ECLI:NL:GHSHE:2018:4050

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 oktober 2018
Publicatiedatum
3 oktober 2018
Zaaknummer
200.199.648_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van geleverde golfplaten in een koop/aannemingsovereenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant], eigenaar van een perceel grond, en Abemec B.V. over de levering van golfplaten voor een loods. [appellant] heeft in 2001 een koop/aannemingsovereenkomst gesloten met Abemec B.V. voor de bouw van een loods en de levering van bouwmaterialen, waaronder golfplaten. Na oplevering van de loods in 2002 heeft [appellant] geconstateerd dat de golfplaten gebreken vertoonden, zoals scheuren en verkleuring. Hij heeft Abemec B.V. in 2010 schriftelijk op de hoogte gesteld van deze gebreken, maar er volgde geen adequate reactie. In 2014 heeft een deskundige de situatie onderzocht en vastgesteld dat de golfplaten niet geschikt waren voor het doel waarvoor ze waren gebruikt. [appellant] heeft vervolgens in eerste aanleg schadevergoeding gevorderd, die door de rechtbank gedeeltelijk is toegewezen. In hoger beroep heeft [appellant] zijn vorderingen uitgebreid en Abemec B.V. heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Het hof heeft geoordeeld dat Abemec B.V. toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met betrekking tot de transparante golfplaten, maar niet met betrekking tot de vezelcement golfplaten. Het hof heeft de vordering tot schadevergoeding toegewezen en Abemec B.V. veroordeeld tot betaling van de herstelkosten en de kosten van het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.199.648/01
arrest van 2 oktober 2018
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat voorheen: mr. J.F.H.M. van der Velden, thans mr. A.M.H.C. Coppens te Deurne,
tegen
Abemec B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als Abemec B.V.,
advocaat voorheen: mr. B. Maat en M.R. van Groenendijk, thans mr. J. van Baaren te Breda,
op het bij exploot van dagvaarding van 22 maart 2016 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 30 december 2015 door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, gewezen tussen [appellant] als eiser en Abemec B.V. als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/247809 HA ZA 12-503)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep van 22 maart 2016;
  • de memorie van grieven tevens akte houdende aanvulling van de grondslag, alsmede akte houdende wijziging van eis (met producties);
  • de memorie van antwoord in het principaal appel tevens memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep (met producties);
  • de memorie van antwoord in het incidenteel appel;
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De vaststaande feiten

3.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.2.
[appellant] is eigenaar van het perceel grond met opstallen aan de [adres] te [plaats] .
3.3.
[appellant] en Abemec B.V. zijn in de periode 6 tot 16 november 2001 een koop/aannemingsovereenkomst aangegaan met betrekking tot de bouw van een loods op dit perceel en de levering van bouwmaterialen die daarvoor nodig zijn. De totale koop-/aanneemsom bedroeg ƒ 192.500,- incl. btw (€ 87.354,69).
3.4.
De overeenkomst is op schrift gesteld (met omschrijving "Bouwmaterialen voor loods volgens aangeleverde tekening afmeting 25 x 50") en door [appellant] en de heer [vertegenwoordiger namens Abemec B.V.] in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van Abemec B.V. ondertekend. De overeenkomst vermeldt:
"Op deze overeenkomst zijn van toepassing de Algemene Leverings- en verkoopvoorwaarden van ABEMEC bv (...). Deze voorwaarden zijn op de achterzijde van de koopovereenkomst afgedrukt. Koper verklaart akkoord te gaan met deze voorwaarden."
Art. 20 van bedoelde algemene voorwaarden bepaalt onder meer:
"Aansprakelijkheid
(...) ABEMEC is evenmin aansprakelijk voor bedrijfsschade en gevolgschade, bestaande uit bedrijfsstoring en andere kosten en derving van inkomsten".
3.5.
In de overeenkomst wordt verder verwezen naar een offerte van 6 november 2001. Deze offerte vermeldt over het onderdeel levering en montage van (asbestvrije) golfplaten: “
Golfplaten
SVK NG golfplaat 122 x 110 cm 98 stuks à fl 21,45
SVKNG golfplaat 153 x 110 cm 733 stuks à fl 26,95
SVK NG golfplaat 183 x 110 cm 49 stuks à fl 32,20
PVC-glasheldere golfplaat 153 x 110 cm 100 stuks à fl 23,25
Stalen nok 50 m1 à fl 16,00
SVK NG stalen windveren, zwart 55 m1 à fl 18,00
RVS bouten M7/110, met driedelige sluitschelp 2500 stuks à fl 0,48
Montage golfplaten 1 stuks à fl 10.500,00”
3.6.
