ECLI:NL:GHSHE:2018:4337
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verdeling van gemeenschappelijk eigendom van onroerende zaak na duurzame ontwrichting
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep over de verdeling van een gemeenschappelijk perceel onroerende zaak. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 29 mei 2018. De appellant, vertegenwoordigd door mr. C.M. van der Corput, heeft in zijn aktes aangegeven dat hij contact heeft gehad met een projectontwikkelaar die bereid is € 300.000 te betalen voor het perceel, mits de gemeente de benodigde omgevingsvergunning verleent. De appellant stelt echter niet in staat te zijn om de andere partijen uit te kopen tegen het door hen gevraagde bedrag van € 300.000 voor hun aandelen. De geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. N.M.J. Schepens, hebben voorgesteld dat het pand aan de appellant wordt toebedeeld, mits rekening wordt gehouden met de waarde in het economisch verkeer en de kredietwaardigheid van de appellant. Het hof heeft de voorstellen van de partijen beoordeeld en geconcludeerd dat het voorstel van de appellant voor verkoop aan de projectontwikkelaar te veel onzekerheid met zich meebrengt. Het hof heeft vastgesteld dat de kredietwaardigheid van de appellant ontoereikend is en dat openbare verkoop geen optie is. Daarom is besloten dat het aandeel van de appellant moet worden toebedeeld aan de geïntimeerden, die € 80.000 aan de appellant moeten betalen voor zijn aandeel. Het hof heeft het bestreden vonnis vernietigd voor zover het betreft de toedeling van het perceel aan de appellant en heeft de wijze van verdeling vastgesteld. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.