Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“tevens verklaart zij dat de verzoeker ten tijde van het opstellen van dit verzoek over de navolgende aflossingsmogelijkheden beschikt: In de minnelijke regeling: € 26,84 per maand; In de wettelijke schuldsaneringsregeling: naar schatting € 0,00 per maand.“, doet aan dit oordeel niet af. Naar het oordeel van het hof volgt uit de in de schuldenlijst onder ‘aanbod’ voorkomende opmerkingen: ‘niet ingestemd’ dan wel ‘geen aanbod gedaan’ dan wel ‘niet gereageerd’ dat niet vastgesteld kan worden dat aan alle schuldeisers een aanbod is gedaan. Van hetgeen naar zeggen van [appellante] wel in het kader van het minnelijk traject zou zijn verricht heeft zij naar het oordeel van het hof onvoldoende verificatoire bescheiden weten te produceren.