De loods is in augustus 2002 door Abemec B.V. opgeleverd. De betreffende golfplaten zijn al in week 50 van het jaar 2001 aangebracht. Abemec B.V. heeft de bewuste golfplaten (zowel transparant als niet transparant) op haar beurt (grotendeels) gekocht en geleverd gekregen van SVK en de montage daarvan is in opdracht van Abemec B.V. verricht door [montagebedrijf]
3.7.
Per mail van 10 februari 2010 heeft [appellant] de (toenmalige) vertegenwoordiger van Abemec B.V., de heer [vertegenwoordiger namens Abemec B.V.] geïnformeerd over geconstateerde gebreken aan de gebruikte golfplaten.
3.8.
Omdat een reactie uit bleef, heeft [appellant] per mail van 6 maart 2010 [vertegenwoordiger namens Abemec B.V.] nogmaals een mail gestuurd.
3.9.
Bij brief van 14 april 2010 bericht SVK aan [appellant] dat hij SVK niet verantwoordelijk kan stellen voor de opgetreden scheurvorming of het kleurverschil in de transparante platen.
3.10.
Bij brief van 9 juli 2010 bericht SVK aan [appellant] het volgende:
"Wij blijven ervan overtuigd dat de aard van de scheurvorming in deze zaak louter terug te brengen valt tot het zetten van het gebouw na plaatsing. Dit gezegd zijnde zijn wij uit commerciële overwegingen bereid om indien u de gescheurde platen wenst te vervangen, de benodigde platen ter beschikking te stellen. Wij kunnen ons er, gezien de oorzaak van de scheuren aan de kwaliteit van de platen ligt, echter niet toe verbinden tussen te komen in de plaatsingskosten."
3.11.
Bij brief van 25 november 2010 heeft [appellant] Abemec B.V. gesommeerd de ondeugdelijke platen binnen 14 dagen te vervangen bij gebreke waarvan [appellant] Abemec B.V. aansprakelijk stelt voor de door hem geleden en nog te lijden schade.
3.12.
In opdracht van de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellant] heeft [expertise en taxatie B.V.] Expertise en Taxatie BV (hierna: [expertise en taxatie B.V.] ) op 6 december 2011 een onderzoek ter plaatse ingesteld in aanwezigheid van [appellant] en een (commercieel) vertegenwoordiger van Abemec B.V.
Op 9 januari 2012 heeft [expertise en taxatie B.V.] daarvan een onderzoeksrapport opgemaakt. [expertise en taxatie B.V.] stelde de kosten verbonden aan het vervangen van de verkleurde en gedeformeerde golfplaten vast op een bedrag van € 7.160,- exclusief btw.
3.13
Op 21 november 2014 heeft de door de rechtbank benoemde deskundige ing J.L.P. Smeets van [expertises] expertises (hierna ook: de deskundige) in aanwezigheid van alle partijen de situatie bij [appellant] onderzocht. De deskundige heeft over de niet transparante (vezelcement) golfplaten onder meer het volgende gerapporteerd:
“Tijdens mijn onderzoek heb ik bij de niet transparante golfplaten één plaat waargenomen met verticale scheuren. De plaat is door en door gescheurd en bevindt zich direct onder de nok, zie foto 6 en 7 van de fotobijlage. De scheur bevindt zich op de overgang van golf naar dal.
Bij de overige platen werden in zeer beperkte mate aan de bovenzijde van de dakplaat lichte haarscheuren waargenomen. Dit betreffen oppervlakkige haarscheurtjes in de lengterichting van de plaat.
(…)
Voor wat betreft de vezelcement golfplaten is naar mijn oordeel geen sprake van een fabricagegebrek omdat de waargenomen haarscheuren een gebruikelijk verschijnsel zijn. Voor het overige heb ik geen andere gebreken aan deze golfplaten heb kunnen vaststellen. Gelet op hetgeen ik heb waargenomen voldoen de vezelcementgolfplaten aan de redelijkerwijs te stellen kwaliteitseisen.”
Over de transparante golfplaten heeft de deskundige onder meer het volgende bericht:
“(…)
Van de 115 transparante platen zijn 100 platen verkleurd. Hierbij is de plaat over de gehele oppervlakte egaal verkleurd naar donkerbruin. De 15 niet verkleurde platen liggen gegroepeerd op het dakvlak aan de achterzijde. Het feit dat er 15 transparante platen niet zijn verkleurd is te verklaren aan de hand van de nalevering die heeft plaatsgevonden.
