ECLI:NL:GHSHE:2018:4061

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 oktober 2018
Publicatiedatum
4 oktober 2018
Zaaknummer
200.228.166_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens onwerkbare situatie en benoeming opvolgend bewindvoerder

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om het hoger beroep van de rechthebbende en haar zuster/mentor tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin het verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder werd afgewezen. De rechthebbende, geboren in 1955, en haar zuster/mentor hebben in hoger beroep verzocht om het ontslag van de bewindvoerder, [bewindvoering] Bewindvoering BV, en om de benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De mondelinge behandeling vond plaats op 28 augustus 2018, waarbij de rechthebbende niet aanwezig was, maar de zuster/mentor wel, bijgestaan door haar advocaat, mr. J.A.J.M.I. van Laake.

De rechthebbende en de zuster/mentor hebben aangevoerd dat de huidige bewindvoerder fouten heeft gemaakt bij de betaling van verschuldigde bedragen, waaronder huur, en dat de relatie met de bewindvoerder ernstig verstoord is. De zuster/mentor heeft ontslag genomen uit haar functie in de zorg om voor de rechthebbende te zorgen, die sinds mei 2017 bij haar woont. Het hof heeft vastgesteld dat de situatie tussen de rechthebbende, de zuster/mentor en de bewindvoerder onwerkbaar is geworden, wat aanleiding geeft tot ontslag van de bewindvoerder.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en met ingang van 18 oktober 2018 het ontslag van [bewindvoering] Bewindvoering BV als bewindvoerder verleend. Tevens is [opvolgend bewindvoerder] benoemd tot opvolgend bewindvoerder. De bewindvoerder is verplicht om binnen twee maanden na de uitspraak de eindrekening en -verantwoording af te leggen aan de rechthebbende en de opvolgend bewindvoerder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

afdeling civiel recht
Uitspraak: 4 oktober 2018
Zaaknummer: 200.228.166/01
Zaaknummer eerste aanleg: 5998766 BM VERZ 17-909
in de zaak in hoger beroep van:
[rechthebbende]
en
[de zuster/mentor] ,
beiden wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
hierna te noemen: de rechthebbende respectievelijk de zuster/mentor ,
advocaat: mr. J.A.J.M.I. van Laake.
Als belanghebbende in deze zaak wordt aangemerkt:
- [bewindvoering] Bewindvoering BV.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 25 augustus 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 14 november 2017, hebben de rechthebbende en de zuster/mentor verzocht voormelde beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, te bepalen dat de huidige bewindvoerder [bewindvoering] Bewindvoering BV ontslagen wordt, dat verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde bewind tot de datum van ontslag en dat de zuster/mentor of [beoogd bewindvoerder] tot bewindvoerder wordt benoemd.
2.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2018. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de zuster/mentor, bijgestaan door mr. Van Laake.
- [beoogd bewindvoerder] .
De rechthebbende is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
[bewindvoering] Bewindvoering BV is, met berichtgeving vooraf, evenmin ter zitting verschenen
..
2.3.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • de brief met bijlage van de advocaat van appellanten van 20 november 2017;
  • het V-formulier met bijlagen van de advocaat van appellanten van 8 december 2017;
  • de brief van [bewindvoering] Bewindvoering BV van 20 augustus 2018.

