In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in kort geding met betrekking tot een gebiedsverbod en een contactverbod dat aan de man was opgelegd. De uitspraak is gedaan op 18 september 2018, in vervolg op een eerder tussenarrest van 3 juli 2018. De man en de vrouw, die een affectieve relatie hebben gehad, zijn verwikkeld in een juridische strijd over de omgang met hun minderjarige kind en de voorwaarden waaronder dit kan plaatsvinden. De voorzieningenrechter had eerder op 23 maart 2018 een gebiedsverbod en contactverbod opgelegd aan de man, en de vrouw was in haar vorderingen in reconventie afgewezen. Het hof heeft in deze uitspraak vastgesteld dat de verhouding tussen de partijen ernstig verstoord is en dat er aanleiding is om een contactverbod op te leggen. Het hof heeft echter het gebiedsverbod vernietigd, omdat er onvoldoende feitelijke grondslag was voor de veronderstelling dat de man zich in de nabijheid van de vrouw had begeven om daar problemen te veroorzaken. De vordering van de man om de omgangsregeling na te komen, werd afgewezen, omdat de zaak complex is en er nog andere juridische kwesties spelen, zoals de uithuisplaatsing van de minderjarige. Het hof heeft bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.