Bij de transparante platen heb ik bij 19 golfplaten scheuren en gaten waargenomen. Dit betreffen scheuren in de lengterichting van de plaat. De transparante platen met gaten werden waargenomen willekeurig verspreid over het dak. Hierin viel geen patroon te ontdekken.”
(…)
Uit de technische literatuur is over de PVC-beplating het volgende bekend. Lichtdoorlatende PVC-beplating is maar in beperkte mate bestand tegen UV-straling en temperatuurbelasting. Hierdoor is de levensduur beperkt. Specifiek bij de aansluiting met andere materialen waaronder vezelcementplaten loopt de temperatuur aanzienlijk op. Hierdoor is het mogelijk dat het PVC verbrand waardoor deze bruin verkleurt en broos wordt. Het ontstaan van verkleuring is bij sommige type pvc een gebruikelijk verschijnsel. Er is een aanzienlijk kwaliteitsverschil tussen PVC, glasvlies versterkt polyester en polycarbonaat, in die zin dat de duurzaamheid van de twee laatst genoemden beduidend hoger is. Daarnaast is de sterkte en stijfheid van een PVC golfplaat aanzienlijk minder dan van een vezelcement golfplaat.
(…)
Doordat de platen onder invloed van UV-straling broos worden zijn de platen gevoelig voor invloeden van buitenaf. Hierdoor zijn PVC golfplaten bijvoorbeeld gevoelig ook voor hagelschade. Of dit in deze situatie ook de daadwerkelijke oorzaak is van het ontstaan van gaten in de platen valt door mij niet te herleiden.
(…)
Voor wat betreft de transparante golfplaten is naar mijn oordeel geen sprake van een fabricagegebrek. De scheuren en gaten zijn een gevolg van veroudering van de kunststof.
(…)
De vraag lijkt gerechtvaardigd of de toegepaste pvc-golfplaat wel geschikt was om op dit dak verwerkt te worden. Naar mijn oordeel is de toegepaste pvc-golfplaat op zichzelf kwalitatief wel in orde voor toepassing bij eenvoudig huis-, tuin- en keukengebruik, maar niet geschikt voor het doel waarvoor hij nu is gebruikt, namelijk op het dak van een loods waarvoor een hogere duurzaamheid en langere levensduur was vereist”.
Op de vraag of de golfplaten ondeugdelijk zijn gemonteerd of dat scheurvorming is ontstaan of kan zijn ontstaan door zetting van de loods na de bouw antwoordt de deskundige onder meer:
“Ik heb de wijze waarop de golfplaten zijn aangebracht vergeleken met de ontwerp- en uitvoeringsrichtlijnen en kom tot de conclusie dat de wijze van bevestiging voldoet, de toegepaste bevestigingsmiddelen voldoen en de wijze van overlap en dekken voldoet. Ik heb geen aanwijzingen gevonden om te veronderstellen dat de platen ondeugdelijk zijn gemonteerd en dat de oorzaak van de scheuren voortkomt uit het belopen van de platen tijdens de montage. Ik heb geen aanwijzingen gevonden waaruit valt af te leiden dat de transparante platen ondersteboven zijn geplaatst.
Ik heb geen aanwijzingen gezien die erop duidden dat er sprake is van zetting van de loods na de bouw. Ik leid dit af uit het feit dat wij in het metselwerk nergens scheuren hebben waargenomen die duidden op zettingen. Bij zettingen treden als eerste scheuren op in harde (afwerk) materialen omdat zij minder elastisch zijn en de beweging van een gebouw minder goed kunnen volgen zonder dat er schade optreed. Hiermee kom ik tot de conclusie dat de scheuren in de golfplaten geen gevolg zijn van zetting van de loods na de bouw.”
De deskundige komt tot de conclusie dat één vezelcementplaat en 19 transparante golfplaten vervangen dienen te worden en heeft de kosten daarvan begroot op € 3.913,53.
3.14
In opdracht van de advocaat van [appellant] heeft [experts] Experts op 11 oktober 2016 het dak van de loods onderzocht. Deze partij-deskundige komt tot de volgende conclusies:
Conclusies reguliere golfplaten
Op basis van onze bevindingen tijdens ons bezoek concluderen wij dat de door ons geconstateerde haarscheurtjes in de toplaag van de reguliere golfplaten en de hierop aanwezige atmosferische vervuiling en aangroei van mossen en algen het gevolg zijn van een te verwachten verwering van de golfplaten onder invloed van weersinvloeden, waaronder zonlicht, neerslag en temperatuurwisselingen.
