ECLI:NL:GHSHE:2018:4343

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
23 oktober 2018
Publicatiedatum
23 oktober 2018
Zaaknummer
200.156.742_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindarrest na aanvullend deskundigenbericht over facturen accountantskantoor; geen sprake van valsheid in geschrifte; vordering over en weer m.b.t. vergoeding volledige proceskosten afgewezen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Restaurant [X] B.V. en Holding [X] B.V. tegen Administratie- en Advieskantoor [AAV] B.V. De zaak betreft een geschil over de betaling van facturen die door AAV zijn verzonden aan de appellanten. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen en heeft nu een deskundigenbericht gelast om de authenticiteit en betrouwbaarheid van de facturen te onderzoeken. De appellanten hebben betwist dat zij de gefactureerde bedragen verschuldigd zijn en hebben vragen gesteld over de administratie en de werkzaamheden die aan de facturen ten grondslag liggen.

Het hof heeft in het tussenarrest van 12 juni 2018 AAV toegelaten tot het bewijs dat appellante 1 zelf de handtekening onder de overeenkomsten heeft geplaatst. AAV heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een cd met een telefoongesprek en transcripties. Het hof heeft de deskundige mr. drs. [deskundige 1] RA benoemd om de vragen van beide partijen te beantwoorden over de facturen en de werkzaamheden die zijn verricht. De deskundige moet onder andere vaststellen of de administratie authentiek is en of de gefactureerde werkzaamheden zijn uitgevoerd.

De uitspraak van het hof houdt in dat de zaak naar de rol van 16 oktober 2018 wordt verwezen voor akte aan de zijde van appellante 1. Het hof heeft ook bepaald dat AAV het voorschot op de kosten van de deskundige moet betalen. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.156.742/01
arrest van 23 oktober 2018
in de zaak van

1.[appellante 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
Restaurant [X] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
Holding [X] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
hierna [X] c.s., [appellante 1] , [X] of de Holding genoemd,
advocaat: mr. S.H.O. Aben te Weert,
tegen
Administratie- en Advieskantoor [AAV] B.V. (voorheen genaamd [Y] Accountants B.V.),
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna AAV en/of [Y] genoemd,
advocaat: mr. J.J.H. Post te Barneveld,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 18 november 2014, 26 mei 2015 en 12 juni 2018 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond onder zaaknummer 2382961-13-9781+2383937-13-9780 gewezen vonnis van 2 juli 2014.

11.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 12 juni 2018;
  • de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte uitlaten naar aanleiding van tussenarrest van mr. Aben namens [X] c.s.;
  • de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte uitlating partijen van mr. Post namens AAV met producties;
  • de akte van de griffier van 9 juli 2018 inhoudende het depot van de zijde van AAV van een cd met telefoongesprek van 22 juni 2018 met transcriptie en originele faxlijsten zoals vermeld in de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte van mr. Post.
  • de brief van mr.drs. [deskundige 1] RA van 19 september 2018;
  • de schriftelijke reactie op voormelde brief van mr. drs. [deskundige 1] namens AAV van 3 oktober 2018;
  • het faxbericht namens [X] c.s. van 9 oktober 2018.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

