ontvangen, maar heeft niet de noodzakelijke veranderingen kunnen doorvoeren. Het hof concludeert dat de uithuisplaatsing in het belang van de minderjarige is en wijst het verzoek van de moeder af.