Een verklaring voor de relatief grotere hoeveelheid atmosferische vervuiling en aangroei van mossen en algen op het dakvlak tussen de nok en de voorgevel is dat dit dakvlak is gericht op het westen en door het jaar in verhouding zwaarder belast wordt door weersinvloeden.
Mede op basis van de willekeurige spreiding van de 'door en door' gescheurde reguliere golfplaten en de eveneens willekeurige positie van de scheuren in deze golfplaten zijn wij van mening dat de scheuren naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt zijn door (buig)spanning in de golfplaten.
(…)
Conclusies licht doorlatende golfplaten
Op basis van onze bevindingen tijdens ons bezoek concluderen wij dat kwaliteit van alle bruin verkleurde licht doorlatende golfplaten beduidend minder is dan de kwaliteit van de heldere licht doorlatende golfplaten.
De bruin verkleurde licht doorlatende zijn vrijwel allen gescheurd, terwijl minimaal 8 van de 15 heldere licht doorlatende golfplaten niet zijn gescheurd.
De oorzaak van de scheuren in de licht doorlatende golfplaten kan ons inziens niet eenduidig worden vastgesteld.
(…)”

4.Het geschil

4.1.
[appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd dat de rechtbank:
- Abemec B.V. veroordeelt tot betaling van een (voorschot)bedrag van € 17.635,28 vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 16 mei 2012;
- overgaat tot benoeming van een deskundige om de totale schade aan het dak van de loods en gevolgschade vast te (laten) stellen en zijn bevindingen vast te leggen in een rapport en te bepalen dat de in verband hiermee te maken kosten geheel voor rekening van Abemec B.V. komen;
- Abemec B.V. veroordeelt tot betaling van de door de deskundige vast te stellen schade vermeerderd met de wettelijke handelsrente en verminderd met het eerder genoemde (voorschot)bedrag (met de wettelijke handelsrente);
- Abemec B.V. veroordeelt in de proceskosten.
4.2.
Aan deze vordering heeft [appellant] , kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Abemec B.V. heeft ondeugdelijke golfplaten geleverd danwel het werk ondeugdelijk uitgevoerd en is hierdoor toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen. In de door Abemec B.V. geleverde en aangebrachte golfplaten zijn binnen relatief korte tijd scheuren en gaten ontstaan en zij bezitten dan ook niet de eigenschappen die [appellant] mocht verwachten. Vanaf 1 december 2010 (14 dagen na de sommatiebrief van 25 november 2010) verkeert Abemec B.V. in verzuim.
4.3.
Abemec B.V. heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
4.4.
Bij eindvonnis van 30 juni 2015 heeft de rechtbank Abemec B.V. veroordeeld om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 3.326,53, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van 9 december 2010 tot de dag van volledige betaling.
4.5.
[appellant] vordert in hoger beroep – met aanvulling van de grondslag en wijziging van eis – vernietiging van het beroepen vonnis en voorts opnieuw rechtdoende, bij arrest, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I Primair:
a. a) Primair:
Abemec B.V. te veroordelen om binnen twee maanden na betekening van het in dezen te wijzen arrest voor haar rekening de op de loods van [appellant] aanwezige transparante en niet transparante golfplaten te (doen)vervangen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Abemec B.V. na twee maanden na betekening van het in dezen te wijzen arrest in gebreke mochten blijven hieraan te voldoen.
b) Subsidiair:
Abemec B.V. te veroordelen om binnen twee maanden na betekening van het in dezen te wijzen arrest van de op de loods van [appellant] aanwezige golfplaten voor haar rekening 83 gescheurde niet transparante golfplaten en 82 gescheurde transparante golfplaten te (doen) vervangen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Abemec B.V. na twee maanden na betekening van het in dezen te wijze arrest in gebreke mochten blijven hieraan te voldoen.
II. Subsidiair:
a. a) Primair:
Abemec B.V., te veroordelen aan [appellant] te betalen een bedrag van € 46.843,70 incl. btw zijnde de kosten voor het vervangen van alle op het dak van [appellant] aanwezige golfplaten, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van 9 december 2010, althans met ingang van de dagvaarding in eerste aanleg d.d. 21 mei 2012, althans met ingang van de dag van de memorie van grieven d.d. 6 december 2016 tot aan die der algehele voldoening;
b) Subsidiair:
Abemec B.V. te veroordelen aan [appellant] te betalen een bedrag van € 37.332,- incl. btw zijnde de kosten voor het vervangen van 165 golfplaten waarvan de heer [medewerker van experts] van [experts] Experts tijdens zijn onderzoek in november 2016 heeft vastgesteld dat deze gescheurd zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van 9 december 2010, althans met ingang van de dagvaarding in eerste aanleg d.d. 21 mei 2012, althans met ingang van de dag van de memorie van grieven d.d. 6 december 2016 tot aan die der algehele voldoening.
c) Meer subsidiair:
Abemec B.V. te veroordelen om in verband met de gescheurde golfplaten op de loods van [appellant] aan [appellant] te betalen een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toegewezen bedrag met ingang van 9 december 2010, althans met ingang van de dagvaarding in eerste aanleg d.d. 21 mei 2012, althans met ingang van de dag van de memorie van grieven d.d. 6 december 2016 tot aan die der algehele voldoening.
