ECLI:NL:GHSHE:2018:3760
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige met betrekking tot de ouders en de gecertificeerde instelling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige] is verlengd. De vader, die in hoger beroep is gekomen, verzoekt om de beschikking gedeeltelijk te vernietigen en de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, of in ieder geval voor een kortere periode toe te wijzen. De moeder en de gecertificeerde instelling (GI) zijn van mening dat een thuisplaatsing van [minderjarige] bij de moeder op dit moment nog niet mogelijk is en dat de situatie zorgvuldig moet worden voorbereid met behulp van een 6-fasenplan.
De mondelinge behandeling vond plaats op 21 augustus 2018, waarbij de vader, de GI, de moeder en de pleegmoeder aanwezig waren. De minderjarige is ook gehoord, en het hof heeft de inhoud van dit verhoor zakelijk weergegeven. De vader stelt dat de moeder en hij in staat zijn om de verzorging en opvoeding van [minderjarige] op zich te nemen, terwijl de GI en de moeder van mening zijn dat de thuissituatie bij de vader onduidelijk is en dat hij hulpverlening afwijst.
Het hof overweegt dat de wettelijke vereisten voor de verlenging van de machtiging uithuisplaatsing zijn voldaan. De GI heeft geen zicht op de thuissituatie van de vader, en zowel de moeder als de GI zijn van mening dat een thuisplaatsing op dit moment niet mogelijk is. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank Limburg, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 8 maart 2019.