ECLI:NL:GHSHE:2018:4304
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onrechtmatig handelen en taakvervulling door bestuurder van een vereniging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant], die van 1 oktober 1996 tot 1 oktober 2011 als bestuurder en penningmeester van de Nederlandse Bond van Dansleraren (NBD) heeft gefunctioneerd. De NBD had in eerste aanleg vorderingen ingesteld tegen [appellant] wegens vermeend onrechtmatig handelen en onbehoorlijke taakvervulling, wat zou hebben geleid tot schade voor de vereniging. De rechtbank Oost-Brabant heeft in eerdere vonnissen [appellant] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 39.949,35 en beslagkosten, wat [appellant] in hoger beroep heeft bestreden.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld, waarbij het heeft gekeken naar de grieven die door [appellant] zijn aangevoerd. De kern van de zaak betreft de vraag of [appellant] aansprakelijk is voor de door NBD gestelde schade. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] voldoende heeft aangetoond dat hij legitieme zakelijke gronden had voor de uitgaven die door NBD als onrechtmatig werden bestempeld. De deskundige die door de rechtbank was benoemd, had vastgesteld dat er verschillende posten niet deugdelijk waren verwerkt, maar het hof oordeelde dat de bewijslast bij NBD lag en dat deze niet was verschenen in hoger beroep.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden vonnissen vernietigd en de vorderingen van NBD afgewezen. NBD werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het hof heeft geoordeeld dat [appellant] niet onrechtmatig heeft gehandeld of zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld, en dat de vorderingen van NBD niet konden worden toegewezen. Dit arrest is gewezen op 16 oktober 2018.