III. Zowel primair als subsidiair:
a. a) Abemec B.V. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 6.636,10, zijn de kosten van de door de rechtbank in eerste aanleg benoemde deskundige die [appellant] bij wijze van voorschot heeft voldaan;
b) Abemec B.V. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 8.400,-- zijn de door [appellant] gemaakte kosten om schade aan de paardensportbodem te voorkomen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012, althans vanaf de dagvaarding in eerste aanleg, althans vanaf de dag van de memorie van grieven d.d. 6 december 2016 tot aan die der algehele voldoening;
c) Abemec B.V. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 1.253,52 excl. btw in verband met het omleggen van de elektrische installatie te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012, althans vanaf de dagvaarding in eerste aanleg, althans vanaf de dag van de memorie van grieven d.d. 6 december 2016 tot aan die der algehele voldoening;
d) Abemec B.V. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 1.312,78 in verband met de noodzakelijk vervanging van de houten zolder/verdiepingsvloer te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012, althans vanaf de dagvaarding in eerste aanleg, althans vanaf de dag van de memorie van grieven tot aan die der algehele voldoening;
e) Abemec B.V. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te voldoen een bedrag van € 1.190,00 incl. btw in verband met de kosten van het onderzoek door [expertise en taxatie B.V.] Expertise en Taxatie B.V. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012, althans vanaf de dagvaarding in eerste aanleg, althans vanaf de dag van de memorie van grieven tot aan die der algehele voldoening;
f) Abemec B.V. te veroordelen in de kosten van beide instanties met de uitdrukkelijke bepaling dat indien deze kosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van het arrest door Abemec B.V. zijn voldaan, daarover vanaf die veertiende dag de wettelijke rente verschuldigd is.
4.6.
Abemec B.V. heeft verweer gevoerd en incidenteel hoger beroep ingesteld. Abemec B.V. vordert bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, vernietiging van het bestreden vonnis en opnieuw rechtdoende [appellant] niet-ontvankelijk te verklaren in diens vorderingen althans deze te ontzeggen als zijnde niet gegrond dan wel niet juist met veroordeling van [appellant] tot betaling aan Abemec B.V. van € 7.637,44, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeling van [appellant] in de proceskosten van beide instanties.

5.De beoordeling van het hoger beroep

in principaal appel en incidenteel appel
5.1.
Het hoger beroep van [appellant] is gericht tegen het eindvonnis van 30 juni 2015. [appellant] heeft tegen het bestreden vonnis acht grieven aangevoerd, zijn grondslag uitgebreid en zijn eis gewijzigd.
Met grief I in het principaal appel betoogt [appellant] in de kern dat sprake is van een fabricage- en/of montagegebrek omdat de levensduur van golfplaten 30 tot 40 jaar bedraagt en de gebreken aan de golfplaten (te weten de verkleuring en het scheuren van de platen) zich ruim voor het verstrijken van die periode hebben geopenbaard. Daarnaast heeft [appellant] onder verwijzing naar het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige de grondslag van zijn vordering uitgebreid en gesteld dat Abemec B.V. toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door materialen te gebruiken die niet geschikt zijn voor het doel waarvoor ze gebruikt zijn althans niet zonder [appellant] daarvoor te waarschuwen. De grieven II en III hebben voornamelijk betrekking op de vezelcement golfplaten en klagen dat de geleverde golfplaten ondeugdelijk zijn gebleken en dat scheurvorming na verloop van 8 jaar geen gebruikelijk verschijnsel is. De grieven IV en V hebben voornamelijk betrekking op de transparante golfplaten en voeren aan dat [appellant] erop mocht vertrouwen dat het dak een gemiddelde levensduur zou hebben van tussen de 30 en 40 jaar en hij er geen rekening mee hoefde te houden dat binnen een tijdsbestek van 14 jaar nagenoeg alle transparante golfplaten zouden verkleuren, scheuren en ontbrekende delen zouden vertonen. Grief VI komt op tegen de hoogte van de door de rechtbank toegewezen herstelkosten. Grief VII klaagt dat de rechtbank ten onrechte de overige hoofdvorderingen heeft afgewezen. Grief VIII betoogt dat [appellant] als de grotendeels in het gelijk gestelde partij moet worden aangemerkt en Abemec B.V. dient te worden veroordeeld in de proceskosten alsmede in de volledige kosten van het deskundigenonderzoek.
