Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante 1] ,wonende te [woonplaats] ,
Restaurant [X] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Holding [X] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
11.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 12 juni 2018;
- de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte uitlaten naar aanleiding van tussenarrest van mr. Aben namens [X] c.s.;
- de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte uitlating partijen van mr. Post namens AAV met producties;
- de akte van de griffier van 9 juli 2018 inhoudende het depot van de zijde van AAV van een cd met telefoongesprek van 22 juni 2018 met transcriptie en originele faxlijsten zoals vermeld in de op de rol van 10 juli 2018 genomen akte van mr. Post.
- de brief van mr.drs. [deskundige 1] RA van 19 september 2018;
- de schriftelijke reactie op voormelde brief van mr. drs. [deskundige 1] namens AAV van 3 oktober 2018;
- het faxbericht namens [X] c.s. van 9 oktober 2018.
12.De verdere beoordeling
12 december 2005 en 16 december 2010 heeft geplaatst. AAV is in de gelegenheid gesteld om zich op de rolzitting van 10 juli 2018 bij akte uit te laten over de wijze waarop zij het bewijs wil leveren. Spoedshalve diende [appellante 1] zich op dezelfde rolzitting bij akte uit te laten over aantal en persoon van de eventueel (voor het geval AAV voormeld bewijs onder meer door middel van een deskundigenbericht zou willen leveren) te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) te stellen vragen.
[deskundige 2] RA als deskundige te benoemen. [X] c.s. heeft voorgesteld als deskundige te benoemen een forensisch accountant uit het register van de Stichting Nederlands Financieel Forensisch Instituut (NFFI). Nu partijen van mening verschillen over de persoon van de te benoemen deskundige, zal het hof zelf een deskundige benoemen. Het hof is van oordeel dat het geraden voorkomt om de vragen te laten beantwoorden door een registeraccountant. Het hof heeft de heer mr. drs. [deskundige 1] RA bereid en in staat gevonden om als deskundige op te treden. Het hof zal hem dan ook als deskundige benoemen. Het hof overweegt hierbij, dat voorbij wordt gegaan aan het bezwaar dat namens AAV in de brief van 3 oktober 2018 is gemaakt tegen de hoogte van het door de te benoemen deskundige aangegeven voorschot van € 7.700,00 (inclusief 21% omzetbelasting). Het hof acht dit voorschot, gelet op de aard en te verwachten omvang van het door de deskundige te verrichten onderzoek, niet bovenmatig en ziet daarin geen aanleiding om, zoals namens AAV is verzocht, in plaats van de heer [deskundige 1] de door AAV voorgestelde deskundige te benoemen.
13.De uitspraak
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;