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 18 december 2006 is over de goederen die de rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren een bewind ingesteld. Deze beschikking bevindt zich niet bij de stukken. De huidige bewindvoerder is [bewindvoering] Bewindvoering BV.
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de zuster/mentor tot ontslag van de huidige bewindvoerder, met benoeming van haarzelf tot opvolgend bewindvoerder, afgewezen.
3.3.
De rechthebbende en de zuster/mentor kunnen zich met deze beslissing niet verenigen en zijn hiervan in hoger beroep gekomen. In het beroepschrift hebben zij verzocht om de zuster/mentor of [beoogd bewindvoerder] tot bewindvoerder te benoemen.
Ter zitting van het hof heeft de zuster/mentor verklaard een voorkeur te hebben voor benoeming van [beoogd bewindvoerder] .
3.4.
De rechthebbende en de zuster/mentor voeren in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting - kort samengevat - het volgende aan.
De huidige bewindvoerder heeft diverse fouten gemaakt bij de betaling van door de rechthebbende verschuldigde bedragen. Zo heeft hij onder meer al enige maanden de huur niet betaald. Herhaalde vragen op dit punt worden niet beantwoord door de bewindvoerder. De relatie met de bewindvoerder is slecht.
De zuster/mentor heeft ontslag genomen uit haar functie in de zorg om volledig voor de rechthebbende te kunnen zorgen. De rechthebbende verblijft sinds mei 2017 niet meer in de instelling, waar zij niet gelukkig was, maar woont bij de zuster/mentor, die haar huis heeft aangepast met het oog op het verblijf van de rechthebbende.
Van een werkelijke belangenverstrengeling tussen de rechthebbende en haar zuster/mentor kan geen sprake zijn, nu de rechthebbende geen of nauwelijks vermogen en een uitermate bescheiden inkomen heeft.
3.5.
[bewindvoering] Bewindvoering BV heeft in haar brief van 20 augustus 2018 verzocht de beschikking waarvan beroep te bekrachtigen.
3.6.
Het hof oordeelt als volgt.
3.6.1.
Ingevolge artikel 1:448 lid 1 aanhef en sub e en lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de bewindvoerder door de kantonrechter ontslag worden verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
3.6.2.
In deze zaak is aan de orde of sprake is van gewichtige redenen om de huidige bewindvoerder te ontslaan.
Uit de stukken en het besprokene ter mondelinge behandeling is het het hof duidelijk geworden dat de relatie tussen de rechthebbende en de zuster/mentor aan de ene kant en [bewindvoering] bewindvoering BV aan de andere kant steeds meer verstoord is geraakt. De zuster/mentor heeft verklaard dat zij de bewindvoerder heeft gewezen op een aantal fouten die door hem zijn gemaakt bij de betaling van door de rechthebbende verschuldigde bedragen, maar dat zij daarop geen fatsoenlijk antwoord heeft gekregen. Verder heeft de bewindvoerder - naar de stelling van de zuster/mentor - nog nooit gesproken met de rechthebbende en vindt sinds ongeveer anderhalf jaar alleen nog maar mailcontact plaats tussen de zuster/mentor en de bewindvoerder.
De bewindvoerder is niet ter zitting verschenen om een en ander toe te lichten dan wel te weerspreken, hetgeen te meer klemt nu uit de stukken wel blijkt van signalen dat de bewindvoerder steken heeft laten vallen. Het hof acht de ontstane situatie onwerkbaar en niet in het belang van de rechthebbende. Het hof is van oordeel dat er onder deze omstandigheden sprake is van gewichtige redenen om [bewindvoering] Bewindvoering BV als bewindvoerder te ontslaan.
3.6.3.
Het hof houdt bij de benoeming van een opvolgend bewindvoerder rekening met de voorkeur van de rechthebbende en zal om die reden [opvolgend bewindvoerder] tot opvolgend bewindvoerder benoemen.
Het hof wijst [beoogd bewindvoerder] op de Aanbevelingen meerderjarigenbewind (sub B Aanbevelingen omtrent de taken van de bewindvoerder) vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton & Toezicht op 10 april 2017, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
3.7.
Op grond van het voorgaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 25 augustus 2017,
en opnieuw rechtdoende:
verleent met ingang van 18 oktober 2018 aan [bewindvoering] Bewindvoering BV ontslag als bewindvoerder over de goederen van [rechthebbende] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955, wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ;
bepaalt dat de bewindvoerder binnen twee maanden na de datum van deze uitspraak de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de rechthebbende en de opvolgend bewindvoerder en een - zo mogelijk door hen voor akkoord ondertekend - exemplaar ervan aan het Bewindsbureau van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, overlegt;
benoemt met ingang van 18 oktober 2018 [opvolgend bewindvoerder] , wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] , tot opvolgend bewindvoerder;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.F.A.M. Graafland - Verhaegen, C.A.R.M. van Leuven en P. Vlaardingerbroek en is in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.