5.2.
In het incidenteel appel heeft Abemec B.V. vijf grieven aangevoerd.
Grief 1 betoogt dat de constatering die de deskundige heeft gedaan, dateert uit 2014 zodat sprake is van een periode van 12/13 jaar in plaats van een periode van 8 jaar na plaatsing van de golfplaten. De rechtbank had die constatering niet mogen terugvoeren naar 2010. Grief 2 voert aan dat de constatering van de deskundige dat de transparante golfplaten niet geschikt zouden zijn voor het doel waarvoor ze zijn gebruikt, wordt gedaan met de kennis van nu en niet met de kennis uit 2002. Grief 3 bouwt voort op de grieven 1 en 2 en komt op tegen de toegewezen wettelijke rente vanaf 2010. Grief 4 betoogt dat de rechtbank ten aanzien van de kosten van het deskundigenbericht een onjuiste beslissing heeft genomen nu deze kosten niet voor rekening van Abemec dienen te komen. Grief 5 komt op tegen de beslissing van de rechtbank met als conclusie dat de rechtbank op grond van de voorgaande grieven de vordering in hoofdzaak volledig had dienen af te wijzen.
5.3.
De grieven in principaal en incidenteel appel lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
non-conformiteit
5.3.1.
Het hof zal allereerst beoordelen of de geleverde golfplaten aan de overeenkomst beantwoordden. Art. 7:17 lid 2 BW bepaalt het volgende:
Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
Het hof overweegt dat niet is gebleken van bijzondere mededelingen door Abemec, anders dan dat een garantietermijn van 10 jaar is gegeven. De golfplaten dienden als dakbedekking en op grond daarvan mocht [appellant] verwachten dat sprake was van geschiktheid voor dat gebruik. De in grief I in principaal appel ingenomen stelling van [appellant] dat de normale levensduur van golfplaten minimaal 30 tot 40 jaar bedraagt heeft zij echter, zeker in het licht van de bevindingen van de door de rechtbank benoemde deskundige, niet onderbouwd. Hetzelfde geldt voor de niet onderbouwde stelling van [appellant] dat zij mocht verwachten dat de levensduur van de golfplaten was afgestemd op de levensduur van de loods. Voor zover [appellant] de tekortkoming grondt op deze niet nader onderbouwde stellingen, gaat het hof daaraan voorbij.
5.3.2.
Met betrekking tot de conformiteit van de vezelcement golfplaten overweegt het hof verder het volgende.
Het hof verwijst naar de onder 3.13 weergegeven bevindingen van de door de rechtbank benoemde deskundige. Daaruit leidt het hof af dat de vezelcement golfplaten (met uitzondering van één plaat) voldoen aan de eigenschappen die [appellant] mocht verwachten op grond van de overeenkomst en dat er evenmin sprake is van een montagegebrek.
[appellant] heeft onder verwijzing naar het rapport van haar partij-deskundige [experts] betoogd dat sprake is van non-conformiteit omdat inmiddels ook een deel van de vezelcement platen door en door zijn gescheurd.
Het hof stelt voorop dat de inspectie door [experts] heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2016, te weten ruim 14 jaar na plaatsing van de betreffende platen. Bij die inspectie is de wederpartij niet uitgenodigd. [experts] constateert dat 57 vezelcement golfplaten tussen nok en voorgevel en 26 vezelcement golfplaten tussen nok en achtergevel door en door zijn gescheurd. Zij kan echter niet met zekerheid de oorzaak daarvan aanwijzen. Gelet op die feiten en omstandigheden ziet het hof in de eerst 14 jaar na plaatsing gedane constateringen van [experts] onvoldoende reden om af te wijken van de conclusies van de door de rechtbank benoemde deskundige. De vorderingen tot herstel of schadevergoeding met betrekking tot de vezelcement golfplaten (met uitzondering van een plaat) zal derhalve worden afgewezen. De grieven I tot en met III falen in zoverre.
5.3.3.