12.De verdere beoordeling

12.1.
Bij het tussenarrest van 12 juni 2018 is AAV toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat [appellante 1] zelf de handtekening onder de overeenkomsten van
12 december 2005 en 16 december 2010 heeft geplaatst. AAV is in de gelegenheid gesteld om zich op de rolzitting van 10 juli 2018 bij akte uit te laten over de wijze waarop zij het bewijs wil leveren. Spoedshalve diende [appellante 1] zich op dezelfde rolzitting bij akte uit te laten over aantal en persoon van de eventueel (voor het geval AAV voormeld bewijs onder meer door middel van een deskundigenbericht zou willen leveren) te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) te stellen vragen.
12.2.
Het kwam het hof, gelet op hetgeen het hof heeft overwogen en geoordeeld in de eerste vier alinea’s van rechtsoverweging 9.5.4.3. van het genoemde tussenarrest, voorts geraden voor om een deskundigenbericht te gelasten, waarbij de onafhankelijke deskundige onder meer onderzoek verricht naar de administratie met betrekking tot alle in het geding zijnde facturen en aan de hand van dat onderzoek vast stelt of AAV op basis van de door haar met [X] en de Holding gesloten overeenkomsten, en rekening houdend met hetgeen het hof dienaangaande heeft overwogen en geoordeeld in de eerste alinea van rechtsoverweging 9.5.4.3., aanspraak kan maken op betaling van de volgens AAV openstaande facturen. Partijen zijn in staat gesteld om zich bij akte uit te laten over het aantal en de persoon/personen van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) te stellen vragen.
12.3.
Partijen hebben zich over een en ander bij akte uitgelaten en voor zover relevant zal het hof die reacties hierna in de verdere beoordeling betrekken.
12.4.
De gestelde hoofdelijke aansprakelijkheid van [appellante 1]
12.4.1.
AAV heeft bij haar akte laten weten dat zij het bewijs dat [appellante 1] zelf de handtekening onder de overeenkomsten van 12 december 2005 en 16 december 2010 heeft geplaatst, wil leveren door middel van de stukken die als producties 45 tot en met 49 aan de akte van 10 juli 2018 van AAV zijn gehecht. Voorts heeft AAV een cd met telefoongesprek van 22 juni 2018 met transcriptie en originele faxlijsten zoals vermeld in de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte van AAV ter griffie van het hof gedeponeerd.
12.4.2.
[appellante 1] heeft nog niet op de thans door AAV overgelegde producties (45 tot en met 49) en de bij het hof gedeponeerde bescheiden kunnen reageren. Het hof zal [appellante 1] in de gelegenheid stellen om dit bij akte alsnog te doen. Van AAV wordt geen antwoordakte verwacht.
12.5.
De verschuldigdheid van de door AAV gefactureerde bedragen
12.5.1.
Bij het tussenarrest van 12 juni 2018 heeft het hof aangegeven een deskundigenbericht te willen gelasten naar de vraag of AAV aanspraak kan maken op betaling van de volgens AAV openstaande facturen. Beide partijen hebben benoeming van één deskundige voorgesteld, waarin het hof hen zal volgen. AAV heeft voorgesteld drs.
[deskundige 2] RA als deskundige te benoemen. [X] c.s. heeft voorgesteld als deskundige te benoemen een forensisch accountant uit het register van de Stichting Nederlands Financieel Forensisch Instituut (NFFI). Nu partijen van mening verschillen over de persoon van de te benoemen deskundige, zal het hof zelf een deskundige benoemen. Het hof is van oordeel dat het geraden voorkomt om de vragen te laten beantwoorden door een registeraccountant. Het hof heeft de heer mr. drs. [deskundige 1] RA bereid en in staat gevonden om als deskundige op te treden. Het hof zal hem dan ook als deskundige benoemen. Het hof overweegt hierbij, dat voorbij wordt gegaan aan het bezwaar dat namens AAV in de brief van 3 oktober 2018 is gemaakt tegen de hoogte van het door de te benoemen deskundige aangegeven voorschot van € 7.700,00 (inclusief 21% omzetbelasting). Het hof acht dit voorschot, gelet op de aard en te verwachten omvang van het door de deskundige te verrichten onderzoek, niet bovenmatig en ziet daarin geen aanleiding om, zoals namens AAV is verzocht, in plaats van de heer [deskundige 1] de door AAV voorgestelde deskundige te benoemen.
12.5.2.
[X] c.s. heeft de volgende vragen voorgesteld:
1. is de administratie waarop de facturen zijn gebaseerd authentiek en
betrouwbaar?
2. geeft de administratie een reëel, inzichtelijk en verifieerbaar beeld van de
op de facturen vermelde werkzaamheden?
3. zijn de facturen authentiek en betrouwbaar en qua chronologie en patroon
consistent?
4. is gebruik gemaakt van een urenregistratiesysteem waarin achteraf (na het
opmaken en versturen van de facturen) geen wijzigingen kunnen worden
doorgevoerd?
5. zijn de in de facturen opgevoerde werkzaamheden door [X] c.s.
opgedragen en door AAV verricht? Zo ja, wanneer en op welke stukken
wordt dat gebaseerd?
6. staat de gefactureerde vergoeding in een redelijke verhouding tot de
verrichte werkzaamheden?
7. kan redelijkerwijs aanspraak worden gemaakt op betaling van de facturen?
12.5.3.
AAV heeft de volgende vragen voorgesteld:
1. Kunt u aan de hand van de in het geding zijnde aangebrachte stukken bij de producties
zoals die zijn toegevoegd bij de inleidende dagvaarding 25 september 2013, conclusie van antwoord in reconventie 24 april 2014, memorie van antwoord 7 juli 2015, en het pleidooi van 17 oktober 2017 vaststellen of de werkzaamheden zoals die zijn gedeclareerd op de in het geding zijnde facturen ook zijn uitgevoerd?
2. Corresponderen de gedeclareerde werkzaamheden op de facturen, die zijn onderbouwd als producties in de processtukken van de eerste aanleg en hoger beroep, met de normaliter daarmee gemoeide uren, ten aanzien van de jaarrekeningen en aangiften en uitleg door AAV hierover?
3. Kunt u zich eveneens vinden in de conclusie van AAV en de deskundigen drs. [deskundige 3] RA van [B] accountants en drs. [deskundige 4] fiscaal-econoom dat de in het geding zijnde facturen zoals verwoord in de conclusie van antwoord in reconventie met daarbij de verwijzingen in de memorie van antwoord en de toegevoegde verklaring van drs. [deskundige 4] bij akte uitlating productie 45 correct zijn?
12.5.4.
Het hof stelt voorop dat de te benoemen deskundige dient te beoordelen of de in het geding zijnde facturen correct zijn, in die zin dat de in de facturen opgevoerde werkzaamheden door [X] c.s. zijn opgedragen en door AAV zijn verricht en dat daarvoor de gefactureerde vergoeding verschuldigd is, gelet op het gehanteerde tarief en, voor zover relevant, het aantal gewerkte uren. Het hof stelt vast dat de door partijen voorgestelde vragen deels overeenkomen met voormeld uitgangspunt. Het hof stelt verder vast dat de vraagstelling van partijen deels verschillen vertoont en dat een aantal van de door partijen voorgestelde vragen suggestief en of onnodig beperkend voor de deskundige kan zijn. Tegen deze achtergrond besluit het hof de hierna vermelde vragen aan de deskundige voor te leggen.
In verband met de hierna te vermelden vraag onder 2a overweegt het hof dat de deskundige bij de beantwoording van de vraag of de in de facturen opgevoerde werkzaamheden behoren tot de door [X] c.s. opgedragen werkzaamheden tot uitgangspunt dient te nemen dat de aard en de omvang van de opgedragen werkzaamheden zijn vastgelegd in de opdrachtbevestiging die als productie 5 is gevoegd bij de beide inleidende dagvaardingen en tevens rekening dient te houden met hetgeen het hof heeft geoordeeld in r.o. 9.6.1. van het arrest van 12 juni 2018 inzake de (niet-verstrekte) opdracht inzake het
(boek- en belasting-)jaar 2011
12.5.5.
AAV heeft bij haar akte aangeboden om de jaarstukken 2010 van [X] en de Holding en de daarmee gepaard gaande belastingaangiften door te sturen naar de deskundige. Het hof laat het aan de deskundige over of hij het nodig acht om de genoemde stukken bij zijn onderzoek te betrekken. Als dat het geval is kan de deskundige dit aan AAV laten weten, met kennisgeving aan [X] c.s.
12.5.6.
Het hof blijft bij zijn in de achtste alinea van rechtsoverweging 9.5.4.3. in het tussenarrest van 12 juni 2018 vermelde oordeel dat AAV het voorschot van de deskundigenkosten dient te betalen.
12.5.7.
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

