ECLI:NL:GHSHE:2018:4572
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.A.R.M. van Leuven
- J.F.A.M. Graafland -Verhaegen
- P. Vlaardingerbroek
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van minderjarige; beoordeling van de noodzaak en verantwoordelijkheid van de moeder
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing en ondertoezichtstelling van een minderjarige, waarbij de moeder in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had de minderjarige onder toezicht gesteld en machtiging verleend aan de gecertificeerde instelling om de minderjarige uit huis te plaatsen. De moeder betwist de noodzaak van deze maatregelen en stelt dat zij voldoende verantwoordelijkheid neemt voor de veiligheid van haar kind. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de moeder, de grootmoeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder in het verleden met persoonlijke problemen heeft geworsteld, maar dat zij recentelijk positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Het hof oordeelt dat er geen noodzaak is voor uithuisplaatsing, aangezien de veiligheid van de minderjarige niet in het geding is. Wel blijft de ondertoezichtstelling noodzakelijk om de voortgang van de hulpverlening te waarborgen. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de uithuisplaatsing, maar bekrachtigt de ondertoezichtstelling.