Met betrekking tot de conformiteit van de transparante golfplaten overweegt het hof verder het volgende. De door de rechtbank benoemde deskundige heeft op 21 november 2014 bij 19 van de 115 transparante golfplaten scheuren en gaten waargenomen. Voorts rapporteert de deskundige dat de geleverde transparante golfplaat niet geschikt is voor het doel waarvoor hij nu gebruikt is, namelijk op het dak van een loods waarvoor een hogere duurzaamheid en langere levensduur was vereist. Uit productie 3 en 4 bij dagvaarding in eerste aanleg blijkt genoegzaam dat reeds in 2010 melding werd gemaakt van schade aan en gaten in de transparante golfplaten. Gelet op voormelde bevinding van de deskundige, het feit dat schade zich al bij een aantal transparante platen openbaarde voor de afloop van de garantietermijn en de omstandigheid dat niet gebleken is dat [appellant] is gewezen op de beperkte levensduur van de transparante platen, komt het hof tot de conclusie dat de geleverde transparante platen niet conform zijn als bedoeld in art. 7:17 BW. Abemec B.V. heeft zich nog verweerd met de stelling dat het in 2001/2002 heel gebruikelijk en zelfs de enige manier was om lichtinval te krijgen door het gebruik van die transparante PVC-platen. Ook grief 2 in incidenteel appel is hierop gericht. Abemec B.V. heeft deze stelling zowel in het principaal als incidenteel appel onvoldoende onderbouwd, zodat het hof die stelling passeert en aan bewijslevering op dit punt niet toekomt.
5.3.4.
Het vorenstaande leidt er toe dat de grieven I, IV en V van het principaal (deels) slagen en de grieven 1 en 2 van het incidenteel appel falen.
herstelkosten
5.4.
Het bovenstaande leidt tot het oordeel dat Abemec B.V. enkel ten aanzien van één vezelcement en alle transparante golfplaten toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met [appellant] . Hierin ligt besloten dat grief VI van het principaal appel en grief 4 van het incidenteel appel falen.
5.4.1.
[appellant] vordert primair vervanging van de golfplaten en subsidiair vergoeding van de kosten voor vervanging. Het hof zal de primaire vordering tot vervanging van de transparante golfplaten afwijzen als onvoldoende bepaald. Het is geenszins duidelijk welk type golfplaten [appellant] daarbij voor ogen heeft. Het hof zal derhalve thans beoordelen in hoeverre de vordering tot schadevergoeding toewijsbaar is.
5.4.2.
Bij de bepaling van de schadevergoeding neemt het hof in aanmerking dat kennelijk in navolging van de overeenkomst waarbij 100 transparante platen zijn geoffreerd 15 transparante golfplaten zijn nageleverd. Daarom zal het hof de schadevergoeding ook baseren op vervanging van 115 transparante golfplaten en één vezelcement golfplaat. De golfplaten fungeren al sinds 2002 als dakbedekking. Op grond daarvan zal het hof een substantiële nieuw voor oud correctie toepassen door aftrek van 60%.
5.4.3.
Partijen verschillen van mening over de hoogte van de herstelkosten. [appellant] heeft ter bepaling van de hoogte van deze kosten een offerte van [dak] Dak overgelegd. [dak] Dak heeft een offerte gemaakt voor de vervanging van alle golfplaten (zowel de vezelcement golfplaten als de transparante golfplaten). Abemec B.V. heeft de hoogte van de offerte betwist. Daarnaast heeft [appellant] met een beroep op het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige een schadeberekening gemaakt voor de vervanging van 165 golfplaten. Zoals Abemec B.V. terecht opmerkt is dit bedrag niet om te rekenen naar vervanging van meer golfplaten nu de deskundige slechts één bedrag noemt voor herstelwerkzaamheden waarin ook kosten voor een hoogwerker besloten liggen. Tot slot beschikt het hof over het rapport van [expertise en taxatie B.V.] . De berekening die de deskundige in dat rapport heeft gemaakt, is door partijen inhoudelijk niet bestreden. Het hof acht het redelijk om voor de schadeberekening van de volgende uitgangspunten uit te gaan. Dit leidt tot de volgende berekening:
  • levering 1 vezelcement golfplaat à € 15,00 na correctie van 60% € 6,00
  • levering 115 transparante golfplaten afm. 153 x 110 cm à € 17,50 = € 2.012,50, na
correctie van 60% € 805,00
  • noodzakelijke bevestigingsmiddelen € 185,-
  • veiligheidsvoorzieningen krachtens Arbo-regelgeving € 1.000,-
  • de- en montagekosten € 2.150,-
Totaal € 4.146,00
5.4.4.
Aan herstelkosten zal een bedrag van € 4.146,00 worden toegewezen.
5.4.5.