13.De uitspraak

Het hof:
13.1.
verwijst de zaak naar de rol van 16 oktober 2018 voor akte aan de zijde van [appellante 1] met het hiervoor onder rechtsoverweging 12.4.2. vermelde doel en bepaalt dat AAV in beginsel geen antwoord-akte kan nemen;
13.2.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Geeft de administratie een reëel, inzichtelijk en verifieerbaar beeld (van de op de facturen vermelde werkzaamheden)?
2a. Zijn de in het geding zijnde facturen correct, in die zin dat de in de facturen opgevoerde werkzaamheden behoren tot de door [X] c.s. opgedragen werkzaamheden (waarbij het hof verwijst naar hetgeen zij hierover heeft overwogen in de laatste alinea van overweging 12.5.4.), en zijn zij door AAV verricht?
2b. Zo ja, zijn de gefactureerde werkzaamheden verricht op de in de facturen vermelde data en op welke stukken wordt die vaststelling gebaseerd?
2c. Indien de gefactureerde werkzaamheden daadwerkelijk door AAV zijn verricht, is [X] c.s. daarvoor de gefactureerde vergoeding verschuldigd, gelet op het gehanteerde tarief en, voor zover relevant, het aantal gewerkte uren? Zo nee, welke vergoeding voor de door AAV voor [X] c.s. verrichte werkzaamheden acht de deskundige dan een redelijke beloning?
3. Hebt u verder nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor de onderhavige zaak?
13.3.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
mr. drs. [deskundige 1] RA
Postbus [postbus]
[postcode] [plaats]
13.4.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
13.5.
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
13.6.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
13.7.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
13.8.
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
13.9.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
13.10.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 7.700,00 (inclusief 21% omzetbelasting;
13.11.
bepaalt dat AAV laatstgenoemd bedrag zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
13.12.
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
13.13.
benoemt mr. J.I.M.W. Bartelds tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
13.14.
verwijst de zaak naar de rol van 29 januari 2019 in afwachting van het deskundigenbericht;
13.15.
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van AAV;
13.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.I.M.W. Bartelds, W.J.J. Beurskens en T.J. Dorhout Mees en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 23 oktober 2018.
griffier rolraadsheer