[appellant] heeft gesteld dat de kosten verbonden aan het rapport van [expertise en taxatie B.V.] redelijk gemaakte kosten betreffen ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid en om die reden voor vergoeding in aanmerking dienen te komen. Abemec B.V. heeft betwist tot vergoeding van die kosten gehouden te zijn en beroep gedaan op haar algemene voorwaarden. Het hof acht dit in redelijkheid gemaakte kosten ter vaststelling van aansprakelijkheid en zal deze post toewijzen. Dat de algemene voorwaarden aan toewijzing van dit bedrag in de weg staan heeft [appellant] onvoldoende toegelicht. In zoverre slaagt grief VII van het principaal appel dan ook.
5.4.6.
Daarnaast vordert [appellant] vergoeding van de schade aan de paardensportbodem, de vloerplaten en de kosten voor het omleggen van de elektrische installatie. [appellant] heeft deze schade niet althans onvoldoende onderbouwd. Dat het omleggen van de elektrische installatie een gevolg was van lekkages van de transparante golfplaten is evenmin voldoende toegelicht. Het hof komt dan ook niet toe aan bewijslevering op dit punt en wijst deze vorderingen af.
5.4.7.
Grief VII van het principaal appel slaagt voor zover gericht tegen de kosten verbonden aan het rapport van [expertise en taxatie B.V.] . Nu – zoals door Abemec B.V. aangevoerd – [appellant] een onderneming is welke btw-plichtig is en derhalve btw kan verrekenen, zal het hof een bedrag van € 1.000,00 exclusief btw toewijzen. Als niet weersproken wijst het hof de wettelijke rente over dit bedrag toe vanaf de datum dagvaarding te weten 21 mei 2012.
wettelijke rente
5.5.
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis de wettelijke rente toegewezen met ingang van 9 december 2010. In de toelichting op grief 3 in incidenteel appel betoogt Abemec B.V. dat de rechtbank ten onrechte de constatering door de deskundige in 2014 heeft gekoppeld aan de periode in 2010, zodat van toewijzing van wettelijke rente geen sprake kan zijn.
5.5.1.
De grief faalt. [appellant] heeft bij brief van 25 november 2010 Abemec B.V. gesommeerd om de ondeugdelijke platen binnen 14 dagen te vervangen. [appellant] heeft daarbij tevens de wettelijke rente aangezegd. Abemec B.V. heeft aan deze sommatie niet voldaan. Het feit dat de deskundige in 2014 tot de conclusie komt dat de PVC-golfplaten niet geschikt zijn voor het doel waarvoor ze zijn gebruikt, maakt dit niet anders. Het hof zal de wettelijke rente dan ook vanaf 9 december 2010 toewijzen.
proceskosten
5.6.
Nu [appellant] ten aanzien van de 115 transparante golfplaten gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld maar ten aanzien van de vezelcement golfplaten nagenoeg geheel in het ongelijk wordt gesteld en slechts een beperkt deel van de vordering wordt toegewezen, acht het hof de door de rechtbank uitgesproken compensatie van proceskosten (inclusief de door beide partijen te dragen helft van de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundige) op zijn plaats. Grief VIII van het principaal appel en grief 5 van het incidenteel appel falen dan ook.

6.De slotsom

6.1.
De grieven I, IV, V en VII van het principaal appel slagen en de grieven II, III, VI en VIII falen. De grieven van het incidenteel appel falen geheel.
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd, behoudens de proceskostenveroordeling in eerste aanleg.
6.2.
Als de (overwegend) in het ongelijk te stellen partij zal het hof Abemec B.V. in de kosten van het hoger beroep veroordelen.
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 99,87
- griffierecht € 718,-
totaal verschotten €
817,87
- salaris advocaat € 1.518,- (2 punten x tarief € 759,-)
6.3
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.

7.De beslissing

Het hof, recht doende in principaal en incidenteel hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant te ‘s-Hertogenbosch van 30 december 2015 behoudens de proceskostenveroordeling en doet opnieuw recht;
veroordeelt Abemec B.V. om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 4.146,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 9 december 2010 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Abemec B.V. om aan [appellant] te betalen een bedrag van € 1.000,- in verband met de kosten van het onderzoek door [expertise en taxatie B.V.] Expertise en Taxatie B.V. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2012;
veroordeelt Abemec B.V. in de kosten van het hoger beroep, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [appellant] vastgesteld op € 817,87 voor verschotten en op € 1.518,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief;
te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.P.M. Rousseau, O.G.H. Milar en P. Kuipers en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 2 oktober 2018.
griffier rolraadsheer